Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN AANTAL VAKKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN AANTAL VAKKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONDERWIJS

(2)

Het vak Nederlands

In het voortgezet onderwijs wordt in alle klassen les gegeven in onze moedertaal. Nederlands is het enige wettelijk verplichte examenvak. Begrijpelijk, als we bedenken dat 80% van de communicatie tussen mensen verloopt via de taal.

Onze samenleving zou ondenkbaar zijn zonder het zeer verfijnde communicatiemiddel dat we taal noemen. Het voornaamste doel van taalonderwijs is echter niet de onderlinge communicatie te bevorderen, maar te komen tot het verstaan van Gods Woord.

De Heere komt tot ons in het gewaad van Zijn Woord. Hij openbaart in Zijn Woord Wie Hij is. Om te verstaan, wat we lezen, is weliswaar de bediening van de Heilige Geest nodig. Die wat verborgen is, ontdekt (het deksel wegneemt). Het middel waardoor God tot ons komt is evenwel het Woord. Om verstandelijk dat Woord te begrijpen, is taalonderwijs nodig. In de dienst aan God neemt de taal een vooraanstaande plaats in. In gedachten (ons menselijk denken is in hoge mate van ons taalvermogen afhankelijk), woorden en werken hebben we Gods eer te beogen en moet de bede van ons hart zijn: Laat U mijn tong en mond en 's harten diepste grond toch wel behaaglijk wezen. Ook in de samenleving is taal een onmisbaar medium. Om dat middel goed te hanteren is gestructureerd onderwijs nodig. Het is overigens opvallend dat vierjarigen de belangrijke regels van de grammaticale structuren al beheersen, zonder enige vorm van onderwijs. Bij de werkwoordvormen maken ze nog veel fouten, maar wat de woordvolgorde betreft (onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp, enz.) maken ze complete volzinnen. Deze schone gave van God moet verder ontwikkeld worden. Op de basisschool vormt taalontwikkeling een belangrijk onderdeel van het schoolwerkplan. Het voortgezet onderwijs bouwt daarop verder. We onderscheiden schriftelijke en mondelinge taalvaardigheden. Beide zijn voor een toekomstig beroep onontbeerlijk. Er is haast geen beroep denkbaar waarbij de taal nagenoeg buiten beschouwing blijft.

Onderwaardering

In het voortgezet onderwijs wordt het moedertaalonderwijs door de leerlingen niet zo gewaardeerd. Ze hebben het idee dat de aandacht die aan lezen, luisteren, schrijven en spreken besteed wordt, jammer van de tijd is. Om dit misverstand uit de weg te ruimen, moet de zin van het taalonderwijs duidelijk gemaakt worden. Nu bestaan er over de waarde van bepaalde taaionderdelen verschillende meningen. Het is hier niet de plaats om daar diepgaand op in te haken. We volstaan met het omstreden onderdeel grammatica. Sommigen zouden dit lastige onderdeel radicaal willen afschaffen, omdat het verworden is tot foeQes en het steriel analyseren van zinnen en woordsoorten. Op onze scholen wordt tamelijk veel aandacht besteed aan ontleden, omdat we van mening zijn dat grammatica inzicht geeft in de structuren van de eigen taal en het onderwijs in vreemde talen erdoor ondersteund wordt. Vanaf de basisschool tot de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs wordt veel tijd gestoken in het aanleren van de juiste speUing. Ten dele is dat juist, omdat de spelling het gewaad van onze taal is. Toch moeten we bedenken dat spelling slechts berust op afspraken over de schrijfwijze. Iemand die veel spelfouten maakt, hoeft het niet te ontbreken aan taalgevoel.

Onderzoek

Vanuit het bedrijfsleven wordt steen en been geklaagd, dat jongeren (ook academici) niet meer kunnen schrijven (lees: spellen). Een grootscheeps peilingsonderzoek in 1989 vanuit het Cito in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam wees uit dat de meeste leerlingen (3e klassers van LBO t/m VWO) geen moeite hebben met spelling. Wel springen ze slordig om met de interpunctie (komma's e.d.) en hebben ze moeite met het invullen van formulieren.

Verder blijkt meer dan een kwart van de leerlingen niet te voldoen aan de minimale eisen die gesteld worden bij de mondehnge taalvaardigheid, m.a.w. de spreekprestaties vallen hard tegen. Óp school proberen we de uitdrukkingsvaardigheid te vergroten door groepsgesprekken, spreekbeurten (ouderhulp bij de voorbereiding kan heel zinvol zijn) en discussies. Bij de discussie wordt niet alleen gelet op de juiste formulering maar ook op correcte luisterhouding. Luisteren is nl. een ingewikkeld zeefproces. De instelling van de luisteraar bepaalt mede hoe een boodschap uitgelegd wordt. Zitten we vol met vooroordelen of hebben we respect en vertrouwen in wat de spreker zegt?

De conclusie van bovengenoemd onderzoek bevat een licht verwijt aan de 450 deelnemende docenten, dat ze te veel frontaal lesgeven, te lange monologen houden, te veel nadruk leggen op schriftelijk taalgebruik (stijloefeningen, teksten, opstellen). We zijn het met de onderzoekers eens dat er meer aandacht besteed moet worden aan het mondeling taalgebruik. In de samenleving blijkt telkens weer het belang van een goede uitdrukkingsvaardigheid. Denk maar aan sollicitatiegesprekken, verkoopgesprekken, teambesprekingen, allerlei overlegsituaties, telefoongesprekken, gesprekken in de collegiale sfeer, tussen ouders en kinderen, enz.

Gebruikte methodes

Op onze reformatorische scholen gebruikt men verschillende taalmethodes. Geen van alle is op christelijke leest geschoeid. De gangbare methodes behandelen onderwerpen over sport, echtscheiding, vrouwenemancipatie en amusement zeer eigentijds. Dat heeft z'n bezwaren. Te denken valt aan het soms ruwe woordgebruik, aan stuitende illustraties, aan het uitstralingseffect van sommige teksten en aan het gemis van bijbels gefundeerde teksten. Anderzijds brengen deze methodes ons wel in aanraking met wat er rondom ons gebeurt. Een aantal teksten geven de leerkrachten unieke kansen om met de klas eens te praten over de glitter en glamour die de wereld najaagd en daartegenover het geluk van Gods volk.

De vele docenten Nederlands op onze reformatorische scholen hebben nog geen kans gezien een eigen methode op de markt te brengen. Met name de predikanten Golverdingen en Meeuse hebben, terecht, meermalen aangedrongen op het schrijven van eigen methodes. Toch is de vraag gewettigd of het zinvol is zoveel tijd en energie te steken in het vervaardigen van een methode die in het reformatorisch onderwijs aanvaardbaar zou zijn. Alleen als alle scholen zich loyaal opstellen en ten volle bereid zijn mee te werken biedt zo'n opzet kans van slagen. Pogingen hiertoe zijn tot op heden gestrand. Ouders die kritiek hebben op bepaalde teksten of taaluitingen doen er goed aan contact op te nemen met de school. Sommige van onze scholen gebruiken de methode 'Taalactiviteiten', waarbij enige inbreng door reformatorische docenten mogelijk bleek. Bij gebrek aan beter is met deze methode redelijk te werken. Voor literatuur hebben de meeste scholen naast 'neutrale' lesboeken vaak eigen lesmateriaal in gebruik. Bij dit onderdeel hopen we in een volgende bijdrage apart stil te staan.

Capelle aan den IJssel,

B. Agteresch.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1990

De Saambinder | 12 Pagina's

EEN AANTAL VAKKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1990

De Saambinder | 12 Pagina's