Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Westminster Catechismus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Westminster Catechismus.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vr. 57. Welke weldaden heeft Christus door Zijn Middelaarswerk verworven?
Antw. Christus heeft door Zijn Middelaarswerk verlossing teweeggebracht, met al de andere weldaden van het verbond der genade.
Vr. 58. Hoe worden wij deelgenooten gemaakt van de weldaden die Christus verworven heeft?
Antw. Wij worden deelgenooten gemaakt van de weldaden die Christus verworven heeft, door de toepassing ervan aan ons, hetwelk bij zonderlijk het werk is van God den Heiligen Geest.
Vr. 59. Wie worden deelgenooten gemaakt van de verlossing door Christus?
Antw. De verlossing wordt gewisselijk toegepast en krachtdadig medegedeeld aan al diegenen, voor wie Christus ze verworven heeft, denwelken het in den tijd door den Heiligen Geest gegeven wordt in Christus te gelooven, naar het Evangelie.
Vr. 60. Kunnen zij, die het Evangelie nooit gehoord hebben en derhalve Jezus Christus niet kennen, noch in Hem gelooven, behouden worden door hun leven naar het licht der natuur?
Antw. Zij, die omidat zij het Evangelie nooit gehoord hebben, Jezus Christus niet kennen en niet in Hem gelooven, kunnen niet behouden worden, al zijn zij nog zoo ijverig om hun leven in te richten naar het licht der natuur of naar de wetten van dien godsdienst dien zij belijden; en de zaïligheid is in geen anderen dan in Christus alleen; Die is de Behouder alleen van Zijn lichaam, d.i. de Kerk.
Vr. 61. Worden die allen behouden, die het Evangelie hooren en in de kerk leven?
Antw. Niet allen, die het Evangelie hooren en in de zichtbare kerk leven, worden behouden, maar alleen zij, die ware leden van de onzichtbare kerk zijn.
Vr. 62. Wat is de zichtbare Kerk?
Antw. De zichtbare kerk is een gezelschap, bestaande uit al de zoodanigen, die door alle eeuwen en in alle plaatsen der wereld den waren godsdienst belijden, tezamen met hun kinderen.
Vr. 63. Welke zijn de bijzondere voorrechten van de zichtbare kerk?
Antw. De zichtbare kerk heeft het voorrecht, onder Gods bijzondere zorg en regeer ing te zijn; beschermd en bewaard te worden door alle eeuwen, niettegenstaande den tegenstand van alle vijanden; zich te verblijden in de gemeenschap der heiligen, dp gewone middelen ter zaligheid en de aanbiedingen van genade door Christus aan alle leden derzelve, in de bediening des Evangelies, getuigende dat een iegelijk, die in Hem gelooft, zal behouden worden, en niemand uitsluitende die tot Hem komt.
Vr. 64. Wat is de onzichtbare kerk?
Antw. De onzichtbare kerk is het geheele getal der uitverkorenen, welke tot één vergaderd zijn, of worden, of zullen worden onder Chris­tus, het Hoofd.
Vr. 65. Welke bijzondere weldaden genieten de leden der onzichtbare kerk door Christus?
Anitw. De leden der onzichtbare kerk genieten door Christus vereeniging en gemeenschap met Hem in genade en in heerlijkheid.
Vr. 66. Welke is die vereeniging die de uitverkorenen met Christus hebben?
Antw. De vereeniging welke de uitverkorenen met Christus hebben, is het werk van Gods genade, waardoor zij op een geestelijke en verborgen wijze, en toch wezenlijk en onafscheidelijk met Christus als hun Hoofd en Man vereenigd worden, hetwelk tot stand komt in hun krachtdadige roeping.
Vr. 67. Wat is de krachtdadige roeping?
Antw. De krachtdadige roeping is het werk van Gods almachtige kracht en genade, waardoor Hij (uit Zijn vrije en bijzondere liefde tot Zijn uitverkorenen, terwijl er niets in hen was dat Hem daartoe bewoog) lin den weiaangenamen tijd hen noodigt en trekt tot Jezus Christus door Zijn Woord en Geest; op zaligmakende wijze hun verstand verlichtende, hun wil vernieuwende en krachtig overbuig'ende, zoodat zij (hoewel in zichzelven dood in de zonde) hierdoor gewillig en bekwaam gemaakt worden, vrijwillig Zijn roeping op te volgen en de genade die daarin aangeboden en medegedeeld wordt, aan te nemen en te omhelzen.
Vr. 68. Worden de uitverkorenen alleen krachtdadig geroepen?
Antw. Alle de uitverkorenen, en zij alleen, worden krachtdadig geroepen, ofschoon anderen dioor de bediening des Woords op uitwendige wijze kunnen geroepen worden en ook dikwijls geroepen zijn; en eenige gemeene werkingen van den Geest kunnen hebben; dewelken, om hun moedwillig veronachtzamen en verachten van de hun aangeboden genade, rechtvaardig in hun ongeloof gelaten zijnde, nooit waarlijk tot Jezus Christus komen.
Vr. 69. Welke is de gemeenschap in de genade, die de leden der onzichtbare kerk met Christus hebben?
Antw. De gemeenschap in de genade welke de leden der onzichtbare kerk met Christus hebben, is hun deelgenootschap aan de verdienste van Zijn Middelaarswerk, in hun rechtvaardigmaking, aanneming tot kinderen, heiligmaking, en wat verder in dit leven hun vereeniging met Hem openbaart.
Vr. 70. Wat is de rechtvaardigmaking?
Antw. De rechtvaardigmaking is een daad van Gods vrije genade aan zondaren, waarin Hij hun al hun zonden vergeeft, hun personen aanneemt en rechtvaardig rekent voor Hem, niet om eenig ding dat in hen gewrocht of door hen gedaan is, maar alleen om de volmaakte gehoorzaamheid en de volkomen genoegdoening van Christus, door God aan hen toegerekend, en door het geloof alleen ontvangen.
Vr. 71. Hoe is de rechtvaardigmaking een daad van Gods vrije genade?
Antw. Ofschoon Christus door Zijn gehoorzaamheid en dood een betamelijke, werkelijke en volkomen genoegdoening gegeven heeft aan Gods gerechtigheid, ten hehoeve van degenen die gerechtvaardigd worden, nochtans is ten opzichte van hen hun rechtvaardigmaking uit vrije genade, aangezien God de genoegdoening, die Hij van hen had kunnen vorderen, van een Borg aanvaardt en dien Borg, Zijn eeniggeboren Zoon, daargesteld heeft, Zijn gerechtigheid hun toerekenende, en van hen niets eischende tot hun rechtvaardigmaking dan het geloof, hetwelk ook Zijn gave is.
Vr. 72. Wat is het rechtvaardigmakend geloof?
Antw. Het rechtvaardigmakend geloof is een zaligmakende genade, gewrocht in het hart eens zondaars door den Geest en het Woord Gods, waardoior hij, overtuigd zijnde van zijn zonde en ellende, en van de onbekwaamheid in zichzelf en in alle andere schepselen om hem uit zijn verloren staat weder op te richten, niet alleen de waarheid van de belofte des Evangelies toestemt, maar Christus en Zijn gerechtigheid, daarin geopenbaard, aanneemt en zich op Christus en Zijn gerechtigheid verlaat tot vergeving der zonde en tot de aanneming van Zijn persoon en het rechtvaardig gerekend worden voor God ter zaligheid.
Vr. 73. Hoe rechtvaardigt het geloof een zondaar voor God?
Antw. Het geloof rechtvaardigt een zondaar voor God, niet vanwege die andere genadens, die altijd met het geloof samengaan, noch om de goede werken, die er de vruchten van zijn; evenmin alsof de genade des geloofs, of deze of gene daad des geloofs, hem toegerekend ware tot rechtvaardigmaking, maar alleen zooals het een instrument is, waardoor hij Christus en Zijn gerechtigheid aanneemt en zich toeeigent.
Vr. 74. Wat is de aanneming tot kinderen?
Antw. De aanneming tot kinderen is een daad van de vrije genade Gods, in en om Zijn eeniggeboren Zoon Jezus Christus, waardoor alle degenen, die gerechtvaardigd zijn, aangenomen worden in het getal van Zijn kinderen, Zijn Naam op hen gesteld krijgen, de Geest Zijns Zoons hun gegeven wordt, zij onder Zijn Vaderlijke zorg en bedeelingen zijn, toegang hebben tot al de vrijheden en voorrechten der kinderen Gods, erfgenamen gemaakt worden van al de beloften, en mede-erfgenamen met Christus in heerlijkheid.
Vr. 75. Wat is de heiligmaking?
Antw. De heiligmaking ds een werk van Gods genade, waardoor zij, die God vóór de grondlegging der wereld uitverkoren heeft opdat zij heilig zouden zijn, in den tijd door de krachtige werking Zijns Geestes, hun toepassende den dood en de opstanding van Christus, in hun geheelen mensch vernieuwd worden naar het evenbeeld Gods, terwijl de zaden van bekeering ten leven en alle andere zaligmakende genadens in hun harten gelegd worden, en die genadens zoo opgewekt, vermeerderd en versterkt worden, dat zij hoe langer hoe meer der zonde sterven en opstaan tot nieuwigheid des levens.
Vr. 76. Wat is de bekeering ten leven?
Antw. De bekeering ten leven is een zaligmakende genade, gewrocht in het hart eens zondaars door den Geest en het Woord Gods, waardoor hij, vanwege het gezicht en gevoel, niet alleen van het gevaar, maar ook van de onreinheid en walgelijkheid zijner zonden, en na de bevatting van Gods barmhartigheid in Christus tot boetvaardigen, zóó bedroefd is over zijn zonden en dezelve dermate haat, dat hij zich van die alle keert tot God, zich voornemende en trachtende, volstandig met Hem te wandelen in al de wegen van de nieuwe gehoorzaamheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1936

De Saambinder | 4 Pagina's

Westminster Catechismus.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1936

De Saambinder | 4 Pagina's