Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een halve eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een halve eeuw

1898 - 1948

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze geliefde Vorstin, Koningin Wilhelmina, de telg uit het roemruchtige huis van Oranje, is van 's Heeren wege het grote voorrecht geschonken, dat Zij vijftig jaren de schepter heeft mogen zwaaien over het volk van Nederland. Dat grote en bijzondere feit mag Zij, en wij met Haar, gedenken.

Door 's Heeren gunst werd Zij gespaard en heeft Zij Haar koninklijke heerschappij doen gelden in de geest van een Moeder des Vaderlands.

Met de hulpe des Heeren is Haar troon bevestigd gebleven, niettegenstaande de grote schuddingen, die ook Zij heeft moeten doorleven.

Wij denken terug aan de tijd, toen Zij véértig jaren over ons geregeerd had. Toen konden wij zeggen, dat niet alleen grote vóórspoed onder Haar regering genoten was, maar dat ook in al die jaren geen vijand onze Vaderlandse bodem betreden had.

Wel heeft Zij in haar huiselijk leven droefheid en blijdschap ervaren. Twee keer betrad de onverbiddelijke dood het koninklijk paleis. De eerste keer werd Haar geliefde en voor ons onvergetelijke Moeder weggenomen, terwijl de tweede keer Haar echtgenoot van Haar zijde werd gerukt.

Blijdschap heeft Haar hart vervuld bij het huwelijk van Haar enigste Dochter.

Maar wie zal de laatste tien jaren kunnen vergeten? De tijd, toen die wrede overweldiger ook óns land op zulk een diefachtige wijZe aan zich heeft trachten te onderwerpen. Hoe bang waren die dagen voor ons volk, maar niet minder voor onze zo geliefde Vorstin en Haar koninklijke familie. Wat zal het Haar en Haar gezin zwaar gevallen zijn om Haar land en dierbaar volk te moeten verlaten. Een vijftal jaren moest Zij in ballingschap doorbrengen.

Dat zijn voor ons, maar ook voor Ha& r, onvergetelijke jaren geweest. Menigmaal bekroop ons de vrees, dat het drievoudig snoer: „God, Nederland en Oranje" zou verbroken worden. En ziende op de vele grote zonden van Volk en Vorstenhuis moest de hand op de mond, al zou de Heere ons voor altijd vaneen gescheurd hebben.

De Almachtige heeft nog in deze toorn des ontfermens gedacht. Hij heeft niet gehandeld naar zonden en ongerechtigheid. Hoe groot zou het zijn voor ons Vorstenhuis en Volk als in ons hart mocht leven: „Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn."

Zouden wij het kunnen of durven ontkennen, dat dit jubileum staat in het midden van zeer donkere tijden? Leven wij niet als op een vulkaan, die ieder ogenblik tot uitbarsting kan komen?

Dat er vreugde bij ons volk is, gezien het vele goede, dat God ons geschonken heeft onder de regering van onze geliefde vorstin, is op zijn plaats; toch mochten wij bewaard worden, die blijdschap niet te uiten in het ijdel feestvermaak. Gaan niet de oordelen Gods over ons en ons Vorstenhuis heen? Hoe donker toch wordt het in ons land en in de landen rondom ons. Dan bekruipt ons de vrees, dat zulke feesten in róüw veranderd zullen worden.

Aan het einde van deze vijftig-jarige regeringsperiode zal onze geliefde Vorstin toch óók moeten betuigen: „Treed niet in het gericht met ons."

Schuld en zonden hebben ook Héür aangekleefd, want hoe menigmaal werden wij bedroefd, omdat de gang van zaken niet ging naar des Heeren Woord.

Hoe zwaar toch was de verantwoordelijkheid, die op Haar schouders rustte, daar ook Zij eenmaal Gode rekenschap zal moeten afleggen.

Het mocht onze onvergetelijke Vorstin gegeven worden toevlucht te nemen tot het bloed van Jezus Christus om daarin te vinden vergeving van schuld en zonden. i

En waar het einde Harer regering daé, r is en Zij Haar veelzijdige arbeid wenst neer te leggen, daar mocht onze Landsvrouwe dié rust zoeken en ontvangen, die ook hier voor het volk des Heeren overblijft. Dat is de rust, die Christus voor Zijn volk heeft aangebracht en waarvan Zijn gunstgenoten hier de voorsmaken mogen ondervinden.

Ons volk erkenne met ootmoedige dankbaarheid het vele goede, wat God ons heeft geschonken onder de regering van één der nazaten uit het doorluchtige huis van Oranje.

Dat het gebed vermenigvuldigd mag worden, óók voor onze geliefde Prinses^ die voor zulk een gewichtige taak staat geroepen te worden. Dat ook Zij in het voetspoor mocht wandelen van onze onvergetelijke Vader des Vaderlands, die betuigde:

'k Heb met den Heer der Heeren Een vast verbond gemaakt.

God spare Hen te samen nog in lengte van dagen en doe ons, onder al de druk der tijden, nog ervaren, dat Hij Zijn gunst en zegen gebieden wil over de regering van onze toekomstige Koningin Juliana.

De Heere geve in ons land een breken met de zonde en een zoeken naar Hem, want: „Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natie."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1948

Daniel | 12 Pagina's

Een halve eeuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1948

Daniel | 12 Pagina's