Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lief dagboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lief dagboek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dinsdagavond, 3 september '96 en precies twee weken na mijn dertiende verjaardag. Het beste cadeau wat ze bedenken konden, dat ben jij. Ik blader al je nieuwe mooie en blanco bladzijden door en ik geniet!

„Daar kun je al je problemen in kwijt", zei mijn oudste zus Eefje toen ze jou aan me gaf. Nou, mijn leven is tot nu toe probleemloos. Ik ben een vrolijke meid volgens iedereen en ik zie al gauw ergens de humor van in. Heel gauw zelfs, dit tot ergernis van pa. Maar dat is wel te begrijpen want pa en mam zitten tot over hun hals in de narigheid. Pa heeft niet zo erg veel reden meer om te lachen. Sinds hij vorig jaar definitief arbeidsongeschikt (wat een woord!) is verklaard, is het leven hier thuis wel een beetje anders geworden. Wij zijn met acht kindertjes, ik ben op twee na de oudste. Het moet allemaal een beetje zuiniger, zegt mam heel monter, maar ik snap best wel dat ze geldzorgen hebben, je maakt mij niks wijs.

En verder, allerliefste vriend, zo noem ik je, ben ik vandaag voor de eerste keer naar de mavo geweest. Gelukkig dat mijn twee vriendinnen Inge en Lianne bij mij in de klas zitten. Het is reuze gezellig, dat begon al op de fiets. De meiden reden te dicht bij elkaar en terwijl Inge omgedraaid op haar fiets met mij zat te praten, haakte Lianne met haar stuur in dat van Inge. O, ik zie het opnieuw helemaal voor me en ik zou ter plekke weer de slappe lach krijgen. Niet te zeggen, zo elegant en soepeitjes Inge een boog door de lucht beschreef, in de zachte, groene berm belandde, om daarna de dijk een eindje af te rollen. De hele groep had het gewoon niet meer, we lagen echt in een deuk. Op school maakten we kennis met onze mentor en kregen we ons rooster en een agenda. De klas lijkt wel geschikt, op een paar meiden na. Ik duik nu eerst mijn bed in. Dag hoor.

6 sept. Geduldig ben je wel, geen mens zal je dat verbeteren. Ik heb wel een geduldig blad papier nodig want er is in die paar dagen onwijs veel gebeurd. Omdat ik straks naar opa's verjaardag moet, zal ik het kort maken.

Ik begin maar bij het ergste, die meiden uit mijn klas. De belangrijkste heet Alice. Ze ziet er oogverblindend uit. Knap gezicht, mooi blond kopje haar en heel duur gekleed.

Oililly rokken enzo, je kent dat wel. In groep acht hadden we ook zo'n mooi kind. Nou is het erg fijn als je ouders het kunnen betalen, maar met Alice ben je nog niet klaar. Ik heb gezien hoe ze binnen een week de helft van de klas om haar vinger windt, ze loopt en staat nooit alleen. Vanmorgen stond ze met haar hofdames bij het hek, schitterend pakje aan, zag ik meteen. Zij zag mij ook. Ze kreeg opeens zo'n wreed lachje toen ze met een snelle blik naar mijn fiets keek. „Fiets van je moeder geleend? " O, die stem, die ogen... wat haatte ik haar plotseling. Al die meiden lachten zich slap, kun je net begrijpen. Nu is mijn woede gezakt en voel ik me zo verdrietig. Pa kwam zo blij met deze fiets thuis in de vakantie, je kunt bijna niet zien dat hij tweedehands is, misschien is het model wat ouwelijk.

ja, als je erop let... Pa had er heel veel moeite voor gedaan, hij wilde niet dat ik op mijn ouwe brikje naar de nieuwe school zou gaan. Nee, ik vertel niets tegen ze. Die lieve schatten.

20 sept. Lief dagboek, ik heb je schromelijk verwaarloosd. Als je me kon zien, zou je me niet meer terug kennen. Ik ben heel somber. Heel down. En ik heb niemand om mee te praten want thuis mogen ze er niets van weten. Van die narigheid op school. Bah, bah en nog eens bah. Morgen gelukkig zaterdag, daar fleur ik zowaar een beetje van op.

Het is niet alleen Alice die me niet mag. janneke en Mieke kunnen er ook wat van. Ik heb gemerkt dat zij het alleen omzichtiger doen dan Alice. Achter je rug kletsen ze over je, en in je gezicht doen ze poeslief, snap je?

Het is gekomen na die fietsopmerking. Toen ben ik heel geremd gaan doen tegen Alice. Een paar dagen later had ze het over mijn rokken. Lapjes van de markt, noemde ze die lachend.

Ach mam, lieve mam. Ik heb zoveel respect voor haar. Tegen pa doet ze altijd opgewekt, de kleintjes kleedt ze zo eenvoudig mogelijk en voor haar drie oudsten naait ze, soms tot laat in de avond. Lapjes van de markt! Het is nog waar ook, mam en Eefje en ik hebben ze in de vakantie voor een prikje gekocht. We waren er trots op. Wie naait er voor dertig gulden twee wijde, lange rokken? Maar weet je wat er aan mankeert? We dragen er een veel te goedkoop shirt op en de kleren hebben geen merk. Ze hebben het onder elkaar steeds over merken. Een beetje shirt of trui met uiteraard precies de goede kleuren (mijn kleuren zijn natuurlijk volgens hen de meest foute!) draagt een merkje van Lapagayo en met Oililly maak je het helemaal. Ze plagen je niet echt met je kleren, maar ze bezorgen je een mislukt, vernederend gevoel. Het is gewoon snert en nu stop ik want ik zit zowaar te huilen. Raar he?

Woensdag 2 oktober. Ik kan ook al nergens anders meer aan denken dan aan kleren, of ik het wil of niet. je zult maar in zo'n klas zitten. Met angst zie ik mijn wintergarderobe voor me. Gelukkig dat Eefje haar spijkerrok aan mij heeft overgedaan. Met die rok zit ik goed. Alice keek er naar en zei er niets van. Sindsdien draag ik hem bijna iedere dag. Mam begint argwaan te krijgen, ik moet dus verschrikkelijk goed oppassen. Ze mag er niets van weten. Gisteren zag ik het echt helemaal niet meer zitten.

janneke zei tegen Mieke dat ze me zielig vond. Ik loop er altijd zo eenvoudigjes bij, je kunt zien dat ik er een van de acht bent. Dan besteed je niet zoveel aandacht aan de kleren van je kinderen...!

Dat ving ik helaas op en ik werd zo wildwestwoedend! Ik duikelde bijna van mijn stoel en stoorde me niks meer aan De Lange.

„Weet je wat zielig is? ", brieste ik in hun oren, „als je doet alsof je leven van een merkje op je kleren afhangt. Dat is pas zielig!"

„Nou zeg", bemoeide tante Alice zich ermee, „doe niet zo jaloers. Kun je het niet hebben dat wij gewoon een veel betere kijk op kleren hebben? "

Ik wou haar net eens goed de waarheid zeggen, toen De Lange zich ermee bemoeide en ons met straf ging bedreigen, jaloers. Dat woord dreint in mijn hoofd. Ben ik jaloers op hen? Sommige kleren zijn vreselijk mooi. Die lange strokenrok van Oililly van Alice, ja, die is werkelijk gaaf. Toch wil ik helemaal niet jaloers zijn op die vervelende portretten. Toen ik thuis kwam, zat pa naar buiten te staren. Mam deed ietsje zenuwachtig, ik vroeg haar in de keuken fluisterend wat er was en hoorde dat pa voor de zoveelste keer een negatief antwoord op een sollicitatiebrief heeft ontvangen. Hij is afgekeurd voor zijn rug maar mag wel zittend werk doen. Helaas wil niemand hem hebben en nu zit hij zo in de put.

Hij is pas vijftig en het is zo doelloos voor hem om geen werk te hebben. Veel mensen snappen het niet dat hij zoveel thuis zit en vragen waarom hij niet iets aanpakt. Maar ik begrijp het nu wel. Dat verdrietige, mislukte gevoel zit in je keel gekropt en zorgt er voor dat je de zon niet meer ziet schijnen. Wat een wijsheid voor een dertienjarige, he? Opgedaan binnen vijf weken mavo onderwijs. Refo nog wel!

9 oktober, lieve vriend, als ik alles niet aan jou kon schrijven zou ik helemaal raar in mijn hoofd van narigheid worden. Nu ben ik ook mijn twee vriendinnen kwijt. Beiden hebben een trui van Jackpot en hebben zich aangesloten bij de merkenclub. We fietsen nog wel met elkaar mee en ruzie maken we niet. Toch is er iets tussen ons gekomen. Zij vinden Alice een gaaf kind en ik kan haar gewoon niet uitstaan met haar snerende opmerkingen.

Toen ik in een nieuwe trui verscheen (een merkloze) vroeg ze glimlachend of het een uitverkoopje was. ledereen lachen, natuurlijk. O, ik kan er niet meer tegen. Ik vecht steeds op school met mijn tranen en van het leren bak ik ook niets meer. Ik zal wel zorgen dat ik op het vbo terecht kom, dan ben ik van deze misselijke meiden af.

Zaterdagavond, heel laat. Bijna zondag, maar ik kan toch niet slapen. Ik ben zo vol vanbinnen, het is allemaal zo wonderlijk. Waar moet ik beginnen?

Je weet dat pa nu wel heel erg diep in de put zat en ma was aan het eind. Zo kort en nerveus.

Vanavond kregen we de oude Boon op visite. Dat is een heel lieve man. Een bekeerde man. En het is fijn om naar hem te luisteren; je wordt er zo door aangestoken als hij vertelt van de liefde van de Heere. Hij heeft eerst een poos alleen met pa gesproken. Je zag pa gewoon een beetje opknappen. Het zijn eigenlijk twee dikke vrienden, maar als pa zo in het donker leeft, merk je niet zo dat hij de Heere vreest, vind ik. Op het eind van de avond kon hij eindelijk weer eens praten. Ik bedoel: over de Heere. En die lieve oude man vertelde ons, de vier oudsten, hoe de Heere het waard is om gediend te worden. En hoe! Ik werd zo jaloers op hem. Alle zorgen van school raakten op de achtergrond. Nee, je hoeft niet jaloers te zijn op uiterlijke dingen, dat gaat voorbij. Dat lees je honderd keer, maar nu

weet ik het opeens zeker. Ik voel het nu zo echt, die man laatje voelen dat de Heere er werkelijk is!

De Heere te kennen en lief te heb-

ben...! En voordat ik ging slapen, heb ik gebeden of de Heere me wil helpen Hem te zoeken. Of Hij me wil helpen op school als ze me zo'n waardeloos min gevoel bezorgen met hun dure kleren. Er bovenuit wil tillen. Er is niets van de Heere bij als je jezelf zo duur mag kleden van je ouders en dan op anderen neer kijkt. Ik zie nu opeens zo duidelijk hoe erg dat eigenlijk is. Al je aandacht en je tijd er in te stoppen. O Heere, mag ik zo teer blijven vanbinnen, want mijn hart is zo boos, zo boos. Leer mij hoe ik U moet dienen.

Donderdag, 10 oktober, lief dagboek. Er is een wonder gebeurd. Mijn vriendinnen zijn weer goed met me. Samen maken we weer huiswerk en op z'n tijd strafwerk. Samen lachen we weer, ook in stilte om dat getob over dure kleren. Alice kwetst maar. Het is goed. Net op tijd heeft mijnheer Boon mij laten zien dat het leven doelloos is zonder de Heere. Ik heb het allemaal tegen de meiden verteld. We kunnen daar fijn over praten. Is dat geen gebedsverhoring? Dat we weer goed zijn? Dat ze niet bij Alice lopen te roddelen over mij? Nou ja, dat hebben ze niet gedaan, maar ik liep in de pauzes toch mooi in mijn eentje. En ze zijn het met me eens, dat het dragen van mooie kleren niet het einde is. Ze hebben me verteld, dat Alice een heel ongezellig thuis heeft met twee werkende ouders, vandaar die dure kleren natuurlijk.

Nu ik niet meer zo verdrietig ben, durf ik alles wel tegen mam te zeggen. Jij bent een geduldige luisteraar geweest, maar eens lekker met je moeder te kletsen als er niemand bij is, dat is nog veel fijner.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1996

Daniel | 40 Pagina's

Lief dagboek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1996

Daniel | 40 Pagina's