Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verklaring van Psalm 147: 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verklaring van Psalm 147: 3.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hunne smarten.

Het Evangelie Gods is toch waarlijk eene blijde boodschap; het brengt troost en vrede, belooft hulpe en redding, geeft moed en sterkte; o, het is vol van woorden der genade en des eeuwigen levens. Waar de Heilige Geest in de Gemeente met Zijne vertroostingen komt, daar worden psalmen gezongen in den nacht, — in den nacht van zonde, zwakheid, nood en druk; daar looft men den Iieere: „Hij geneest degebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hunne smarten."
Een gebroken hart is het tegenovergestelde van een hard, trotsch hart, dat niet buigt voor den Heere , dat zich aan Zijn Woord niet onderwerpt. Wie gebroken is van hart, heeft allerlei smarten, welke de hoovaardige mensch niet kent; hij is gewond, doorwond; hij is krank, doodkrank. Wat heeft hem zóó gemaakt? Des Heeren Woord, des Heeren Geest.
Elk mensch heeft van nature een hard, onverbroken hart, en hij kent geene wonden, dan welke hij zelf genezen kan. Waar echter des Heeren Woord aangrijpt, daar wordt de mensch hoe hard hij anders ook is, gebroken, verslagen en verbrijzeld; daar wondt de Heere zóó, dat er van 's menschen zijde geen heelen mogelijk is. De mensch wordt ontdekt aan zijne zware zonde en schuld, aan zijne diepe ellende en geheele verlorenheid. Och, daar ligt de hoogmoedige, sterke man in het stof, machteloos terneder. Zichzelven redden, zichzelven zaligen, dat leerde hij kennen als een voor alle vleesch onmogelijk werk; zijne bedorvene zaken herstellen, dat kan hij niet meer.
Het licht is hem opgegaan, dat dit 's Heeren werk alleen is; doodelijk gewond, ongeneeslijk door eenige menschelijke kunst moet hij sterven. Wat nu? is er nog uitkomst? Alle proef der eigene, van 's werelds wijsheid, vroomheid en kracht is nutteloos. Toch, er is heeling, genezing; hulpe is besteld bij den Heere. Wie is die Heere? De Heere Jesus zegt: „de Geest des Heereu Heeren is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om eene blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte." (Jesaia 61 : 1.) En zoo spreekt deze Herder Israëls: „Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken (Ezech. 34: 16). De Heere Jesus Christus, de Geliefde Gods des Vaders, is die Arts, die Geneesheer. En hoe geneest Hij ? Volkomen. Het moge ook pijn doen, in Zijne handen is geen enkele lijder onherstelbaar; hoe doodkrank, onder Zijne behandeling is alle gevaar geweken.
„Ik ben de Heere, uw Heelmeester", zegt Iljj tot Zijne kranken. En zulks doet Hij alléén; alle menschelijke hulp staat Hem maar in den weg. — Hoe heeft Hij de macht tot die genezing verkregen? Naar Zijne eeuwige liefde heeft Hjj die verworven door Zijn bloed en Zijne striemen in ons vleesch. —
Hoe past Hij die toe ? Door Zijn Woord en Geest. — Maar , als Hij verbonden , geheeld en genezen heeft, moet men dan verder zichzelven helpen en bewaren ? Geenszins; zonder Zijne voortdurende zorg en Zijn blijvend toezicht loopt men elk oogenblik gevaar , om weer in te storten en toch een buit des doods te zijn. Vanwaar komt dat? Omdat wij zóó zwak zijn, en onze doodvijanden, duivel, wereld en ons eigen vleesch zóó machtig, dat wij zonder den Heere Jesus Christus moeten omkomen. Wat raad dan ? Wel, levenslang onder Zijne behandeling blijven; o, Hij zelf houdt naar Zijne trouw ons bij Zich, onder de heerschappij Zijner genade en macht. Naar deze Zijne liefde doorwondt Hij de Zijnen zóó, dat zij nooit zonder Hem kunnen ; en i n II e m hunne oprichting en genezing hebbende, ontvangen zij een hart en mond om Zijnen lof te vertellen , om Zijnen Naam te roemen, te getuigen dat Hij alléén het alles gedaan heeft en doet. En wanneer zij naar Zijnen wil het ziekenhuis hier beneden verlaten, dan brengt Hij hen daar, waar geene krankheid, geene wonden, geen nood en dood meer kunnen kwellen. Hallelujah!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

Verklaring van Psalm 147: 3.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's