Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdstuk V. De goede krijgsknecht van Jesus Christus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdstuk V. De goede krijgsknecht van Jesus Christus.

Caspar Olevianus, naar zijn leven en werken voor de Gemeente Gods.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar licht is, daar is ook schaduw, en waar Christus Jesus verkondigd wordt, daar wordt tot den huidigen dag toe ook Zijn woord vervuld : Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Dat ondervonden ook de opstellers van den Heidelbergschen Catechismus en de overige leeraren en predikers der hoofdstad met den Keurvorst Frederik. Met het besproken leerboek werd nu de grondslag gelegd, waarop de verdere opbouw der Kerk van de Keurpalts kon volbracht worden. Immers, indien de leer niet in de lucht zou blijven zweven, zoo was men toch wel genoodzaakt, ook den zichtbaren vorm, in welken zij hare levenskracht zou kunnen openbaren, in het leven te roepen Dat geschiedde nu door eene nieuwe kerkorde, aan welke Olevianus met zijn organiseerend talent het meest heeft gearbeid. Nog in November 1563 werd zjj ingevoerd. Niet slechts vinden wij daarin de terzijdestelling van alle bijgeloovige ceremoniën, maar tegelijkertijd de volledige vaststelling der gereformeerde kerkelijke gebruiken en instellingen, onder welke de invoering van predikatiën over den Catechismus alle Zondagnamiddagen.
Daardoor is ook deze orde de maatstaf geworden voor alle latere kerkorden in de onderscheidene Duitsche Staten. In het volgende jaar kwam eene regeling der kerkeraden, opgesteld door den kanselier Dr. Christoph Ehem. Na het ontslag van de Luthersche predikanten uit Heidelberg en van den Generaalsuperintendent Heszhus (1560) was een voorloopige kerkeraad aangesteld geworden, in welken de Bohemer Wenzel Zulegor voorzitter was, en waarin ook later Olevianus opgenomen werd.
Nu verkreeg die kerkeraad meer uitgebreide bevoegdheid en het karakter van een bestendig college, hetwelk, uit rechtsgeleerden en godgeleerden samengesteld, volstrekt zelfstandig de leiding der Kerk van nu af ter hand nam, terwijl tot dien tijd op het voetspoor van andere vorsten de Keurvorst ze bestuurd had. Deze autonomie of zelfregeering der Kerk door eene van den Staat onafhankelijke corporatieve vertegenwoordiging was in de komende dagen der vervolging het bolwerk, dat de gereformeerde Kerk van de Palts voor ondergang bewaarde. Te midden van al den arbeid, dien zulke veelbeteekende nieuwe inrichtingen hun op de schouders gelegd hadden, als: de zuivering der kerken van papistische overblijfselen, altaren, doopvonten, beelden en dergelijke, werden de Heidelbergsche theologen, vooral Olevianus en Ursinus, met den Keurvorst van meer dan ééne zijde aangevallen. Hun Catechismus leed bovenal den grootsten aanstoot bij eenige vorsten, bij de hertogen Wolfgang van Tweebruggen, Christoph van Wurtemberg en bij den markgraaf Karl van Baden.
Godgeleerden als Heszhus, Andrea, Placius Illyricus, Brenz en anderen traden zelfs geducht gewapend tegen het Calvinistische leerboek in het strijdperk. Bij hen sloten zich toen ook Papisten aan Terwijl nu de geleerde Ursinus met zijn „Antwoord" en zijne „Verantwoording", die hij tegen hen in het licht gaf, uit het oogpunt der godgeleerdheid, den Catechismus zegevierend verdedigde, bleef ook Olevianus niet werkeloos , maar keerde zich met de kracht van de hem geschonkene gaven tegen de inwendige vijanden en hield zijne „Predikatiën over het heilig Nachtmaal des Heeren", dieeenen geweldigen indruk maakten en de vooroordeelen deden wijken. Zij zijn , meermalen gedrukt, het eerst in 1563 , daarna vermeerderd in Ilerborn in het licht gekomen. „Zijne bewijzen zijn" — naar het gevoelen van eenen beoordeelaar uit den nieuweren tijd, — „sterk, overtuigend, en rechtvaardigen zich bij het gezond verstand. Het zijn leerredenen, niet over woorden, maar over gewichtige zaken des geloofs en des menschelijken levens; — en zijne methode? eene methode vol geest en helderheid." Wel is waar trad later ook de Straatsburgschc professor Joh. Marbach tegen Olevianus op, gelijk nog anderen. Deze heeft echter naar het getuigenis van den beroemden Herbornschen boekdrukker Corvinus „den kostbaren tijd niet met wederlegging van al zijne tegenstanders willen doorbrengen en heeft veel meer al zijne naarstigheid in het werk gesteld om de leer van het genadeverbond Gods recht te verklaren en den gekruisigden Christus voor bekommerde harten in Zijne waarde af te schilderen." Zulks heeft hij gedaan in een werk, dat eene heerlijke verklaring van den Heidelbergschen Catechismus is, en dat voor verscheidene jaren door Sudhoff (teFrankfort) weder is uitgegeven; eene vertaling in het Nederduitsch verscheen te Amsterdam 1778 bij Joh. Wessing, onder den titel „De Vaste Grond, dat is: De Articulen van het oud, waarwaarachtig, ongetwyfeld Christelyk geloof, allen Christenen, die, in deze gevaarlyke droevige tyden, eenen zekeren troost, uit Gods Woord, zoeken , ten goede verklaard, en toegeschreven door Casparus Olevianus, Dienaar des Woords te Ileydelberg."
Frederik III, die onzen Olevianus met Ursinus al meer en meer had leeren op prijs stellen, zond beiden met de hofpredikers Diller en Dathenus, den dichter der Nederduitsche Psalmen, eenen man vol des Heiligen Geestes, zooals wij hem uit zijne levensgeschiedenis hebben leeren kennen, naar het op zijn verlangen in April 1564 gehouden godsdienstgesprek te Maulbronn, waar in hoofdzaak weder Olevianus zich als een goed krijgsknecht van Jesus Christus gedroeg en de bijbelsche leer van de beide naturen onzes nooit volprezenen Heilands tegen de verkeerde uitleggingen der Wurtembergsche Ubiquitisten verdedigde. Welk eenen invloed Olevianus in Heidelberg zelf verkregen had, terwijl op den meer teruggetrokken Ursinus dikwijls nauwelijks acht geslagen werd. blijkt uit een schrijven van laatstgenoemden aan Crato in Breslau, waarin gezegd wordt: „Olevianus regeert Zuleger, deze Ehem, maar de laatste Josia (namelijk den Keurvorst)." Zoo werd in het jaar 1565 aan Olevianus opgedragen, om eene schoolorde voor het Heidelbergsche Paedagogium op te stellen, die aller lof wegdroeg. En om zijnen kansel schaarde zich Zondag op Zondag eene menigte van studenten in de theologie, om met geestdrift en belangstelling zijne woorden op te vangen, die zij later verre heen overbrachten. Olevianus trok als de geestelijke wapendrager dikwijls met den Keurvorst door het land, waar het zaak was, moeilijkheden met de Heerschappen van dorpen of vlekken uit den weg te ruimen, ingetrokkene kloostergoederen ten nutte van kerken en scholen aan te wenden, of ook hier en daar nog wederstrevende elementen terecht te wijzen, opdat zij van harte de gereformeerde leer mochten aannemen. En het was ook weer Olevianus, die als eerste godgeleerd medelid des kerkeraads dikwijls de onderscheidene Gemeenten, mede van de tegenwoordige Beiersche Palts, rondreisde om er kerkvisitatie te houden. De grootste erkenning gewerd evenwel onzen Olevianus, toen op Zaterdag voor Pinksteren 1566 de Keurvorst, die den dag te voren van den Augsburgschen Rijksdag, waarop men hem als Gereformeerde van den Rijksvrede wilde uitsluiten, en hij toen zoo moedig en heerlijk, gelijk Luther in Worms, zijn geloof verdedigd had, was teruggekeerd, in de voorbereiding tot het heilig Avondmaal ten aanzien der geheele Gemeente Olevianus de hand reikte, en diep bewogen hem en in hem de Gemeente zelve tot die volharding in het geloof vermaande, die bij hem zeiven openbaar was geworden. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

Hoofdstuk V. De goede krijgsknecht van Jesus Christus.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's