Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 11 : 19 vv.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 11 : 19 vv.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vs. 19. Waar de Heere God Zijnen wijngaard plant, stoot Hij zelf ook arbeiders daarin uit, en Hij doet dit langs eenen weg, die als door het tegenstrijdige henen gaat. Het ging der jeugdige Gemeente als eenmaal Jakobs zaad, waarvan wij lezen, dat zij vermenigvuldigden trots alle verdrukking en ellende, waaronder Faraö hen deed gebukt gaan. De machten der hel hadden zich opgemaakt tegen Stefanus, en het was hun gelukt, dezen getuige der waarheid den mond te stoppen; maar moest ook al de drager des Woords zwijgen, het Woord zelf laat zich niet dooden, maar baant zich eenen weg door allen tegenstand heen. Gelijk door alle eeuwen ging het ook nu: het bloed der martelaren werd het zaad der Kerk, en de storm der verdrukking werd in Gods hand het middel, om dit zaad te strooien heinde en verre.
Zij gingen het land door tot Fenicië toe, en Cyprus, en Antiochiê, tot niemand hel woord sprekende, dan alleen tot de Joden. Fenicië was eene smalle, vruchtbare landstreek, gelegen aan de Middellandsche zee ten noorden van Kanaan, en bewoond door Kanaanieten, die zich door handel en zeevaart onderscheidden (Ezech. 27). Meermalen had dit land reeds de daden des Heeren aanschouwd, zoowel Zijner gerechtigheid (Ezech. 28) als Zijner genade en ontferming (1 Kon. 17; Mark. 1: 24 vv.). Het eiland Cyprus lag tegenover Fenicië, terwijl Antiochiê eene stad was in Syrië, welk land zich ten noorden en ten oosten van Fenicië uitstrekt. Naar deze streken gingen de discipelen en verkondigden het Woord des kruises. De Heilige Geest heeft hen op Zijne school genomen, en daar hebben zij spoedig geleerd; en velen, die te voren eenvoudige en ongeleerde menschen waren, hebben daar eene tong der geleerden gekregen, om het Woord te spreken ter rechter tijd. Onderscheiden zijn de leermiddelen geweest, en ook het vuur der verdrukking heeft medegewerkt om het zilver te louteren, totdat het geschikt was, om daaruit vaten ter eere des Konings te bereiden. Tot de Joden, hunne broederen naar het vleesch, brengen zij het Woord, want het was hun toen nog niet geopenbaard, dat ook de Heidenen deelgenooten zijn van hetzelfde heil, dat Israël beloofd was; dezen meenden, zij moesten toch eerst door de besnijdenis Israël worden ingelijfd. Zij spreken echter wel tot de Grieksche Joden, die dus reeds uit het Heidendom waren overgekomen, zooals wij lezen Ys. 20: Er waren eenige cyprische (geboortig uit Cyprus, vanwaar ook Barnabas was) en cyreneische mannen (Cyrene is eene landstreek in Noord-Afrika) uil hen, welke te Antiochiê gekomen lijnde, spraken lol de Griekschen, verkondigende den Heere Jesus. Dit Antiochiê is wel te onderscheiden van Antiochiê in Pisidië, waar later door Paulus en Barnabas het Woord is verkondigd.
Spoedig werd deze stad voor de discipelen des Heeren eene der voornaamste vergaderplaatsen; daar werden Paulus en Barnabas door den Heiligen Geest uitgezonden, en daar vinden wij hen ook weder na het volbrengen van hunne eerste zendingsreis. In deze stad verkondigen de vluchtelingen den H e e re J e s u s . Waar de Geest des Heeren in de raderen is, daar kan men niet anders, dan getuigen van den eenigen Naam, die onder de menschen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden; die Naam is het begin, midden en einde van elke prediking. Welk eene volheid van genade ligt in den Naam J e s u s opgesloten; deze is het, die hunne banden heeft verbroken en hen in ruimte zet; deze Naam overdekt hen als eene liefelijke loofhut, en is hun als een schild, waarop alle pijlen des vijands afstuiten. Onder Zijne vleugelen mogen zij betrouwen, en er zal geen kwaad hunne tent naderen, in Hem zijn zij geborgen voor tijd en eeuwigheid, Hij zorgt voor hen, daarom kunnen zij ook alleen d i e n Naam verheerlijken en aangenaam maken voor degenen, die buiten zijn. Vervuld van dezen Naam, denken zij niet aan de e i g e n e verdrukking en vinden het niet der moeite waard, daarover een enkel woord te spreken; opmerkelijk toch is het, dat wij nergens vinden, dat zij zich daarover beklaagd hebben, hoewel het voorzeker geene geringe zaak was als ballingen rond te zwerven, gescheiden van vrienden en betrekkingen, huis en hof en alles wat hen binden kon aan het land hunner inwoning. Zij gaan den ondersten weg en verzetten zich niet tegen de machten, door God over hen gesteld; Hem is in handen gegeven weg en leven, en zoo zeker als Zijn Naam J e s u s is, zal Hij hen doorhelpen, door het land hunner vreemdelingschap. Voor den roem van d e z e n Naam zinkt de e i g e n n a a m in het niet.
Vs. 21. En de hand des Heeren was met hen, en een groot gelal geloofde en bekeerde zich tot den lleere. De prediking was alzoo gezegend; hoe kan het anders! ook op hen was het woord des Heeren Jesus van toepassing: g i j zijt het niet, die spreekt, het is de Geest Gods, die in u spreekt. Ook nu wrocht de Heere mede, en deed toe tot de Gemeente, die zalig werden. God kroont Zijn eigen werk, en waar men zich in eenvoudigheid des harten aan het Woord houdt, daar geeft Hij ook de vreugde te smaken, door het eenvoudig getuigenis anderen gered te zien, en niet slechts eenen enkelen, maar eene groote schare, want Hij is een groot Koning, die er Zijne eer in stelt vele onderdanen te hebben, die allen hetzelfde wachtwoord kennen: Gij, Heere Jesus! zijt alleen heilig, en wij allen te zamen zijn als een wegwerpclijk kleed; Deze is onze Koning, wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken.
Ys. 22. En hel gerucht van hen kwam tot de ooren der Gemeente, die te Jerusalem was; en zij zonden Barnabas uit, dat hij het land doorging lol Antiochiê toe. Het werk Gods kan niet verborgen blijven, maar het gerucht daarvan breidt zich uit tot Jerusalem toe; daar was, ondanks de vervolging, nog eene Gemeente overgebleven met de Apostelen (Hand. 8 : 1).
Hoe vriendelijk werden dezen door God zelf getroost! Gescheiden van de broederen, mogen zij wel menigmaal over hen bekommerd geweest zijn, en zich hebben afgevraagd: zullen zij wel staande blijven onder al het lijden, dat over hen komt, en zal dit niet voor velen oorzaak zijn om hunnen Heere te verloochenen en van het geloof afvallig te worden ?
Evenwel ook zjj ondervinden de waarheid van des Heeren woord: Niemand zal Mijne schapen uit Mijne hand rukken; Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen, en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders (Joh. 10: 28, 29). En de Vader heeft hen niet slechts bewaard, maar ook Zijne genade aan hen verheerlijkt, hen gesteld tot een licht, eene stad boven op eenen berg, zoodat Jood en Heiden zich in den glans van dat licht hebben verblijd, en God verheerlijkt en den Heere Jesus Christus als het Lam, dat de zonden der wereld wegdraagt. De broederen hebben behoefte om gemeenschap te oefenen, daarom zenden zij Barnabas uit, om het land door te gaan tot Antiochiê toe.
Vs. 23, 24. Dewelke, daar gekomen zijnde, en de genade Gods ziende werd verblijd, en vermaande hen allen, dal zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden blij. ven. Want hij ivas een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd eene groote schare den Heere toegevoegd. Geen beter gezant dan deze discipel, die als een ware zoon der vertroosting het recht verstaat om te weenen met de weenenden en zich te verblijden met de blijden; is hij ons reeds van vroeger bekend als iemand, die zijne bezitting verkocht, om met de opbrengst derzelve de Gemeente te dienen, de Heilige Geest doet hier het schoonste getuigenis van hem opteekenen: hij was een goed man, vol des H e i l i g e n G e e s t e s en des g e l o o f s . De Heilige Geest woont in zijn hart als in eenen tempel, en waar te voren slechts nijd, haat, toorn was en alles wat lijnrecht in slrijd is met Gods heilige Wet, daar groeit en bloeit nu het Woord Gods, dat liefde en vrede werkt door den Heiligen Geest en vruchten draagt der gerechtigheid, Gode tot eer, den naaste tot heil. De Geest des Heeren heeft dezen tempel gereinigd en zóó vervuld, dat er geene plaats overbleef voor datgene, wat niet uit God is. Alle eigene gerechtigheid en heiligheid met hare werken ziju weggenomen, en er blijft slechts de belijdenis: in mij geen goed, maar niets dan zonde, — God alleen is heilig, en mijne vrucht is uit Hem gevonden. Yervuld van dezen Geest zag eenmaal Stefanus de hemelen geopend, en den Zoon des menschen, staande ter Rechterhand Gods, en vond hierin kracht om onder de grootste smarten nog te bidden voor zijne vijanden; door dienzelfden Geest ziet ook Barnabas de genade Gods (en niet het werk van menschen), en zijn hart wordt vervuld met blijdschap in God, en hij breekt uit in lof en dank, en prijst den Naam des Heeren. Hij vat hen als het ware samen en omstrengelt hen met de banden der liefde, om hen zoo den Heere op het hart te binden, opdat toch niemand uit hen verloren ga, maar zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden blijven. Hartelijke liefde straalt ons in Barnabas tegen, die (zelf gered) het weet, dat bij niemand anders eenige zaligheid te zoeken o f t e vinden is, — en daarom wil hij niets liever, dan dat ook zijne broederen zich met een volkomen hart den Heere toevertrouwen, hij neemt hun alle valsche steunsels uit de handen, die zij meenen nog noodig te hebben, en voert hen tot de Rots, die alleen blijft staan, waar al het zichtbare in het niet verzinkt. Ook nu is het Woord niet te vergeefs gebracht : er werd eene groote schare den Heere toegevoegd. De overste Leidsman en "Voleinder des geloofs zal hen verder leeren en hen leiden van licht tot licht, van heerlijkheid tot heerlijkheid. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 10 Pagina's

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 11 : 19 vv.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 10 Pagina's