Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdstuk IV. De Paltsische of Heidelbergsche Catechismus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdstuk IV. De Paltsische of Heidelbergsche Catechismus.

Caspar Olevianus, naar zijn leven en werken voor de Gemeente Gods.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Blijkens het boven aangehaalde schrijven van Olevianus, was de invoering van den gereformeerden eeredienst reeds zoozeer in Heidelberg gevorderd, dat men nauwelijks zulk eene aanvankelijke uitkomst had kunnen verwachten. Onder de predikers zeiven heerschte de grootste overeenstemming; zij werden door eenen gemeenschappelijken ijver aangevuurd, om de gereformeerde leer te verbreiden. Dat was evenwel elders dikwijls nog niet het geval. Nog werden op het land en in verscheidene steden de catechismussen van Luther, Brenz, Heszhus en anderen gebruikt, en er heerschte groote willekeurigheid in de kerkelijke plechtigheden. Om daaraan een einde te maken en overeenstemming ten aanzien van de leer in het geheele keurvorstendom te bereiken, besloot de godvreezende Keurvorst eenen algemeen geldenden Catechismus te laten bewerken. Dezen arbeid nu droeg hij op aan Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus.
Een leerboek zouden zij opstellen (zooals de Consistoriaalraad O. Theleman in Detmold terecht heeft opgemerkt) met beslist gereformeerde belijdenis, dat voor lagere en hoogere scholen evenzeer bruikbaar moest zijn. Hunnen arbeid ging de Keurvorst zelf op het nauwkeurigst na en liet het daarbij aan zijne raadgevingen en opmerkingen niet ontbreken; want hij beschouwde den Catechismus tegelijk als zijn werk. De reeds geruimen tijd bestaande gereformeerde catechismussen, inzonderheid die van a Lasco en de Geneefsche, werden als grondslag tot dat werk aangenomen. Toch draagt, zooals Kluckhohn treffend schrijft, liet voltooide werk naar inhoud en vorm een volstrekt zelfstandig karakter en stelt al het vroegere in de schaduw. Reeds meer dan eens kwam de vraag ter sprake, wie wel het grootste aandeel aan het opstellen van den Catechismus zou gehad hebben. De bouwstof er toe heeft in de Latjjnsche taal de geleerde Ursinus met alle naarstigheid bijeengebracht; de verdeeling in drieën en den voor het volk verstaanbaren, afgeronden vorm heeft de Catechismus echter aan Olevianus te danken. Dat springt zeer duidelijk in het oog bij zeer vele vragen, wanneer wij het oog vestigen op latere geschriften van Olevianus, als: zijnen „Boeren-catechismus", zijnen „Vaste Grond" en ook zijne in het jaar 1563 gehoudene „Leerredenen over het heilig Avondmaal". Ook is de opvatting van het genadeverbond, dat naar aanleiding van den Brief aan do Romeinen, aan het leerboek van Heidelberg tot grondslag dient, een onmiskenbare hoofdtrek van de theologie van Olevianus. Wij zullen derhalve wel niet dwalen, wanneer wij, met volle erkenning van de verdienste, die aan Ursinus toegekend moet worden, het er voor houden, dat de Duitsche bewerking van den Catechismus van Olevianus afkomstig is.
In deze meening worden wij versterkt door de jongste navorschingen van Ds. Krafft, die met nadruk doet uitkomen, dat wjj aan Olevianus den Duitschen vorm van den Catechismus te danken hebben, en dat Ursinus in zijne talrijke (nog niet in druk verschenen) brieven nooit van dezen als z i j n e n Catechismus gewaagt. Nog voor het einde van 1562 was de Catechismus gereed en werd den naar Heidelberg samengeroepen Superintendenten en den voornaamsten leeraren des lands op eene algemeene Synode tot onderzoek en goedkeuring voorgelegd. Verreweg de meerderheid stemde er mede in, waarop in Februari 1563 de eerste druk met eene voorrede van den Keurvorst (gedateerd 19 Januari) in het licht verscheen. In die voorrede heet het o. a.: „Aangezien nu beide christelijke en wereldlijke ambten, regeering en huishouding anders niet bestendig behouden worden; opdat ook tucht en eerbaarheid en alle andere goede deugden mogen toenemen en versterkt worden; opdat de jeugd dadelijk bij den aanvang en vóór alle dingen tot de zuivere en ook gelijkvormige leer des Heiligen Evangeliums en tot rechte erkentenis Gods aangehouden en daarin gestadig geoefend worde: zoo hebben wij het voor hoogst noodzakelijk geacht ook hierop, als op het gewichtigste stuk onzer regeering, behoorlijk het oog te vestigen, de onjuistheid en ongelijkheid af te schaffen en de hoognoodige verbetering aan te brengen. Dienovereenkomstig hebben wij met raad en toedoen van onze gansche theologische faculteit alhier, en wijders van alle Superintendenten en de voornaamste Dienaren der Kerk, een samenvattend onderricht of Catechismus van onzen christelijken godsdienst uit het Woord Gods, beide in de Duitsche en Latijnsche taal, doen opstellen, opdat voortaan niet slechts de jeugd in kerken en scholen in de zoodanige christelijke leer godzalig onderwezen en eenpariglijk daarbij bepaald worde, maar dat ook de predikers en schoolmeesters zeiven eenen vasten en zekeren vorm en zekere maat mogen hebben, hoe zij zich in het onderwijs der jeugd zullen houden, en niet naar hun welgevallen dagelijks veranderingen in den zin krijgen of strijdige leer invoeren."
In de eerste uitgave van den Catechismus, die in 1864 door Wolters in den oorspronkelijken vorm werd uitgegeven, zijn de vragen nog niet genummerd; ook ontbreekt daarin de 80s te vraag over de Paapsche Mis. Pas in den tweeden druk, die eenige weken na den eersten verscheen, is zij op uitdrukkelijke beschikking van den Keurvorst ingevoegd geworden. De titel van dit leerboek echter luidt: „Catechismus of Christelijk onderricht, gelijk dat in kerken en scholen van de keurvorstelijke Palts gegeven wordt."
In April 1563 zond Oleviauus een Latijnscli exemplaar van den Catechismus aan Calvijn. Ook Bullinger deed hij een exemplaar toekomen. „Zoo er in denzelve", zoo schrijft hij aan laatstgenoemde, „klaarheid en duidelijkheid gevonden worden, zoo hebben wij zulks voor een goed deel aan u en aan de schitterende talenten der Zwitsers te danken. De eere evenwel komt Gode alleen toe. Br zijn hier niet maar de gedachten van éénen man, doch de gedachten van vele vrome mannen bijeengebracht. — Ik verlang zeer uw oordeel te vernemen. Waarlijk, onze vorst predikt met dit boekske velen koningen en vorsten, dien hij ook met eigen hand brieven er bij -geschreven heeft. Het Evangelie wordt terecht met een mosterdzaad vergeleken. De Heere geve Zijnen zegen. Amen." [Zie dien Brief No. 24 van ons Zondagsblad.]
Geen boek, de Heilige Schrift uitgenomen, is in zoovele talen overgezet en zoo verspreid geworden , als dit kleine boek , dat nog in onze dagen , nadat het door de laatste Nationale Synode van Dordrecht in 1619 tot een algemeen gereformeerd belijdenisgeschrift verheven werd, bijna door alle evangelische Christenen van gereformeerde belijdenis in Europa, Noord-Amerika en verder over den ganschen aardbol met den grootsten zegen gebruikt wordt. Ja, deze Catechismus is een band geworden, die de Gereformeerden van alle landen meer of minder met elkaar verbonden heeft. Is hij ook in Duitschland helaas in onze dagen — behalve in eenige gereformeerde Gemeenten in de Darmstadtsche provincie Starkenburg, in den Elzas en in Rijn-Pruisen, die voorheen tot de Keurpalts behoorden, — een vreemdeling geworden, toch heeft hij elders, ook binnen het verband der Unie, menige verovering gemaakt en is evenzeer van de zijde van meerdere onbevooroordeelde Lutheranen de verdiende waardeering niet uitgebleven. Wat nochtans dit boek, naast zijn uitwendig aanzien, eene blijvende waarde geschonken heeft, is voor alles in zijn i n n e r 1 ij k gehalte te zoeken. Iiet was bovenal, getuigt Dr. Ullmann, de wezenlijke schrifmatigheid van den inhoud , de voortreffelijke indeeling der stof, de kernachtige gedrongenheid der taal en de uit elk woord uitstralende diepe ernst van overtuiging, waardoor het boek de kracht zijner beteekenis en werking in zich droeg. Nemen wij als voorbeeld slechts de eerste vraag en het eerste antwoord van den e e n i g e n t r o o s t i n l e v e n en i n s t e r v e n , in welke naar kern en geest reeds de geheele Catechismus begrepen is. — Wat heeft dit niet gewerkt! Voor hoevelen is dat getuigenis niet de levende stem van liet geloof huns harten en de liefelijkste uitdrukking van de belijdenis des nionds, de leidstar in het leven en de troost op het doodsbed geworden! En dat alles slechts door de in dat antwoord inwonende triomfeerende macht der christelijke waarheid en zekere geloofsverwachting, uit kracht van welke deze weinige regelen naast het hoogste en voortreffelijkste gesteld moeten worden, dat over het algemeen ooit op het gebied van evangelische leer en christelijke belijdenis te voorschijn gekomen is." En Dr. Kohlbrügge zegt: „Onder al de door de Gereformeerde Kerk aangenomene leerboeken is er geen, waarin deze groote waarheid zoo zeer uitgesproken is, als in dit boek, — deze waarheid namelijk: dat een mensch zalig wordt, zonder dat hij zelf iets daartoe bijdraagt, uit loutere vrije genade door Christus, en dat voor het gansche leven des geloofs, der heiliging, der goede werken, — voor alles, Christus zoowel de Omega als de Alpha is, zoowel de Laatste als de Eerste; dat aldus de mensch in het stuk der zaligheid ten volle en ganschelijk overschiet en het uitsluitend een werk is van almachtige genade." (Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

Hoofdstuk IV. De Paltsische of Heidelbergsche Catechismus.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's