Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan Filadelfia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan Filadelfia

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openbaring 3:7-13

Een deur geopend
U kunt de naam van christen dragen en het niet zijn, zo zagen wij bij Sardis. Dan bent u niet in waarheid hoe u heet. In Filadelfia vindt u mensen die Joden heten, maar ze zijn het niet. Ze zijn een synagoge des satans, net als in Smyrna. Christus is wel in waarheid zoals Hij heet. Zijn Naam openbaart Zijn wezen. Hij is de Heilige, de Waarachtige, vers 7. Dit zijn namen die in het O.T. veelvuldig worden toegeschreven aan de Heere. Zo openbaart Zich de Heere in het N.T. in Christus. Zo openbaart Christus Zichzelf aan Filadelfia. Hij is heilig en waarachtig, zowel in Zijn beloften als in Zijn bedreigingen. Maar ook toont Hij Zich als de soevereine Heere. Hij heeft de sleutel Davids. Hij opent en niemand sluit. Hij sluit en niemand opent. In Jesaja 22 leest u hoe Eljakim de sleutel van het huis van David op zijn schouder gelegd kreeg. We lezen dat hij zal opendoen en niemand zal sluiten en dat hij zal sluiten en niemand open zal doen. Dat Christus de sleutel Davids heeft, wijst erop dat Hij de hoogste positie heeft in Gods Koninkrijk. Hij heeft de sleutel van de gemeente waarvan David en zijn huis een voorbeeld waren. Dat is ter bemoediging. Hij gebruikt Zijn sleutelmacht om de deur van het Evangelie te openen, vers 8. Er zal niet alleen gelegenheid zijn tot Evangelieprediking, er zal ook daadwerkelijk vrucht zijn op de prediking. U leest dat in vers 9. Knechten van satan worden aan de gemeente gegeven. Dat betekent dat zij bekeerd worden en in geloof de Zaligmaker omhelzen. De felste vijanden van de gemeente, Joden die geen Joden zijn, worden broeders in het geloof. Dat is werkelijk een groot wonder van genade als gevolg van de geopende deur die Christus geeft.

Het verachte verkoren
Ondertussen valt het op dat Christus Filadelfia geen verwijten maakt, hoewel Hij haar werken kent. Ook haar beste werken zullen toch onvolkomen zijn en met zonde besmet. Toch bemoedigt Hij haar vooral. Hij weet dat ze maar weinig kracht heeft, vers 8. Waarschijnlijk bestond de gemeente voornamelijk uit mensen van lagere klassen. Ze had weinig invloed in Filadelfia. Filadelfia was trouwens in Asia toch al geen aanzienlijke plaats. Maar het is Christus’ kracht die in haar zwakheid wordt volbracht. Het is van weinig belang of een gemeente groot is en invloedrijk. Het zijn niet vele wijzen of machtigen of edelen die God uitverkiest. Hij verkiest het onedele der wereld. Hij verkiest zelfs leugenachtige Joden om ze tot Zijn kinderen te maken. Zij zullen komen en voor de voeten van de gemeente aanbidden (een oosterse gewoonte) en bekennen dat Hij haar liefheeft, vers 9.

In verzoeking bewaard
Christus bemoedigt Zijn gemeente nog meer. Hij zal hen bewaren uit de ure der verzoeking, vers 10. Er staat niet: van de verzoeking. Het Grieks geeft aan dat de gemeente niet gespaard wordt voor verzoeking, maar wel dat zij in de verzoeking niet door Christus zal worden losgelaten. De reden die Christus daarvoor noemt, is dat de gemeente Zijn Evangelie heeft bewaard, aangeduid als het Woord Zijner lijdzaamheid. Het is een reden die uit Christus Zelf genomen is, omdat Hij gewilligheid en bekwaamheid schonk om Zijn Evangelie te bewaren. Het Evangelie openbaart Christus’ onvoorstelbare geduld en volharding tot in Zijn bittere kruisdood. Zo wordt de gemeente opgeroepen met geduld en volharding Christus te volgen, ook in de grootste verzoeking. Het zal een verzoeking zijn die heel de bewoonde wereld treft. U kunt dan denken aan de tienjarige vervolging onder Trajanus, die we ook genoemd hebben bij Smyrna.

Een drievoudige heerlijkheid geschonken
Tegen Efeze en Pérgamus sprak Christus dat Hij bij onbekeerlijkheid haastig zou komen ten oordeel. Ook tegen Filadelfia zegt Hij dat Hij spoedig komen zal, vers 11, maar niet ten oordeel. Het is tot aansporing om te houden wat de gemeente heeft: lijdzaamheid, volharding, genade. Ze moet er voor waken dat niemand haar kroon, eigenlijk haar overwinningskrans, wegneemt. De kroon duidt ook hier waarschijnlijk het eeuwige leven aan. Daarop doelt de overwinning in vers 12: ‘Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods.’ Op een pilaar moet een gebouw kunnen rusten. Mensen vol van genade, wijsheid en standvastigheid zijn pilaren binnen de kerk. De kanttekenaren zeggen het zo: ‘Ik zal hem maken tot een pilaar in de gemeente der uitverkorenen van mijn God, die hier wordt opgetimmerd en hiernamaals in den hemel zal verbouwd zijn.’ U kunt denken aan de twee kolommen in Salomo’s tempel, Jachin en Boaz. Zij dienden als versiersel en vastigheid. Jachin betekent: hij zal bevestigen; Boaz: in hem is sterkte. Deze pilaren werden door de Chaldeeën uit de tempel weggevoerd. Maar dit zal niet gelden voor de pilaren in de gemeente der uitverkorenen. En hij zal niet meer daaruit gaan. In het Grieks wordt hier een sterke dubbele ontkenning gebruikt om de volle zekerheid ervan aan te geven. Zij ontvangen een drievoudige, hemelse heerlijkheid, voorgesteld door drie Namen Die op de pilaren worden geschreven naar het voorbeeld van de eretitels die geschreven werden op de kolommen in Salomo’s tempel, namelijk: 1. de Naam van Zijn (namelijk Christus’) God ten teken dat zij Gods eigendom zijn; 2. de naam van het nieuwe Jeruzalem, ten teken dat zij burgers zijn geworden van het hemelse Sion dat eens in volle heerlijkheid uit de hemel zal neerdalen; 3. Christus’ nieuwe Naam Die Hij als de verhoogde Kurios bij Zijn hemelvaart ontving ten teken dat zij delen in Zijn overwinning en onderdanen zijn geworden van Zijn Koninkrijk. Christus spreekt nadrukkelijk over Mijn God en over de Naam Mijns Gods. Hiermee geeft Hij de onverbrekelijke band aan tussen Zijn Vader, Zichzelf en de Zijnen, zoals Hij sprak tegen Maria: ‘Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader en tot Mijn God en uw God’, Joh. 20:17. Tenslotte sluit ook deze brief af met de oproep om te horen wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Gespreksvragen

1. In Filadelfia werden, door Gods genade, bittere tegenstanders toegevoegd aan de gemeente die zalig wordt. Wat leert ons dit over onze houding ten opzichte van hen die ons tegenstaan? Wat leert ons dit over het werk van zending en evangelisatie als het gaat om een geopende deur van het Evangelie? Waarom is zending wezenlijk voor het bestaansrecht van de kerk? Hoe is uw houding en bewogenheid ten opzichte van uw onverloste medereiziger naar de eeuwigheid? Hoe krijgt een juist besef van zending concreet gestalte in uw leven en in de gemeente?
2. God heeft het dwaze der wereld uitverkoren opdat Hij het wijze beschamen zou. Kunt u daar voorbeelden van geven uit de Schrift? En uit de kerkgeschiedenis? Waarom zou de Heere bij uitstek het verachte en dwaze uitverkiezen?
3. Waarom is de verwachting van Christus’ wederkomst een aansporing voor de gemeente in Filadelfia? Gods uitverkorenen ontvangen een nieuwe naam. Kunt u voorbeelden uit de Schrift noemen van mensen die een nieuwe naam ontvingen? Denk eens na over de rijke betekenis van de ambtsnaam ‘Christus’, over Zijn Naam ‘Jezus’. Weet u wat ‘Adonai’ betekent? En ‘Heere’, ‘HEERE’, ‘Heere Sebaoth’?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Aan Filadelfia

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 2005

Kerkblad | 12 Pagina's