April is soms in 'topvorm' met echt zomerse dagen

April kan soms voor een vroeg voorzomertje zorgen. Nu is de aanduiding "zomer" voor april misschien iets overtrokken, maar -getuige enkele topperstoch ook weer niet. In ons land wordt een dag met een maximumtemperatuur boven 25 graden een zomerse dag genoemd. Een blik op het lijstje van april in deze eeuw geeft zes keer een echte zomerse dag te zien; in 1968 zelfs twee. Dat was op 20 en 21 april van dat jaar. Óp laatste genoemde datum werd in Limburg al een tropisch warme dag genoteerd, met 32 graden in Venlo. Een bijzondere apriltopper noteerden wij in ons land tijdens de paasdagen van 1949, op 17 en 18 april. Zo zomers dat Maastricht op de tweede paasdag 30 graden noteerde. De warmste Pasen van deze eeuw, die voor het jaar 2000 moeilijk kan worden overtroffen, naar het mij voorkomt.

Zon of sneeuw
Deze maand juist 40 jaar geleden, in 1952, noteerden wij eveneens een positieve bijzonderheid in april. Toen kon het KNMI in De Bilt van 9 tot 19 april daar maar even elf dagen met temperaturen boven de 20 graden noteren, tegen normaal twee. Daarbij was ook 30 april, de tot heden warmste Koninginnedag. De drie warmste aprilmaanden in deze eeuw waren die van 1943,1946 en 1952, meteen maximum gemiddelde in De Bilt van rond 16 graden. Vergelijk daarmee eens de twee koudste aprilmaanden: april 1917 en 1970, met een gemiddeld maximum van 9 graden. April 1970 gaf in De Bilt acht, in Twente tien en in Zuid-Limburg elf sneeuwdagen te zien. Alsof het een wintermaand betrof! Een mooie april waaraan vele ouderen (zestigplussers) nog goede herinneringen hebben, was april 1945, toen een groot deel van ons land van de Duitsers werd bevrijd bij mooie, zonnige aprildagen, soms wel 20 graden. Alleen die Koninginnedag die wij, met uitzondering van bezet westelijk Nederland, op 30 april 1945 konden vieren was ongewoon koud. Veel regen en zelfs natte sneeuw, bij 4 a 6 graden als maximum.

Zware nachtvorst
Kunnen zware nachtvorsten in mei nog vaak schade aan gewassen veroorzaken niet zelden slaat ook in april, wanneer er al veel in groei en bloei staat, een extreem koude nacht raak toe. Zware nachtvorst noemen wij een nacht waarin niet alleen dicht bij de grond (grondvorst of lichte nachtvorst), maar ook in de weerhut (op 1.50 meter) het kwik onder het vriespunt komt. Twee voorbeelden hiervan. De nacht van 29 april 1976: in de weerhut van vliegveld Deelen op de Veluwe tot -7 graden, vliegveld Eelde vlak aan de grond -10 graden. Verleden jaar was het bar koud in de nacht van 21 april. In de weerhut op het automatische KNMI-station te Heino (Overijssel) werd -8 graden gemeten, aan de grond op vliegveld Twente -10 graden. Een nacht die niet alleen in ons land, maar ook elders in Europa, tot diep in Frankrijk, voor miljoenen aan nachtvorstschade veroorzaakte.

Warme maart
Drie jaar achtereen is de lentemaand maart extreem warm geweest. Zelfs bij mij hier in het vrij hoge noorden kwam de kastanje drie jaar achter elkaar in maart tot bladontplooiing. Al was maart dit jaar gemiddeld twee graden warmer dan normaal, door een paar koudegolfjes met sneeuwbuien lukte de bladontplooiing dit jaar niet in maart. Wel in de eerste week van april en dat is dan nog aan de vroege kant.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen