Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Zuid-Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Zuid-Afrika

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

TOTIUS 1877 — 1953

Begin Juli overleed in Zuid-Afrika de rustende hoogleraar prof. du Toit, de man, die bekend is geworden als Bijbelvertaler en Psalmdichter in het Afrikaans en die in Zuid-Afrika de nationale dichter bij uitnemendheid was.

Deze Du Toit, beter bekend onder zijn schrijversnaam Totius, werd 21 Febr. 1877 te Paarl (Kaapland) geboren. Zijn vader was ds S. J. du Toit, die de stichter werd van „Die Genootschap van Regte Afrikaners". De bedoeling van dit genootschap was om de volkstaal van Zuid-Afrika naast het Engels en het Hollands als schrijftaal erkend te krijgen.

Ongeveer 1750 was de taalvorm die aan de Kaap werd gesproken een aparte taal geworden, omdat die al zo veel verschilde van het Nederlands. Die aparte taal, het Afrikaans, werd echter alleen gesproken. Het Nederlands werd door veel Afrikaners als een vreemde taal beschouwd en het is begrijpelijk, dat er een beweging ontstond, die ging werken om het Nederlands in kerk, school en pers door het Afrikaans te vervangen. De pogingen hadden succes: in 1925 besloot de regering, dat er twee officiële talen in het land zouden zijn, het Engels en het Afrikaans. We kunnen zeggen dat nu het Afrikaans de moedertaal is van meer dan twee millioen mensen.

De Afrikaanse letterkunde is vanzelfsprekend erg jong. Het eerste in het Afrikaans geschreven boek verscheen in 1873. Na die tijd zijn er duizenden gepubliceerd. Het Afrikaans kan men een zustertaal van het Nederlands noemen, daar het zich heeft ontwikkeld uit de Nederlandse dialecten uit de 17de eeuw, die aan de Kaap werden gesproken. De taal maakt op ons een ietwat kinderlijke indruk, vooral wanneer men er voor het eerst in hoort spreken en er iets van leest, maar als men het vaker leest of hoort, dan verdwijnt dat primitieve wel. Op het ogenblik w^ordt het Afrikaans gebruikt door predikanten, rechters, diplomaten, leraars en professoren.

Enkele voorbeelden om het gemakkelijk te kunnen volgen: bijna altijd wordt een dubbele ontkenning gebruikt (nie nie voor niet); er worden dikwijls dubbelvormen gebruikt (buk-buk voor bukkend); de g in het midden vervalt (ogen wordt oë); de v verandert in w tussen klinkers (voor leven zegt men lewe); inplaats van de hoort men die; de vervoeging van werkwoorden is al heel eenvoudig (ek kom, ons kom, hy het gekom); na de letters k, p, g, s, f verdwijnt de eindletter t (kracht is krag). Daar het de bedoeling niet is hier een taalles te geven, zal ik meer voorbeelden niet geven.

Om nu op Totius terug te komen het volgende: Zijn vooropleiding kreeg hij in Z. Afrika om vervolgens te studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hier promoveerde hij als doctor in de theologie. Na eerst predikant te zijn geweest te Potchefstroom, werd hij in 1911 hoogleraar aan de „Theologische School" aldaar.

Een groot gedeelte van Totius' leven was gewijd aan het vertalen van de Bijbel in het Afrikaans en het berijmen van de Psalmen in die taal. Ook schreef hij gedichtenbundels. De bundel Passieblomme schreef hij naar aanleiding van de dood van zijn zoontje, dat op het einde van het jaar 1920 op éénjarige leeftijd stierf aan hersenvliesontsteking (kort daarop, op Oudejaarsavond, werd zijn oudste dochter door de bliksem, getroffen).

Uit die bundel laat ik volgen het gedicht

DIE GODSBESLUIT.

Voor die onheilswoning en tussen die skaars-beblaarde soetdorings 1 ) staan, in droë aarde maar lowergroen en blink van blad, die wag-'n-bietjie ^ langs die pad.

Wanneer ek naderkom dan sien ek dorings krom en reg; 'k sien takke inmekaar gedraai en deurmekaar gevleg.

En wil ek in die blare gryp of aan die takke breek, dan tas ek in 'n doringnes wat vreeslik haak en steek.

Bo al u donker bome, o Heer, groei my 'n enk'le reusboom uit: dit is die w T ag-'n-bietjiebos van u besluit.

Van ver so skoon, so groen, so blink maar hoe verward wanneer ek dieper kyk en dink as wat 'n sondaar pas.

En steek ek dan my hande uit na u besluit, dan gryp ek in die dorings vas.


!) soort accasiaplant. 2) boom met lange witte dorens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's

Uit Zuid-Afrika

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's