Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opvoedkundige grondstellingen bij het oude Israël.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opvoedkundige grondstellingen bij het oude Israël.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het licht der openbaring scheen van alle volken het eerst voor Israël. Ten gevolge daarvan onderscheidde zich Israël zeer belangrijk van de Heidenen. 1) Het huwelijk was overeenkomstig de Goddelijke instelling eene monogamie (d. i. de man had niet meerdere vrouwen, maar ééne). Gen. 2: 18—24; Ps. 128. 2). Kinderen zijn eene gave en een zegen van God; men kan er niet genoeg hebben. Gen. 24: 16; Ps. 127: 3, terwijl de Heidenen voor veelheid van kinderen vreezen. De Hebreen waren zich bewust kinderen voor het Rijk Gods op te voeden. 3). Het te vondeling leggen van kinderen, bij de Heidenen zoo gewoon, was in Israël onbekend, en het wordt als een gruwelijk gebod van Faraü in Exod. 1 aangemerkt. 4). Ook de slaven behoorden tot de familie, en de Wet bevorderde hun voortdurend blijven in de familie Exod. 21: 5. Zij werden vriendelijk behandeld. Het Sabbatsgebod geeft acht op de slaven. 5). De familie staat hooger dan de Staat, 'en in de familie neemt de vrouw de haar toebehoorende plaats in. Spreuk. 31.
De vrouw was één vleesch met den man. Gen. 2: 24. De moeders der koningen worden uitdrukkelijk genoemd. 6). Het begrip van barbaar (uitdrukking voor vreemdeling bij de Heidenen) ontbreekt. Men heeft ook den vreemdeling lief te hebben. Wij bevinden ons in eene geheel andere wereld, wanneer wjj uit het land der Heidenen in Palestina komen.
Dit komt ook der opvoeding ten goede. Wjj vinden bjj liet volk Israël dezelfde verschijnselen, vooral als bij de Grieken en Romeinen, namelijk deze: zoolang het wezen des volks niet was aangetast, zoolang was ook de opvoeding eene betrekkelijk betere en eenvoudige. Eerst later, toen het verderf zich had uitgebreid, verhief men, hetgeen aanvankelijk in allen eenvoud beoefend werd, tot ideaal. Dit ideaal jaagde men dan n a , evenals de zieken de gezondheid, zonder het te bereiken Dit najagen vervalt dan weldra tot lachwekkende overdrijving, zoo voornamelijk bij het volk Israël. — Wij hebben twee perioden te onderscheiden. In de eerste ziet men, hoe de Israëlitische kinderen zeer eenvoudig overeenkomstig het in het volk levende beginsel werden opgevoed. De opvoeding was eene zuiver huiselijke, zij was eene taak der familie. Deze periode loopt tot de verwoesting des tempels (588 voor Chr.). De tweede periode toont ons de opvoeding als voorwerp van het streven en van het ideaal, hetwelk men moet najagen, zonder hetzelve te bereiken. Dit najagen wordt dan eene karikatuur. Deze periode loopt van den terugkeer uit Babel, 536 vóór Chr. tot 500 na Chr.
1e Periode.
Wij vinden reeds in het Oude Testament duidelijke sporen, dat opvoeding beoefend werd. Boven alles waren kinderen een zegen van God. Ps. 127: 3; Job 5: 25; Ps. 128. Na acht dagen werd het kind onder dankzegging der ouders besneden, en daardoor werd het onder het bondsvolk opgenomen. De moeders voedden zelve hare kinderen. De dag der spening was een groote feestdag voor de familie en had eerst na twee of drie jaren plaats. Gen. 2 1 : 8 . Bij de aanzienlijken werd de zorg aan bepaalde voedsters overgelaten, die eene eervolle plaats bekleedden in de familie; 2 Sam. 2 : 4 ; 2 Kon. 10: 5.
In het gewone leven deelt de vader met de moeder de zorg voor de kinderen. In Deut. 1: 31 wordt God de Drager van Israël genoemd. Wanneer de kinderen grooter waren geworden, dan werden zij in allerlei dingen, noodig voor hot leven, onderwezen. Wij weten uit Exod. 35 : 25, dat er bekwame vrouwen in Israël waren, welke met de hand werkten en den tabernakel bereidden. De moeders bestuurden deze opvoeding en onderwezen ook in zang, hetwelk de kinderen Israëls goed verstonden en beoefenden, als zij ouder werden, 1 Sam. 18: 6—8. De zonen hielpen hunnen vaders bij den veldarbeid. Buitendien leerden zij lezen en schrijven en voornamelijk muziek en dans; 1 Sam. 16: 18; Richt 21: 20; Klaagl. 5: 14. De kinderen speelden vrij en vroolijk op de straten, Zach. 8 : 5. De kinderen oefenden zich door spel in liet harden van het lichaam, Zach. 12.
Het voorbeeld van David toont ons, hoe vaardig de zonen waren, om met den slinger hunnen tegenstander te treffen; 1 Sam. 17: 41. In elk geval werden zij ook vroegtijdig geoefend in het hanteeren der wapenen. Duizende en tienduizende strijders kon Israël stellen. Bij gelegenheid van de verordening van het Paasclifeest wordt opgedragen, om de kinderen van 'dit feest te vertellen, Exod. 12: 26; 13: 14.
Bij het allergrootste feest wordt aan de kinderen gedacht.
De onderwijzing geschiedde niet in het algemeen, op koude dogmatische wijs, maar door het voorbeeld der vaderen. Op levendige wijs werd den kinderen ingeprent, hetgeen de vaderen gedaan hadden, en wat God gewrocht had tot redding Zijns volks.
De geheele plechtigheid leende er zich toe, om de opmerkzaamheid van de kinderen op te wekken. De vader vertelt hun alle omstandigheden, onder welke de uittocht had plaatsgehad.
Eveneens drong het Loofhuttenfeest in het gemoed der kinderen.
Om de zeven jaren ging de familie naar Jeruzalem, de plaats van de arke des verbonds. Eene groote vroolijke volksmenigte schaarde zich om den tempel. Hier waren groote gestoelten opgericht, van welke de priesters de Wet voorlazen. Dus ook bij het Loofhuttenfeest wordt met de opvoeding gerekend.
Dit grootsche schouwspel moest den geest der kinderen opwekken en hun voor hun leven een diepen indruk geven.
Buiten deze aanwijzing van openbare mededeeling aan de kinderen vinden wij geen spoor van school of paedagogische inrichting. Het onderwijs was in huis aan den vader en de moeder overgelaten, Ps. 78: 34. De geheele symbolische inrichting van den godsdienst noodzaakte tot onderwijzing, want zonder deze was de plechtigheid een dood gebruik. Yoorts drong de geschrevene Wet aan op lezen en schrijven, want de studie der Wet was boven alles geboden; men had haar immers aan de deurposten te schrijven, Deut. 6: 5. IIet gebod: Eert uwen vader en uwe moeder! staat aan het hoofd van alle plichten ten opzichte van den naaste. Wie vader óf moeder vloekt of slaat, moet den dood sterven, Exod. 21: 15—4 7. Het gebod Gods gaf aan de opvoeding den noodigen steun. De vader was, om zoo te zeggen, de God der kinderen. Hoe de moeders zich met de opvoeding bezig hielden, toont Spreuken 6: 20 cn 31 : 1. — Een boek van geschrevene openbaring maakte het volk Israël met het hoogste en eenig noodige bekend. Met het leeren dezer heilige dingen begint meu zeer vroeg. De geschiedenis van Samuël geeft ons een voorbeeld aan. Hanna begon het onderwijs te huis. Later werd de knaap aan den priester Eli overgegeven, en deze leerde hem, hetgeen hem lot een heraut van een nieuw tijdperk maakte. Men heeft ook de vereeniging der profeten voor zulk eene school gehouden; dat was zij echter in de eerste beteekenis niet. — David behoorde tot zoodanige vereeniging van profeten, ook Saul en zijne knechten weten en beoefenen hetgeen in deze scholen beoefend werd. 1 Sam. 19: 20. Scholen waren het eigenlijk niet, liet waren door den nood opgerichte vereenigingen in de woestijn.
Later heeft Josafat vorsten en Levieten in het land rondgezonden. Deze onderwezen Juda uit het Wetboek des Heeren, dat zij medebrachten, 2 Chron. 17: 9. In de Spreuken van Salomo hebben wij daarenboven nog een boek voor vaders en moeders. Uit de Spreuken van Salomo kan men paedagogische wijsheid leeren. Herhaald komt de vermaning voor, om naar vader en moeder te hooren, Spreuk. 13: 1 en 14: 1. De roede speelde eene groote rol, Spreuk. 13: 24; overal wordt het gebod, om vader en moeder te eeren, aan het hoofd gesteld, hetgeen alle voorrechten aan de ouders gaf. Spreuk. 28: 24; 30: 17 en 20: 20. Somwijlen lag het onderwijs ook in de hand van aanzienlijke profeten. David was opgeleid door Samuël. En zoo worden wij veel schoons gewaar betreffende de opvoeding, en zien, hoe het wezen des volks eene goede opvoeding waarborgde. (Wordt vervolgd )

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 mei 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 4 Pagina's

Opvoedkundige grondstellingen bij het oude Israël.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 mei 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 4 Pagina's