Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De inrichting van Kerk en School in het Joodsche land ten tijde van onzen Heere Jesus en de Apostelen. (Slot.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De inrichting van Kerk en School in het Joodsche land ten tijde van onzen Heere Jesus en de Apostelen. (Slot.)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Schriftgeleerden bezaten eene ongeloofelijke macht over het volk en de gewetens. Zoo deed het volk de vraag: „Hebben nu onze oversten erkend, dat deze de Messias is ? " Het onderwierp zijn eigen oordeel aan dat der oversten; het hield zich in zijn geloof aan zijne rabbi's. Dit geloof en deze eerbied waren ook den Godvreezenden zoo diep ingeprent, dat de Emmaüsgangers in twijfel waren in den strijd hunner overtuiging met het veroordeelend vonnis der oversten (onze oversten: Luk. 24: 20), gelijk ook de twaalven het nooit wilden verstaan , dat Jesus door de priesters zou verworpen worden. De zichtbare invloed en het aanzien der Schriftgeleerden waren zoo groot, dat niemand het waagde Jesus openlijk te belijden, dat alle Herodianen, zelfs Herodes de Groote, zich geveinsdelijk bij hen voegden en om hunne gunst wedijverden, dat Pilatu3 hen niet kon wederstaan, dat Herodes Agrippa, Petrus en later Felix en Festus, Paulus gevangen hielden, alleen om zich bij de leidslieden des Joodschen volks aangenaam te maken. Dezen zelf geloofden aan hun Goddelijk recht en grondden zich in hun oordeel en in hun gezag op Mozes en de Wet Gods (Joh. 7: 52; Hand. 23: 4).
Wie aan deze geestelijke overheid geloof en gehoorzaamheid weigerde, werd als een oproermaker tegen God en Zijne instelling aangezien. Hoe beslister Jesus hunne leer tegensprak, en hoe meer zij zich in hun geweten door de woorden en teekenen van Jesus geslagen gevoelden, des te hardnekkiger versterkten zij zich in hun aangematigd gezag. Zij beriepen zich op de Wet, en als voor Gods eere ijverende, brachten zij Jesus aan het kruis. Door Zijn bloed en dat Zijner getuigen geraakten zij ten laatste tot die geestesverbijstering van de dweepzucht, waarin zij zich zei ven en hun land verteerden en in den onbeschrijfelijken rampspoed van den Joodschen oorlog stortten.
De geschiedenis der godgeleerde school of schriftgeleerdheid laat zich wel is waar niet nauwkeurig nagaan, doch in het algemeen is haar toestand ten tijde des Nieuwen Testaments voldoende te herkennen. Het stelsel der dogmatiek en der zedeleer benevens eene casuistiek, die zich tot in de uiterste kleinigheden en spitsvondigheden verliep, waren volkomen uitgewerkt. De scholen van Hillel en Schammai streden met elkaar over zeer onbeduidende punten, gelijk ten tijde der scholastiek de Franciscanen en de Dominicanen. Hillel was van Babyion naar Jerusalem gekomen en is geenszins vrij van de invloeden der Grieksche philosophic. Zijne school werd later vormelijk gewettigd. Gamaliël was zijn kleinzoon. In zijne familie bleef na Jerusalems ondergang de waardigheid van het hoofd der synagoge erfelijk. Hillel en Schammai als eigenlijke hoofden der school onderwezen en vormden aan hunne voeten de leeraren des ganschen volks. Zij hadden in Jerusalem hunne scholen, naar welker voorbeeld in het geheele land de studie der Schrift zich richtte. Op kleinere plaatsen was de school met de synagoge vereenigd; in grootere steden waren zij gescheiden. De rabbi of doctor der school had eenen leerstoel, waar de tolk naast hem stond, wien hij zijne uitspraken toefluisterde. Om hem zaten op lagere stoelen de leeraars, wien het recht was toegekend aan den woordenstrijd deel te nemen.
Op den grond zaten de leerlingen. Het volk was van de geleerden door eene afsluiting of balie gescheiden. De rabbi's kregen geene bezoldiging; elk had zijn handwerk. Het onderricht wTerd kosteloos gegeven. Daar op de Sabbaten synagoge en school voor eenen iegelijk openstonden, zoo was de studie algemeen toegankelijk. De waardigheid van rabbi werd dooide handoplegging medegedeeld en was eene onvervreemdbaar blijvende wijding. Men is vaak van meening geweest, dat ook Jesus door deze handoplegging tot rabbi gewijd is geworden.
Veel waarschijnlijker echter is het, dat het volk Hem alleen zoo noemde, omdat Hij in het openbaar leerde. De jongeren noemden Hem: Ilabbouni, onze Rabbi of Leeraar. Ook hierin heerschte echter ten tijde van Jesus nog eene grootere vrijheid, dan men bij de latere Joden of in de Christelijke Kerk aantreft. IIet hing steeds veel van de erkenning des volks of van de Gemeente af, of iemand als rabbi gegroet en tot de eereplaatsen der synagoge bevorderd werd.
De overheid, in welke de hoogste macht vereenigd was, bestond in het Sanhedrin te Jerusalem. Het werd in geest en besluiten geheel en al door de Farizeën en Schriftgeleerden beheerscht. Het telde 71 leden. Zijne zittingen werden in eene zaal naast de groote tempelpoort aan het voorhof der vrouwen gehouden. Het Sanhedrin had het hoogste gerichtsgezag. Daarop volgden de stadsgerichten, waartoe volgens Josephus zeven, volgens den Talmud drie en twintig personen behoorden 1). Eindelijk waren er op kleine plaatsen gerichten, uit slechts drie leden bestaande, die in mindere gevallen, vooral in geldzaken, te beslissen hadden. Het Sanhedrin had eene hoofdschool nevens zich, en de voorzitter van het Sanhedrin was gewoonlijk de hoofdbestuurder der akademie. Builendien werden van Jerusalem uit v o l k s sc h o o i o n d e r w i j z e r s in het gansche land aangesteld , die de knapen lezen leerden en hun onderricht in de wet gaven. De weinigen, die school en synagoge verzuimden , waren in de diepste verachting.
Letten wij ten slotte nog op de verbreiding van hands c h r i f t e n der B i j b e l b o e k e n.
De Synagogen bezaten handschriften van de Wet en de Profeten in de Hebreeuwsche taal, die met de grootste nauwkeurigheid afgeschreven waren. De rabbi's kenden hunnen Bijbel vrij wel uit het hoofd, leerden de juiste uitspraak van den niet-gepunctueerden tekst (de tekst bestond alleen uit medeklinkers), en hadden waarschijnlijk hunne eigene afschriften. Het aantal derzulken, die zich met den Hebreeuwschen tekst bekend maakten, was zeer groot. .Tesus Zelf, Mattheus en waarschijnlijk de meeste Apostelen hebben het Hebreeuwsch gekend. In de synagoge heerschte onvoorwaardelijk de Ilebreeuwsche Tekst en zijne Arameesche Vertaling. Daarentegen was onder het volk de Alexandrijnsche Vertaling zeer verbreid.
Als van de Joden te Berea gezegd wordt, dat zij dagelijks de Schriften onderzochten, zoo blijkt daaruit, dat niet slechts in Palestina, maar ook in de verstrooiing tallooze exemplaren der Heilige Schriften gevonden werden.


1) Deze rechtbanken berusten op Deuter. 10: 8 (vergel. 2 Kron. 19: 5). Zij hadden ook het strafrecht tegen doodslagers. De terechtstelling had plaats met het zwaard , terwijl het Sanhedrin ook tot steeniging veroordeelde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

De inrichting van Kerk en School in het Joodsche land ten tijde van onzen Heere Jesus en de Apostelen. (Slot.)

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's