Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de geboorte van onzen Heere Jesus Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de geboorte van onzen Heere Jesus Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze geschiedenis leeft in ons, en leeft eerst dan in ons in waarheid, als, om zoo te spreken, de Heere door geloof in ons ontvangen en in ons geboren is, — met andere woorden: als wij wedergeboren zijn. Dan maken wij met Maria, de moeder des Heeren, alles door, en zeggen: een Kind is ons geboren! — zoo ook met de herders, hoe liet ook nacht om ons heen is; en bevinden ons als het waro met den Heere in de kribbe, want Hij ligt daar in onzen persoon. In Hem zijn wij tot Zijne kinderen aangenomen.
De heilsbeloftenissen van het paradijs af, — alles is nu vervuld , wij zien des Heeren klaarheid, en wat die engel spreekt, gaat ons aan. De vrees wijkt, de blijdschap neemt toe en wordt groot, — blijdschap in God over Immanuël, — „God met ons."
Het u, u, — hoe ongedacht!
Wat wordt er niet al bij het vernemen van dien Naam „Zaligmaker, Christus, Heere, Zoon Davids", in het hart ondervonden! Hoe galmt de ziel het uit met de menigte der hemelsche heirscharen: Eere zij God!
Dat beeld, in ons geprent, — luister van het onzichtbare.
Hoe zoet is het licht, is de genade, als de Heere ons inleidt in Zijne wondere wegen, om te vervullen, wat Hij ons beloofde, toen wij niets hadden dan naaktheid en schande.
Zelfs de harten der koningen heeft Hij in Zijne hand, het zal alles komen naar Zijn raadsbesluit. Hij houdt dat heilgelieim voor de wereld verborgen.
Men komt naar dat Broodhuis, zooals Maria naar Bethlehem kwam.
Keizer Augustus moet alleenheerscher zijn; zoo komt de profetie uit van Micha, zoo komt Gods Woord altijd uit. Blijf daarom op het Woord des Heeren altijd staan! Het gaat door het onmogelijke heen.
Het geloof wordt hier ingeleid in den raad des vredes.
Hier zien wij den Zoon Gods in ons vernederd lichaam. Het Woord is vleesch geworden, — de Heere is zonde gemaakt voor ons; alles heerlijkheid onder de dassenvellen van zichtbare vernedering.
Salomo is koning, ten spijt van de Adonia's. Hij onze vrede; — komt Hij voor ons op aarde, Hij brengt ons ook in den hemel.
Wat natuurlijke mensclien er van hebben.
Word een mensch, om de kracht van de daad te ondervinden, dat onze Heere is nedergedaald in de nederste deelen der aarde.
Na de bekeering ondervinden zij eerst recht de kracht van die daad, die nu eerst recht leeren, hoe zondig zij zijn. Zij kiezen dien Heere geheel als den eenigen grond en de verdienende oorzaak van hunne wedergeboorte en hunnen wasdom.
Geloofsverwondering: — wat ia het groot, dat Gij kroon en troon voor mij wildet -verlaten, en U zoo diep vernederen!
Wat men er al van leert in den oven der ellende!
__________
Dat Kind ia meer dan een mensch; ala Kind is het een mensch; als Zoon is Hij meer. Hij ia de H e e r e , zegt de engel.
__________
Gods kinderen kunnen hier niet anders dan met eerbied luisteren, alsof zij zeiven de herders waren.
Indien gij gelooft, — ach, waarom overvalt ons toch steeds zulk eene groote vrees?
Hier is alle oorzaak van groote blijdschap. Ziet der engelen blijdschap; — doel van hunne komst: blijdschap. Ps. 51.
De vraag ia: Wat nuttigheid hebt gij daarvan? Wat troostudit?
De natuurlijke mensch moet zeggen: ik heb er niets aan. —- Maar ik moet óf van treurigheid vergaan, óf blijdschap hooren, vergeving van zonden op grond van eeuwig recht.
De geheele hemel is blijde. Die blijdschap moet aan bepaalde personen medegedeeld worden.
O, die herdera hebben geen heil of zaligheid bij zichzelven gevonden. Dea Heeren tijd! Nood breekt wet.
En waar ia nu al ona lijden, ala de Heere doorbreekt? wat is al de treurigheid tegen zulke blijdachap ?
U is heden geboren. Hij zegt niet: den menschen, maar U, — niet alleen aan anderen, maar ook aan mij.
De Zaligmaker, welke is Christus, de Heere.
H e d e n — een blijvend „ h e d e n ."
Het geloof rust op Jesus.
Een Zaligmaker verlost van het hoogste kwaad, brengt tot het hoogste goed. Alles, wat aan Hem is, is heerlijk. Hij is mij genoegzaam en alleen tevredenstellend.
Het geloofsleven leeft tevens in en van den Naam Christus. — eenig Leven van mijn leven.
Hij is de Heere, — Ps. 45: dewijl Hij uw Heere is.
Welaan, mijn ziel, het ga zoo 't wil.
In de stad Davids ia Deze, die u dat alles ia, geboren; dus bouwt het geloof op een alreeds vervuld Woord met de zekerheid uit God: ook voor mij zal alles vervuld worden. In de stad Davids, dus is Hij niet ver te zoeken, en Hij wil in het kleine wezen, dus ook in u, die meent te gering te wezen.
Hebt dit tot een leeken. Dit ligt buiten ons. Eerst de historie, en dan wat voor ons daarachter verborgen ligt.
Hoe ongelukkig, om met dezen Zaligmaker slechts halverwege mede te gaan.
Hoe wordt de ziel hier bevestigd en als opgetrokken tot geloof en tot 's Heeren lof, als zij die menigte van 's Heeren heirscharen hoort. Hij ligt daar als een klein Kindeke in de kribbe, en Zijne heirlegers staan daarbuiten.
In eenen beestenstal (beeld van de wereld!) dat onbevlekte Lam, — de zondenbok.
__________
Hoe bemoedigend is het gezang der engelen.
Eere zij God! Wat een volmaakten Zaligmaker geeft Hij.
In die geboorte zijn alle Zijne deugden en volmaaktheden voor heilbehoeftigen verheerlijkt.
E e r e zij God voor Zijne eeuwige en oneindige menschenliefde, voor Zijne oneindige wijsheid, ons zulk eenen Borg te geven, en dat langs zulk eenen weg, naar 's menschen wijze.
Eere zij God! voor Zijne heiligheid en rechtvaardigheid, Zijne vrije goedheid, barmhartigheid, waarheid.
Vrede op aarde, op deze vervloekte aarde, Rom. 5 : 1.
V r e d e , o welke vijanden Gods zijn wij van natuur, en wat al vijanden om ons heen. Jes. 26. Gij zult allerlei vrede bewaren.
In de menschen een welbehagen. In mij, doemenswaardige, een welbehagen, een vrijwillig en onberouwelijk welbehagen?! Is dat voor alle menschen? In menschen staat er. Wat zijn dat voor menschen?
Klagen wij den Heere onze gevoelloosheid en doodigheid bij zulken lofzang.
In dat welbehagen ligt de onveranderlijkheid van den staat der genade voor de geloovigen. Onze zaligheid hangt alleen van dit welbehagen in Christus af. Rom. 8.
Laat ons dan heengaan. God zorgt voor het tijdelijke.
Zeg niet: wat zullen wij eten, of: ik ben te groot zondaar.
Maak, dat gij er doorkomt,— dat moet ik zien, dat Woord, dat daar geschied is.
Wie den Heere zoekt op het woord af, dat hij gehoord heeft, vindt Hem en met Hem alle de kenteekenen, dat Hij het is. Zij vonden het zoo; eerst geloofden zij het Woord.
Hij laat Zich zien in uwe armoede, en in Zijne groote machtige daden.
Maar waarom is het u te doen?
Zij hebben het hoogste en het kostelijkste gevonden: Zij vonden het Kindeken in doeken gewonden, liggende in de kribbe — hun Heere en hun God.
Zij maakten bekend — wat? Let er op! —:
Wat hun van dat Kindeken gezegd was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Over de geboorte van onzen Heere Jesus Christus

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's