Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tekstkeuze en gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tekstkeuze en gemeente

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

K L E I N E K R O N I E K

n het blad , , Ambtelijk Contact", - / maandblad ten dienste van ouderlingen en diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland - , trof ik in het nummer van januari 1998 een interessant artikel aan van de hand van ouderling J. J. Eberwijn, Zoetermeer. De titel van het artikel luidt , , De invloed van de gemeente op de tekst keuze bij de prediking". Eberwijn geeft eerst aan dat de kerkdienst wezenlijk méér is dan de prediking. Toch krijgt de verkondiging een zwaar accent bij de beoordeling van de vraag of men , , iets gehad heeft" aan de kerkdienst. Nu heeft de voorganger de opdracht de boodschap van God onverkort door te geven. In hoeverre mag de situatie van de gemeente een rol spelen bij de tekstkeuze?

, , De les van de bijbel

In de bijbel leest men op vele plaatsen dat de boodschapper van het evangelie zich laat leiden door de situatie in de gemeente. Dat gegeven treffen we aan in het boek van de Handehngen der Apostelen, in de brieven van Paulus en de Openbaring aan Johannes. Opvallend is dat de apostelen daarbij expliciet refereren aan brieven die zij hebben ontvangen uit de gemeenten en berichten die zij van boodschappers hebben gekregen. De apostelen waren zeer goede luisteraars. Zij waren sterk gericht op het opnemen en verwerken van de signalen welke zij via brieven en boodschappers binnenkregen. Zij waren zich ervan bewust dat hun boodschap vooral dan effect kon hebben als zij wisten wat er speelde in de gemeenten en bij de mensen. Aan de hand van die signalen stelden zij vast welke boodschap God voor die ene gemeente, dat ene geval had. Natuurlijk waren zij ervan overtuigd dat de voortgang van Gods Koninkrijk niet afhing van hun inspanningen. Zij wisten dat zij een werktuig in Gods hand waren. Zij beseften echter ook, dat God vraagt dat er met „overleg en beleid" te werk gegaan wordt. Dat er op een verantwoorde wijze gearbeid wordt in de gemeente. De boodschap is dus vooral eerst luisteren en dan handelen.

De situatie in de gemeente

De gemeenten in onze kerken zullen niet zo heel veel van elkaar verschillen waar het gaat om de wijze waarop met de prediking wordt omgegaan binnen een kerkenraad. Het onderwerp „prediking" staat één- of tweemaal per jaar op de agenda. Daarnaast komt de vraag over de prediking aan de orde op kerk visitaties. In een aantal gemeenten wordt voor bijzondere zondagen weleens een gesprek rond het thema van de preek georganiseerd.

Wanneer de balans opgemaakt wordt van de intensiteit waarmee de gemeente bij de tekstkeuze van de preek betrokken is, dan vertoont zich een mager beeld. Officieel zijn er een paar „ijkmomenten". Een continue aandacht en afstemming worden gemist. Dit is een vreemde constatering in een maatschappij waar meedenken en inspraak aan de orde van de dag is. De kreet dat , , de klant koning" is wordt steeds meer gehoord. In veel gevallen is het zelfs een kwestie van overleven voor een bedrijf of instelling. De mondigheid van de mens en de wens gehoord te willen worden, nopen hiertoe. Gaan de kinderen dezer wereld dan met meer overleg te werk dan de kinderen des lichts? De vraag ligt er dus nadrukkelijk of en in hoeverre de gemeente invloed kan of mag hebben op de tekstkeus.

Legitimiteit van de invloed

De keuze van de tekst is de primaire verantwoordelijkheid van de predikant. Daar hebben we in de kerk goede afspraken over. Hij zal zich daarbij geleid weten door de Geest. Dat neemt echter niet weg dat de Geest kan werken door mensen die op zijn weg komen. Daarnaast geldt dat de inhoud van de eredienst en de prediking uiteinde­ lijk een verantwoordelijkheid is van de gehele kerkenraad, dus van ouderlingen, diakenen en predikant samen. Wanneer deze verantwoordelijkheid beperkt blijft tot het op gezette tijden constateren dat er , , schriftuurlijk" gepreekt wordt, dan wordt er tekort gedaan aan de gemeente. Het is van belang dat in de prediking doorkhnkt dat er een , , oor" is voor de vragen die in de gemeente leven. Om dit te kunnen reaHseren zal er, net zoals in het geval van de apostelen, veel geluisterd moeten worden naar de gemeente. Om een vruchtbare prediking te versterken is het dus zeker legitiem dat er een beïnvloeding is van de tekstkeuze door de gemeente."

Hoe kan aan dit luisteren naar de gemeente gestalte worden gegeven? De huisbezoeken van kerkenraadsleden en predikant kunnen heel veel nuttige informatie opleveren. In de kerkenraadsvergadering kan dan de balans worden opgemaakt: welke geluiden heeft men gehoord en welke signalen opgevangen? Gezamenlijk kan vervolgens een richting en kader worden bepaald waardoor de predikant zich kan laten leiden.

Een ander middel is een enquête. Er wordt dan gericht gevraagd naar wensen die leven. Daarnaast is er het rechtstreekse gesprek.

, , Bij speciale gelegenheden, zoals doopdiensten, jeugdzondagen, themadiensten etc. kan de invloed zeer direct zijn. De predikant gaat dan rechtstreeks het gesprek aan met één of meer gemeenteleden. Dit draagt een meer incidenteel karakter. Het functioneert echter zeer goed bij speciale gelegenheden.

Voor de doorgaande lijn in de prediking zou een dergelijk gesprek een meer permanent karakter moeten hebben. Ook dat behoort tot de mogelijkheden. De organisatie zou via wijkgroepen, gesprekskringen, bijbelstudiegroepen of gebedskringen kunnen lopen. Bij deze werkwijze moet ervoor worden opgepast dat er geen groepsvorming in de gemeente ontstaat. Een deel van de gemeente zou zich buitenstaander kunnen gaan voelen. De predikant moet te allen tijde boven de materie blijven staan. De gemeente moet hem wel als de „bedienaar van het Woord" blijven ervaren. De rol van de kerkenraad is hier meer een toetsende rol.

De beperkingen

Niet alles kan en is nuttig. Men moet ervoor waken dat de prediking niet beïnvloed gaat worden door incidentele wensen. Er moet geen individuele pastorale zorg bedreven gaan worden via de preek. Daarmee zouden anderen tekort gedaan kunnen worden. De tekstkeuze moet niet bepaald worden door specifieke wensen welke uit een speciale belangstelling van een enkel gemeentelid voortvloeien. Anderen kunnen daardoor afhaken.

Tenslotte

Kerkenraad en predikant moeten een permanente luisterpost vormen. Een luisterpost naar twee kanten, namelijk zowel naar wat God te zeggen heeft als naar signalen die de gemeente afgeeft. Mede door het luisteren naar de gemeente wordt op verantwoorde wijze invulling gegeven aan de opdracht van God om via de prediking de sleutels van zijn Koninkrijk te bedienen. Zo handelen kerkenraad en predikant in de geest waarin ook de apostelen handelden. Dan staat ook centraal dat God in de prediking tot de gemeente spreekt." J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Tekstkeuze en gemeente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's