Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ware Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ware Kerk.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij waren volhardende in de leer der Apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. Hand. 2 : 42.

Het Pinksterfeest, dat weer in de Christelijke Gemeente is gevierd, predikt ons, dat de Heere God door en in Zijnen Zoon Jesus Christus Zich op deze aarde eene Gemeente des Nieuwen Verbonds heeft verkoren, in welke Hij door Zijnen Geest wil wonen met Zijne genade, gerechtigheid en waarheid, — dat er alzoo eene heilige tempel, een geesteljjk huis, eene ware Christelijke Kerk op aarde is gesticht. Yan eeuwigheid voorgekend, in het Paradijs ontvangen in de moederbelofte, leefde die Gemeente in Israël verborgen, en trad op den eersten Christelijken Pinksterdag in alle heerlijkheid te voorschijn, — en wij aanschouwen de vervulling van hetgeen de Profeten dienaangaande voorspeld hebben. Of is de profetie van Ezechiël van „ééne kudde en éénen Herder", en van „die schoone stad, wier naam zal zijn: de Heere is aldaar" of de profetie van Zacharia van „den nieuwen tempel", nog niet vervuld ? (Ezech, 48 : 35 ; Zach. 6:12.)
Eeuwen lang hebben groote mannen, wijze Schriftgeleerden den volke gepredikt, dat de vervulling daarvan nog te wachten is; men heeft geleerd van en geijverd voor eene herstelling aller dingen, — een duizendjarig zichtbaar rijk van vrede en heerlijkheid, een uitwendig zuiveren Staat en zuivere Kerk! Doch, aldus de Heilige Schrift uitleggende naar de wijsheid en kunst deiwereld, heeft men te vergeefs gewerkt, en men ziet in zijne hooge geleerdheid voorbij , is blind voor datgene wat slechts hij aanschouwt, wiens oog eenvoudig is. Om wat „nieuws te zeggen en te hooren", is men van het Woord Gods, van de eenvoudigheid der waarheid afgeweken. Wie echter door God geleerd, door den Heiligen Geest onderwezen is, vindt ten dezen de vervulling van het Profetische getuigenis in hetgeen in het Boek van de Handel, der Apostelen geschreven staat. De profetiën van Ezechiël en Zacharia bedoelen toch geene u i t e r l i j k schoone stad, geenen z i c h t b a a r heerlyken tempel, maar de uitlegging geeft een Apostel des Heeren, als hij aan de Gemeente schrijft: „Gij z ij t gekomen tot de stad des levenden Gods, tot het. hemelsche Jerusalem." (Hebr. 10: 22.)
Het is alles naar Geest te verstaan. Die stad, dit huis, deze tempel is g e b o u w d op, en wordt samengehouden door den grond- en hoeksteen, dien de bouwlieden verworpen hebben. Het is de Kerk van Christus, de Kerk des Nieuwen Verbonds, de w a r e K e r k , de Gemeente Gods, Zijn geestelijk huis, waar Hij met Zijn Woord en Zijnen Geest woont, waarin allen, clie er toe behooren of nog toegebracht worden, vergeving van zonden, vrede en zaligheid bezitten in het geloof Jesu Christi.
Wij hebben dan niet op de toekomst te wachten, maar op te merken wat voor oogen is, aanschouwende de heerlijkheid der waarheid, de belofte Gods, vervuld in hetgeen wij van de eerste Christelijke Gemeente lezen: zij w a r e n v o l h a r d e n d e in de l e e r der A p o s t e l e n , en in de g e m e e n s c h a p , en i n de b r e k i n g des b r o o d s en in de g e b e d e n . Zie, hier was éénheid des geloofs, der hope en der liefde, de gemeenschap der heiligen.
Van waar kwam dat ? O, de Heilige Geest woonde liier, die allen te zamen vereenigde door het oprechte geloof in den Heere Jesus Christus. Deze éénige Heere en Heiland, Verlosser en Zaligmaker, was hun aller schat, hun hoogste goed, hun eenige roem en eere; eigen naam en eigene vroomheid hadden zij verloren en zoo, in eenigheid des waren geloofs, beroemden zij zich in den Naam van Jesus Christus , „den Heere onze gerechtigheid". Uit God geloovig, wedergeboren door den Heiligen Geest en Zijner gaven deelachtig, hadden zij geen roem en steun in hunne bekeering, in hun geloof, in hunne geestelijke kennis, maar i n h e t W o o r d , in de l e e r e C h r i s t i; daarom volhardden zij in de leer der Apostelen , die door den Heer der Gemeente gesteld waren tot getuigen van Zjjn Woord der genade en waarheid, en zoo werden zij als levende steenen gebouwd op het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jesus Christus is de uiterste hoeksteen.
De leer der Apostelen nu is eene l e v e n d e leer, welke in gerechtigheid voor God stelt; eene zaligmakende leer, waarbij men getroost leven en sterven kan. Zij predikt van den menseh geene goede dingen , maar alles goeds van den Ileere Heere.
Op den eersten Christelijken Pinksterdag was voornamelijk Petrus haar tolk, toen hij het volk h u n n e z o n d e en s c h u l d , en G o d s g e r e c h t i g h e i d en b a r m h a r t i g h e i d in C h r i s - t u s J e s u s verkondigde. Zij getuigt: Gij, mensch, hoe hoog gij ook staat, en wat gij u ook inbeeldt met al uwe vroomheid en heiligheid, met al uw moeten en kunnen, uw willen en loopen, met heel uwen godsdienst, — gij mensch zijt een nietsdeugende voor God, gij hebt het bedorven en bederft het alles, maar in den Heere alléén is het heil, de zaligheid, het leven.
Christus Jesus geldt alleen , en de zaligheid is in geenen anderen, Hij is ons geworden wijsheid van God en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing. Wie roemt, roeme in den Heere. (1 Cor. 1 : 30, 31 ; Hand. 4 : 12. Lees voorts Rom. 3 : 22, 33; Efez. 2: 8 — 10; 1 Petr. 2 : 4—10.) Ziedaar de hoofdsom der Apostolische leer, — het is het Evangelie Gods, dat den armen mensch, wien de Heere wil behouden hebben, uit zijnen diepen kuil, de diepte zijner verlorenheid uitrukt en hem op eene rots, op den eeuwigen Rotssteen stelt, — dat den door God ontledigden zondaar vervult met alle heilsgoederen in Christus Jesus, doende de Heilige Geest hem putten uit de volheid Christi ook genade voor genade, zoodat hij, in zichzelven niets hebbende, leven en overvloed heeft in den Heere Jesus. . In deze leer nu waren zij volhardende, daarvan weken zij niet af; zij was het fundament en de vastigheid der Gemeente. En uit deze leer vloeide de „ g e m e e n s c h a p " voort, n.1. de broederlijke liefde, om in ongehuichelde liefde voor elkander te leven, in alles elkander te dienen en te steunen, met elkander te lijden, te hopen en zich te verblijden, om onderling bevestigd en opgebouwd te worden in het allerheiligst geloof, — en zoo ook de b r e k i n g des b r o o d s tot sterking des geloofs en der liefde, het samenkomen aan den disch des Heeren, om Zijnen dood te gedenken, waarin ons leven is, opdat alzoo de naar genade hongerende en dorstende ziel met Christus' gekruiste lichaam en vergoten bloed gespijsd en gelaafd zij ten eeuwigen leven. En daarmede verbonden was het g e b e d , het gemeenschappelijk gebed, waarin de Gemeente hare nooden den Heere klaagt, en wederom Hem prijst voor Zijne genade en trouw, voor Zijne hulpe en redding. Zoo vloeide „de gemeenschap en de breking des broods en de gebeden" voort uit de leer der Apostelen. Dat alles had men. wanneer men in die leer volhardde. Hoe heerlijk! niet waar? J a , wèl heerlijk staat ons hier de nieuwe tempel, het huis Gods, de Gemeente des Heeren, de Kerk Christi afgebeeld. Dat is de ware Kerk.
Maar ach , waar ter wereld treft men haar nu nog aan ? Of is zij toch nog op aarde? Zij i s er n o g h e d e n . De eerste Christengemeente, bestaande uit die honderd en twintig, van welke wij Hand. 1 lezen, èn van die drie duizend zielen, èn van die dagelijks toegedaan werden tot de Gemeente, die zalig werden, — of het met haar ook gegaan is door zonde, zwakheid, ellende, lijden en druk, door bloed en trainen van wege do vijanden des Heeren — zij juicht reeds lang voor den troon Gods en des Lams, dat haar kocht met Zijn bloed. De Gemeente echter, de Kerk des Nieuwen Yerbonds, zooals zij prijkt in de gerechtigheid liaars Konings en versierd is met Zijne gaven, — is niet van de aarde verdwenen. Al hebben de duivel en de wereld niets onbeproefd gelaten, en laten zij ook heden niets onbeproefd, om de Gemeente uit te roeien en te verderven — nochtans staat zij tot op dezen dag. Hoe ook in den loop der eeuwen de Kerk van Christus naar het zichtbare scheen ten ondergegaan te zijn, haar Heere en Koning heeft haar telkens weer gered en hare vijanden te schande gemaakt.
Wat is de grond daarvan? Ligt deze in de Gemeente zelve, in hare wijsheid of kracht, in hare heiligheid of trouw ? Neen, nogmaals neen! maar de Heere Christus leeft, Zijn Woord is waarachtig, en Zijne getuigenissen zijn zeer getrouw, de H e i l i ge G e e s t is g e b l e v e n . Voor driehonderd jaren zong Luther: „Christus houdt Zijn Kerk in stand, dies mag de hel vrij woeden", en wij nu? Ja, al schijnt het, naar hetgeen voor oogen is, ons toe, alsof de heerlijkheid van de eerste Christen-gemeente te vergeefs gezocht wordt, toch, wij mogen er staat op maken, dat, wat Luthers lied betuigt, waarachtig is en blijft, want het is de getuigenis des Woords en der belofte Christi.
Ten allen tijde heeft de Heere God dat volk op aarde gehad, waarvan geschreven staat: „Welzalig is het volk, dat het geklank kent; o Heere! zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen. Zij zullen zich den ganschen dag verheugen in Uwen Naam, en door Uwe gerechtigheid verhoogd worden" (Ps. 87: 16 —18). Of de vijanden het op hun val toeleggen, en, bet schijnt te gelukken, —- nochtans het zal niet geschieden, zegt d e s H e e r e n W o o r d , hetwelk niet gebroken kan worden. Wat Hand. 2 : 42 geschreven staat, geldt nog heden van de Gemeente Gods, van de Kerk van Christus, en zal van haar blijven gelden tot aan de voleindiging der wereld. Maar hierop komt het aan: Zij w a r e n volh a r d e n d e in de l e e r d e r A p o s t e l e n . Waar die leer niet is, en men daarin niet blijft, daar is ook niet de gemeenschap, de broederliefde, ook niet het Avondmaal des H e e r e n , ook niet het gebed, dat Gode aangenaam is door Jesus Christus. Alleen, waar de leer der Apostelen is, daar woont God, daar woont de Heere Jesus Christus, daar woont de Heilige Geest. Wie dan vraagt naar de w a r e K e r k, hij zoelte haar niet in eenen zichtbaren tempel, niet in uiterlijke heerlijkheid, in eene soort duizendjarig zichtbaar vrederijk en wat daarop gelijkt, — maar hij vrage: is hier de leer dei- Apostelen, ken ik die leer, heb ik haar lief, en volhard ik daarin? En zoo kome een iegelijk, wien het om het Koninkrijk Gods, om gerechtigheid en waarheid te doen is, met waarachtige klacht over eigene zonde en schuld dagelijks tot den Heere, leggende met een verbroken hart zijne zonden op het Lam Gods, — in dezen weg alleen zal hij vrede hebben. De duivel en de wereld doen al het mogelijke, om van de leer der Apostelen af te houden en af te brengen; en ach, ons arglistige, verkeerde en zwakke, ongeloovige en onstandvastige hart is zoo spoedig van den eenvoud en de vastigheid der waarheid Christi afgebracht. Wat raad? Welzalig hij, die al zijne kracht en hulp alleen van den Heere verwacht. De Heere Christus leeft, Hij zorgt, Hij behoudt en behoedt.
Hij is de Held, die verlossen kan en zal uit allen nood en dood. Hij heeft overwonnen duivel, wereld en alle heische machten. Onder alle verval en afval, allerwege en op elk gebied, blijft des Heeren woord staan: do p o o r t e n der h e l z u l l e n M i j n e G e m e e n t e n i e t o v e r w e l d i g e n.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

De ware Kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's