Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ADAMS VAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ADAMS VAL

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Vijanden Gods (8)

Eva heeft zich als het ware van God losgescheurd en zich daarmee tot een vijandin van Hem gemaakt en nu gaat zij, na haar zondige daad volbracht te hebben, naar Adam toe, om te trachten ook hem in de val mee te slepen.

Dat is reeds de eerste vrucht van de zonde. Immers de zonde baart niet anders dan zonde, en daaruit is het te verklaren, dat Eva ook haar man ten val tracht te brengen. Want het moge waar zijn, dat de volle doorwerking van haar gruweldaad eerst van lieverlede en later tot het besef van Eva is doorgedrongen, toch heeft zij ongetwijfeld reeds bij de eerste beet in de vrucht, gemerkt, clat de heilige natuur, die zij deelachtig was, verdween, en dat er een floers van zwartheid en ellende over haar ziel geworpen werd. O, hoe had die ongelukkige toestand, waarin zij kwam, haar moeten bewegen om althans haar man te sparen, en te behoeden tegen eenzelfde deerniswaardig lot!

Maar zie, zó erg is de kwaal der zonde, dat ze steeds verder voortwoekert, en zelfs het allerliefste en dierbaarste niet spaart. Zij was in een poel van jammer en ellende terecht gekomen, welnu, zij wenst niet anders clan ook haar man met zich mee te trekken naar het verderf, om liever samen in zonde en dood ten onder te gaan, dan Adam voor zulk een vreselijk lot te bewaren.

In plaats van te roepen: „O, Adam! Ik ben gevallen, maar hoedt gij u toch voor de stem van cle verleider!" gaat ze tot haar man om hem de verboden vrucht aan te bieden en niet te rusten, alvorens ook hij hand en tand aan cle

boomvrucht zet. Zij, eenmaal door satan verleidt, treedt nu zelf als verleidster op, en achter haar rug lacht satan, die wel weet, dat de eerste stap op het hellend vlak des verderfs noodwendig meerdere stappen, ja, een volslagen val te weeg zal brengen.

Het ging met de satan als met een brandstichter, die slechts één lucifer aan de droge hooimijt behoeft te steken, en slechts even het eerste vlammetje behoeft af te wachten, om dan zich te kunnen verwijderen, omdat hij wel weet, dat die ene lucifersvlam heel de mijt, en straks de ganse boerderij in lichterlaaie zal zetten, al doet hij er zelf overigens niets meer aan.

Waar Adam vertoefde, terwijl Eva dooide slang misleid werd, meldt de Heilige Schrift niet; maar hij is zeker niet ver van de plaats, waar zij was, verwijderd geweest, want met de vrucht in de hand treedt zij op hem toe, om hem mede te doen eten. Zonder enige bedenking zal hij er wel niet van gegeten hebben. Hij moet geweten hebben, dat dit de verboden vrucht was. Maar de vrouw overreedde hem en hij hoorde naar haar stem. Wat de slang haar gezegd had, zegt zij nu tot haar man, en zij dringt aan met bewegelijke taal. Zij wordt de „slang" voor Adam! De eerste zondares wordt de eerste verleidster. Het gelukt haar de man over te halen; en zij gaf ook haar man met haar en hij at. Hij deed het niet slechts om zijn vrouw te behagen en haar ter wille te zijn, maar, tot dezelfde hoogvliegende gedachten en zinnelijke begeerten vervoerd als zij, wierp hij — zoals Calvijn terecht zegt — de teugel af en overtrad het gebod.

Deze daad der zonde was van vérstrekkende betekenis; geheel de verhouding tussen God en het schepsel werd er door omgekeerd. De mens scheidde zich door de zonde van God af; hij wilde zijn eigen heer en meester zijn, en werd daardoor de ellendigste van allen, en tevens de oorzaak van alle ellende, die nog op de aardbodem komen zou. Hij begon iets te zoeken, gelijk de verloren zoon in de gelijkenis, langs eigen weg; een eigen wil vestigde zich in hem tegenover de wil Gods, en werd daardoor de oorzaak van al cle jammer, die thans cle aarde vervult.

Er is dan ook geen troost en redding voor de mens mogelijk, of hij moet eerst weer van zichzelf verlost worden. De Catechismus zegt clat zo schoon en treffend in het eerste antwoord, waar het heet, dat cle enige troost hierin bestaat, dat „ik niet mijnszelfs, maar het eigendom van mijn getrouwen Zaligmaker ben. „Hier spreekt dan ook een naar Gods beeld herschapen zondaar.

Van nature wil de mens niet anders dan zichzelf handhaven; zijn „ik" hooghouden. Maar genade leert hem anders, nl. zichzelf te verliezen; zijn „ik" te doden; zich niet langer zwemende boven water te houden, maar zich te laten zakken en zinken tot op de bodem der wateren toe; want daar, daar op die bodem, zijn de uitgebreide armen van Gods reddende liefde; daar alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1959

Daniel | 8 Pagina's

ADAMS VAL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1959

Daniel | 8 Pagina's