Gedachten over Psalm 119 vs. 30.
Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uwe rechten beb ik mij voorgesteld.
Vs. 30. „Ik heb verkoren den weg der waarheid- Uwe rechten heb ik mij voorgesteld." Dat weet Gij toch, Heere, •wat de keuze van mijn hart is, geen anderen weg te gaan dan den weg des geloofs, en hoe ik geene rust kan hebben, tenzij Gij zegt: Ik zal maken, dat hun werk in waarheid wezen zal. Het moet waarheid in Jesus, waarheid in het binnenste, waarheid voor U zijn, wat ik beoog, denk en doe.
Wees mij dan genadig en bevestig mij in deze keus, opdat ik mij niet door mijne ïjdelheid en de ijdelheid der menschen, die Uw regeeren niet kennen, ook niet zien willen, mjj verder van liet geloof op U niet late afhouden.
Heere, Gij zijt de God mijner zaligheid, mijn Heere, en de Heer van alles, wat ik ben en heb, wat ik denk, schik en doe. — Gij weet, wat ik mij heb voorgesteld tegen alles, wat mijn vleeseh en wat de wereld voor rechten houd, waarnaar men zich zou te schikken en te voegen hebben, — het zijn Uwe rechten, volgens welke Gij mijn Heere en Koning blijft, en naar Uwe genade, onverdiende goedheid en eeuwige wijsheid alles voor mij daargesteld en uitgericht hebt; — het zijn Uwe rechten, dat ik bij Uw Woord mag blijven, en het voor eiken dag aan U mag overlaten, hoe Gij mij en al het mijne te behandelen en te regeeren U voorgenomen hebt; — het zijn Uwe rechten, die Gij ons geeft, dat wij U loven en op U vertrouwend wachten, gelijk geschreven staat: „Zingt vroolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob! Heft eenen psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit: — want dit is eene inzetting in Israël, een recht van den God Jakobs." (Ps. 8 1 : 2 , 3, 5.)
(Wordt vervolgd.)
Gods lof is ware medicijn
En stilt de zorg en boezempijn;
Neem deze medicijn ter hand,
Verdrijf daarmede uw onverstand
En traagheid, om uw God te loven;
Drijf zoo het loome hart naar boven!
Ai maak met al wat in u is
Op nieuw u 's Heeren gunst gewis!
En leer eens al Zijn vorige daan
Met stillen ootmoed gadeslaan.
Gij wilt van 't vorige nog wat weten:
Al wil dan niet Zijn gunst vergeten.
Belijd Zijn overgroot geduld, —
En hoe Hij alle zonde en schuld
Uit groote ontferming u vergaf;
U kwijtschold de verdiende straf;
En waar gij niets meer had te hopen,
Met eeuw'gen prijs u vrij kwam koopen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888
Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888
Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's