Schets over Efeze 1 : 9.

A. Gods wil, wat die hier is:
Gods gebod is het eeuwige leven en alle Goddelijke volheid en overvloed in Christus. Hij wil niet, dat de goddelooze sterve, maar dat hij zich bekeere en leve in Christi volmaakte gerechtigheid Hij wil, dat het verlorene zalig worde alleen door den Heere Jesus. Hij vraagt hier niet naar besnijdenis, noch naar voorhuid, noch naar zonde, noch naar goede werken; Zijne oogen zien naar het geloof!
Zijn wil is dus onze zaligheid alleen door genade op den eeuwigen grond van de verlossing, die door Christus Jesus geschied is. Hij wil, dat een Jood als Heiden en een Heiden als Heiden begenadigd en zalig worde. Ezeeh. 16.
B. Die wil is e e n e v e r b o r g e n h e i d.
De natuurlijke mensch begrijpt die n i e t , komt er nooit achter.
De bekommerde mensch komt er ook van zichzelven nimmer op. De wedergeborene draait er dikwijls om heen ; hij is altijd van het middelpunt af en het hier en ginds zoekende.
Een Heiden . . . en zalig worden! ? moet ik dan niet eerst een Jood zijn ? — Zoo is het een heilgeheim.
C. God m a a k t d e z e v e r b o r g e n h e i d b e k e n d.
Dat doet Hij door Zijnen Heiligen Geest, Zijnen Zoon in ons openbarende; Matth. 11 : 25, 26. Gij hebt het den kinderkens geopenbaard. Niemand kent den Zoon dan de Vader, en niemand kent den Vader dan de Zoon, en wien het de Zoon wil openbaren. Christus is ons van God gegeven tot wijsheid.
D. Aan wie m a a k t God d e z e v e r b o r g e n h e id b e k e n d ?
„ O n s bekend gemaakt hebbende." Wij waren eertijds onwijzen, waren er nooit opgekomen vanwege onze aangeborene, algeheele blindheid. „Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie!" Krachtdadige roeping en verlichting in de genade.
E. W a a r o m ons d e z e b e k e n d m a k i n g.
Ja, dat is om er onder weg te zinken. Wij waren en zijn het niet waard; dat is naar het welbehagen, Matth. 11 : 26 : Ja, Vader! want alzoo is geweest het welbehagen voor U. Matth. 13 : 11 : U is het gegeven, de verborgenheden des Koninkrijks te weten. Vrij welbehagen in Christus. God kan met het Zijne doen, wat Hij wil. „In menschen een welbehagen."
F. De g r o n d v a n d i t w e l b e h a g e n.
Paulus zegt: dat God het zoo bij Zichzelven voorgenomen had. Het is dus Zijn eeuwig voornemen zoo. Men mocht vragen: hoe is het mogelijk ? er was immers niets in ons, en er is niets in ons, dat Hem kon bewegen ! maar Hij is de El- Schaddai. [God de Algenoegzame en Volzalige in Zichzelven.]
't Was Zijn voornemen, dat Hij bij Zichzelven nam, Zich in Christus zoo bij en in ons te verheerlijken in Zijne genade, en ons ter Zijner tijd, den tijd der minne, die blijmare door het Evangelie te laten vernemen.
Augustus 1857.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen