Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schetsen uit Oostenrijk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schetsen uit Oostenrijk.

(Vervolg van schetsen in no. 14).

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het liefelijke Scharten, de oudste Evangelische gemeente vanOber-Österreich (sedert het edict van tolerantie), twee uur van Eferding, werd op het onverwachtst een spoor van 't verleden gevonden. Daar bergt het nederige bedehuis, zonder klokken noch toren, in eene kleine boekenverzameling eenen Bijbel in groot folio, in wit perkamenten, gepersten band, waarop 22 borstbeelden van reformatorische mannen nog zichtbaar zijn, gedrukt in het jaar 1583 te Frankfort «/a Main bij Johannes Feijrabend. Dit was de huisbijbel van Heer Erasmus I I, den Oudere, van Starhemberg, waarin deze op bladen oud stevig schrijfpapier, die vroeger vóór in den Bijbel waren gebonden, met eigen hand van 1598- 1631 zijne familiekroniek heeft opgeteekend. Nu liggen die bladen, waarvan er zeker vier ontbreken, los in den Bijbel, de verbleekte inkt en hun gehavende toestand maken do ontcijfering moeieljjk, toch zjjn zij nog altijd belangrijk genoeg om het stilzwijgen van den vader van den tegenwoordigen Vorst niet te begrijpen, toen hem in der tijd door den predikant van Scharten schriftelijk deze Bijbel met de aanteekeningen tegen een eenvoudige kroonluchter voor het Protestantsehe kerkje werd aangeboden. Een oude boer,-wiens naam binnen in den omslag is opgeteekend, heeft den Bijbel aan de kerkbibliotheek gebracht: toch is het niet waarschijnlijk, dat dit zware boek in den lnatsten boerenkrjjg van 1G32 werd gestolen (zooals men zegt). Met sierlijke trekken staat in den omslag de naam vermeld van een lateren bezitter: Pranciscus Joseph comes ac dux a Stahreinberg (geb. 1682; gest. 1742).
Voor Oostenrijks Protestanten zijn deze opteekeningen belangrijk. Niet alleen kan menige fout bij den geschiedschrijver van het huis Starhemberg, den Kanunnik Johannes Schwerdling, er door worden verbeterd, maar de vele edele namen, er in vermeld, spreken meest van latere bannelingen, die Raupach niet in zijne Presbyteriologie heeft opgenomen, zoodat men nu 14 Efei'dinger predikanten bij name kent.
De eigenaardige, trouwhartige taal en de willekeurige spelling kan men niet weêrgeven. liet Iloogduitsch is nog op Luther's Bijbelvertaling geschoeid, maar toch niet meer zóó kernachtig als in de eerste helft der 16de eeuw.
Vrijheer Erasmus, de Oudere, (geb. 1575; gest. 1648) is de achter- kleinzoon van Heer Bartholomeus, die, evenals zijn zoon Erasmus I, in ijverige briefwisseling stond met Dr. Luther. Ondanks het herhaalde scherpe verbod van koning Ferdinand liet deze zijnen zoon Heinrich (de vader van o n z e n Erasmus) in Wittenberg studeeren, alwaar hij den eeretitel van rector magnificus der hoogeschool verkreeg. Hij stierfin 1576, zoodat Erasmus zijnen vader niet heeft gekend. Zjjne moeder, Magdalena, Vrouwe van Lamberg tot Sauenstein, hertrouwde in 1577 met Heer Gabriel Strein, Heer van Schwarzenau, zoodat Erasmus met zijn ouderen broeder Reichardt en zijne twee zusters wel op het kasteel Strein zijne opvoeding zal genoten hebben. Na gesloten overeenkomst met zjjn' broeder, nam Heer Erasmus in 1593 bezit van het slot en de stad Eferding. Hij was de laatste Protestantsehe Heer dier heerlijkheid, keizerlijk landdrost en afgevaardigde der Staten. In 1594 brak in het land boven de Enns de lang gevreesde boerenopstand uit, ten gevolge der steeds meer drukkende leenheerlijke lasten, en der onderdrukking van de Protestantsehe religie. De burgers van Eferding lieten tegen don wil van hunnen Heer de boeren bezit nomen van hunne stad, zoodat Erasmus met zijn broeder en zwager Ilanns Wilhelm von Zelking in 1595 Eferding met geweld van wapenen weder moest innemen. De aantocht van het in Oostenrijk invallende Turksche heil' bracht de gemoederen slechts korten tijd tot bedaren. Nauw was de Sultan weder naar Constantinopel teruggekeerd, of de opstand begon opnieuw, en kon eerst in 1597 gedempt worden. In 1597 gaf Erasmus aan de stad Eferding nieuwe stadrechten, waarvan het laatste artikel aldus luidt: „Ten slotte zij het de dure plicht van den schout en der leden van den Raad, een christelijken levenswandel te leiden, de dagelijksche gebedsbijeenkomst niet te verzuimen, Gods Woord op zon- en feestdagen aan te hooren en de school te steunen en te bevorderen "
Men had vele eischen der boeren toegestaan, maar de vervolgingen der Protestanten door keizerlijke Commissarissen bleven steeds voortduren. Zoo werd onze Heer Erasmus in 1600 door keizer Rudolf II naar Praag geroepen, omdat hij de willekeurige sluiting der kerk zijner heerlijkheid Ottensheim had opgeheven, en een Lutherschen predikant aldaar had aangesteld. Hij werd in Praag gevangen gehouden, totdat hij het ontslag van dien predikant had onderteekend.
In 1601 werd Erasmus met nog zeven andere Heeren van den Heeren- en Ridderstand naar Weenen geroepen, wegens de hernieuwde invoering der Evangelische godsdienstoefening in de kerk van het huis der Staten te Linz, en door harde bedreigingen van straffen aan lijf en leven genoodzaakt, die weder op te heffen.
Deze harde vervolgingen brachten de ontevredene wereldsche Staten van het land boven de Enns er hoofdzakelijk toe'om den aartshertog Matthias met geld en troepen te steunen, toen deze zich tegen zijnen broeder, keizer Rudolf II verhief, en hem in Praag in 1608 tot het verdrag noodzaakte, waarbij Matthias koning werd van Hongarije, aartshertog van Oostenrijk beneden en boven de Enns, markgraaf van Moravië en troonopvolger in het koninkrijk Bohemen.
Uit dankbaarheid onderteekende koning Matthias den 19de" Maart 1609 eene resolutie, waarbij aan den adel en aan de landsvorstelijke steden en marktplaatsen in Oostenrijk de uitoefening van den Protestantschen godsdienst werd toegestaan.
Ondanks de velerlei listige en openbare schendingen van dit verdrag, genoot toch het land tot aan den dood van keizer Matthias eene betrekkelijke rust. Maar toen in 1619 keizer Ferdinand 1 uit de Stierische linie aan do regeering kwam, toen wezen de Evangelische Staten van Oostenrijk elke poging tot minnelijke schikking van de hand, en weigerden de huldiging aan dien vorst, wiens haat tegen het Protestantisme reeds vroeger al te droevig uit de wreede Contra-reformatie in zijne erflanden was gebleken.
Onze Heer Erasmus was lid eener deputatie aan Bethlen Gabor, den machtigen gereformeerden Grootvorst van Zevenburgen (Siebenbiirgen) en sloot met dezen een verbond (1619). Daar deze vorst onder de opperheerschappij der Turken stond, zoo huldigden door dit verbond Oostenrijks Protestanten de leus onzer Geuzen: Liever Turksch , dan Paapsch! Maar alle gewapende weerstand, ook van Bohemen en Moravië, werd den 3dc" November 1620 bij de nederlaag aan den Witten Berg: bij Praag gebroken, en nu werd het schoone land boven de Enns zwaar geteisterd door de Beiersche troepen, die reeds vroeger onder hertog Max van Beieren bezit van het aartshertogdom hadden genomen. Van 1621 —1628 bleef het land aan Beieren verpand. Den 20st0" Maart 1621 werd Erasmus von Starhemberg met andere edellieden in hechtenis genomen, en op den keizerlijken burcht te Linz gevangen gezet. Na lange onderhandelingen verklaarden de Staten zich in 1624 eindelijk bereid tot onvoorwaardelijke onderwerping. Daarop verscheen in 1625 het Patent van vergiffenis^ de goederen echter dergenen , die van deze begenadiging werden buitengesloten, bleven aan den keizer vervallen: en dit was mede het lot van Heer Erasmus von Starhemberg. Nu werd, vooral ten platten lande r de Roomsch-katholieke eeredienst met bijzondere gestrengheid weêr ingevoerd (1625). Dit verwekte onlusten, en eene onmensclielijke wraakneming van den Beierschen stedehouder von Ilerberstorff deed den felsten boerenkrijg ontbranden, dien Oostenrijks Geschiedenis kent (1626). Eene der drie groote legerplaatsen van het heir der boeren was Eferding. Vandaar rukten zij ouder hun merkwaardigen aanvoerder Stephan Tadinger i), die zich opperbevelhebber noemde der Christelijk-Evangelische Armada, tot voor de poorten van Linz. Bij het beleg dezer hoofdstad des lands werd Tadinger doodelijk gewond. Na zijn dood gelukte het aan den beroemden veldheer Pappenheim de boeren te verslaan In 1627 werd aan Erasmus von Starhemberg, uit bijzondere genade des keizers, de teruggave zijner verbeurdverklaarde goederen verzekerd, daar, mede door zijne bemoeiingen en onderhandelingen, de boeren tot onderwerping waren gebracht. Heer Erasmus was echter door den boerenopstand diep in schulden geraakt; toen dus de keizer herhaaldelijk decreteerde, dat de edelen hetzij de Roomsch-katholieke religie weder aannemen, of hunne goederen verkoopen en het land verlaten moesten, en alle smeekingen slechts eenig uitstel bewerkten, verkocht Erasmus in 1630 de stad en den burcht Eferding aan zijn voornaamsten schuldeischer: den Heer von Tiill, en trok in 1631 naar Ortenburg in Beieren. (Wordt vervolgd.)

1) Op zijue krijgsvaandels stond dit merkwaardig lied:

„Weil's gilt die Seel' und auch das Blut,
So geb' uns Gott ein Heldenmuth.
Es muss sein!
Vam baierischen Joch und Tyrannei
Und seiner grossen Schinderei
Mach' uns, o lieber Herr Gott, frei!
Weil es denn gilt die Seel' und Gut,
So gelt's auch unser Leib und Blut!
Gott, gib uns einen Heldenmuth!
Es muss sein!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Schetsen uit Oostenrijk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's