Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

28. Van de eeuwige Uitverkiezing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

28. Van de eeuwige Uitverkiezing.

De Christelijke Geloofsleer voor School en Huisgezin.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods v r e d e r a a d b e s c h r i j f t ons de A p o s t e l Paulus, als hij z e g t : W a n t , die H i j te voren g e k e n d h e e f t, die h e e f t Hij ook te v o r e n v e r o r d i n e e r d ; en die Hij te voren v e r o r d i n e e r d h e e f t , d e z e h e e f t Hij ook g e r o e p e n ; en die H i j g e r o e p e n h e e f t , deze heeft Hij ook g e r e c h t v a a r d i g d , en die H i j g e r e c h t v a a r d i gd h e e f t , d e z e h e e f t H i j ook v e r h e e r l i j k t . Rom. 8:29, 3 0. De é é n i g e o o r z a a k , w a a r d o o r de z o n d a a r deel v e r k r i j g t aan het h e i l , door C h r i s t u s v e r w o r v e n, is de v o o r k e n n i s of u i t v e r k i e z i n g Gods. E v e n a ls God vóór de g r o n d l e g g i n g der w e r e l d bij Zich ze 1- ven b e s l o o t , z o n d a r e n in C h r i s t u s te b e h o u d e n, en n i e t w a c h t t e t o t de g e v a l l e n mensch n a a r de z a l i g h e i d v e r l a n g d e , zoo ook h e e f t H i j Zijn volk u i t v e r k o r e n : God b e s t e m d e p e r s o n e n , die aan de v o o r b e r e i d e z a l i g h e i d z o u d e n d e e l h e b b e n , en liet h e t n i e t a a n h e t g o e d d u n k e n van den mensch over, of hij de a a n g e b o d e n e z a l i g h e i d wilde aannemen of a f w i j z e n ; d a a r o m zijn de v e r d i e n s t e n van C h r i s t us f e i t e l i j k s l e c h t s ten goede der u i t v e r k o r e n e n.
D e z e u i t v e r k i e z i n g g e s c h i e d d e vóór de tij den der e e u w e n in C h r i s t u s en door C h r i s t u s , e n k e l u it g e n a d e z o n d e r a a n m e r k i n g van h e t g e l o o f of van e e n i g w e r k des m e n s c h e n , en is e e u w i g en onvera n d e r l i j k , want de g e n a d e g i f t e n en de r o e p i ng Gods zijn o n b e r o u w e l i j k . Rom. 11 : 2 9.
De leer van Gods u i t v e r k i e z i n g uit g e n a d e, h o e w e l zoo v a a k door de m e n s c h e l i j k e w i j s h e i d en e i g e n g e r e c h t i g h e i d o n d e r m i j n d en g e l a a k t , blijft s t e e d s voor de w a r e g e l o o v i g e n eene o n w a n k e l - b a r e r o t s d e r v e r t r o o s t i n g , hun v e r z e k e r e n d e , dat n i e t s hen s c h e i d e n kan van de h u n door God ber e i d e z a l i g h e i d . Wel is waar is d e z e u i t v e r k i e - z i n g ter z a l i g h e i d een g e h e i m van Gods e e u w ig r a a d s b e s l u i t , dat de m e n s c h n i e t kan d o o r g r o n - d e n , maar de H e i l i g e Geest g e e f t aan de geloovigen de z e k e r h e i d h u n n e r u i t v e r k i e z i n g.
__________
1. Evenals er bij het verwerven der zaligheid slechts Eén is, die alles volbracht heeft, namelijk Gods Zoon, onze Heere Jesus Christus, zoo is er bij de toeëigening der verworvene zaligheid aan zondaren ook slechts één God, de Heilige Geest. En gelijk de mensch niets tot de verworvene zaligheid kan bijdragen, zoo kan hij zich ook niet uit eigene macht de verworvene zaligheid toeëigenen of zich derzelve deelachtig maken. Al ware het, dat God Vader bij Zichzelven besloten had, zondaars te behouden; al ware het, dat Gods Zoon tot zóó duren prijs de zaligheid verworven had, — het zou den mensch niet baten, indien het aan hem niet door God den Heiligen Geest werd toegeëigend. De mensch is van nature dood in zonden; het helpt den lichamelijk doode even weinig, dat men hem de kostelijkste spijzen voorzet, als het den geestelijk doode voordeel aanbrengt, als men hem de kostbaarste schatten voor de ziel aanbiedt. De mensch moet eerst geestelijk opgewekt worden , eer hij de verworvene zaligheid kan genieten, en de Geest is het, Die levend maakt, Joh. 6 : 63; daarom biedt ons de Soteriologie de leer aan van de werking des Heiligen Geestes in de geloovigen. De geloovigen zijn in allen deele een werk Gods: Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jesus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. Ef. 2: 10. Hoe volstrekt noodzakelijk de werking van den Heiligen Geest is, opdat de zondaar deel hebbe aan de verworvene zaligheid, weten wij uit de woorden, dat niemand kan zeggen Jesus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest, 1 Cor. 12: 3, en: maar zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. Rom. 8 : 9. Daarom maakt ook de Heere Jesus Zijne discipelen zoo dikwijls opmerkzaam op het aannemen van den Heiligen Geest, Die hen in alle waarheid leiden, Christus in hen verheerlijken en hun alles leeren zou. Joh. 14 : 26.
2. Hoewel nu inderdaad het Evangelie in de geheele wereld gepredikt wordt, en de verdiensten van Christus allen om niet worden aangeboden, zoo zien wij toch in werkelijkheid, dat ook onder de Christenen weinig ware geloovigen zijn, en slechts een klein aantal menschen in de Christelijke Kerk wendt zich van harte tot Christus, en neemt Zijne weldaden aan. De meerderheid der Christenen onderscheidt zich, behalve door den naam, weinig van de Heidenen en de ongeloovigen. De reden waarom verklaart ons Luk as reeds tijdens de eerste Christelijke Kerk, als hij zegt: En er geloofden zoo velen, als er geordineerd wraren tot het eeuwige leven. Handel. 13, 48. Dit zich in alle eeuwen steeds opnieuw herhalend verschijnsel in de Christelijke Kerk leidt on3 vanzelf tot de uitverkiezing Gods: Zoo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. Rom. 9: 16. Of, hoe zouden wij het anders kunnen verklaren, dat hetzelfde Evangelie aan den éénen zijne levendmakende kracht betuigt, terwijl de ander bij dit Evangelie ganschelijk onverschillig blijft.
De Heilige Schrift zegt ons ook zeer duidelijk, dat er eene eeuwige uitverkiezing Gods bestaat, volgens welke God uit het geheele zondige, gevallen menschelijk geslacht een zeker aantal menschen ter verheerlijking Zijner genade om Christus wille eeuwig wil behouden, alle overigen echter, willende Zijne rechtvaardigheid bewijzen, in zonde en eeiuvige verlorenheid wil laten. En of God, willende Zijnen toorn bewijzen en Zyne macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; en opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid. Rom. 9 : 22, 23. Dat deze uitverkiezing Gods bestaat, wreten wij uit de woorden des Heeren: Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Joh. 15: 16; Jes. 43: 22—25. Evenwel het vaste fondament Gods staat, hebbende dezen zegel: De Heere kent degenen, die Zijne zijn. 2 Tim. 2 : 19. Deze uitverkiezing geschiedde van eeuwigheid: Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wrereld, Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming ' O tot kinderen, door Jesus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijnen wil. Ef. 1 : 4, 5. God heeft de Zijnen uitverkoren, enkel uit genade, niet om eenig werk of voorzien geloof, anders ware zulk geloof weder een verdienstelijk werk, en zou de mensch daarvan de eer hebben. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u , het is Gods gave, niet uit de werken, opdat niemand roeme. Ef. 2 : 8, 9. Het eerste oogmerk der verkiezing is de verheerlijking van God, en dan eerst de verlossing des zondaarsr De Heere heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja ook den goddelooze tot den dag des kwaads, Spr. 16 : 4.
Deze uitverkiezing geschiedde in Christus en alleen om Christus wille; het uitvoerigst leert ons daaromtrent de Apostel Paulus in Rom. 9; ook de uitverkiezing van Abrahams zaad tot een eigen volk is reeds daarvan een openlijk bewijs: Hij. maakte Jakob Zijne woorden bekend, Israël Zijne inzettingen en Zijne rechten; alzoo heeft Hij geen volk gedaan, en Zijne rechten, die kennen zij niet. Hallelujah! Ps. 147: 19, 20.. Welke in de verledene tijden al de Heidenen heeft laten wandelen in hunne wegen. Handel. 15 : 16.
3. Alhoewrel geene leer zóó duidelijk in de Heilige Schrift gepredikt wordt, en geene zoozeer met het Evangelie van Christus overeenkomt, als de ware leer van de eeuwige uitverkiezing uit genade of praedestinatie, zoo zijn de menschen steeds geneigd, ze te verwerpen (en dat nog wel onder den naam van Calvijn!), en zijn er op uit, de Schrift tegen te spreken. Dit is eene in het oog vallende leugen; de leer der praedestinatie is geene eigendommelijkheid van eenige gereformeerde Godgeleerden, maar eene openbaring Gods, en nog in de 16<le eeuw het algemeene eigendom der Christelijke Kerk. Augustinus, Hus en Luther verkondigden vóór Calvijn nog scherper de praedestinatie. Ook heeft geene leer meer tegenstanders, ook onder de schijnbaar geloovigen, als de ware leer der praedestinatie; de Luthersche Kerk verzette zich ten laatste na Luther tegen deze leer, ten einde zich in de geloofsleer nog meer van de gereformeerde Kerk af te scheiden, en in de gereformeerde Kerk verwerpt de meerderheid deze leer evenzeer; dit begrijpen wij evenwel licht, als wij bedenken, dat de mensch zich nooit gaarne als verloren zondaar bekent, maar steeds eenen dunk overhoudt van eigene waarde en gerechtigheid, die God in aanmerking moet nemen. Laat ons liever eenvoudig blijven bij hetgeen de Heilige Schrift ons leert, dan is ons de leer der eeuwige uitverkiezing een machtige troost, dat onze zaligheid verzekerd is, omdat wij in de kracht Gods bewaard worden, 1 Petrus 1 : 5 , terwijl wij, indien wij zelf onze zaligheid werken moesten, ze steeds verliezen zouden, zoodra wij in zonden vallen.
Evenzeer leidt ons deze leer tot waren ootmoed, opdat wij in alles Gode de eer geven, ons aan Christus vasthouden en niet op ons zeiven vertrouwen. De tegenwerping tegen de uitverkiezing, dat de mensch daardoor in zorgeloosheid en zonde valt, als hij weet, dat hij uitverkoren is, of, dat dengene, die weet, dat hij uitverkoren is, toch alle goede werken niet helpen kunnen, is ganschelijk leugenachtig, want die waarlijk uitverkoren is, is ook vernieuwd, en Christus leeft in hem. De goede werken komen enkel uit den Heiligen Geest voort; wie niet uitverkoren is, kan niets goeds voor God werken, en onze goede werken verdienen niets. Het aantal der uitverkorenen is alléén Gode bekend. In de christelijke liefde mogen wij het er bij niemand van te voren voor houden, dat hij verloren is, maar wij moeten allereerst van allen, die onder de prediking des Evangelies leven, de hoop koesteren, dat zij uitverkoren zijn. Hoe meer het ons verontrust, of wij uitverkoren zijn, des te eerder is er hoop, dat onze namen opgeschreven zijn in het Boek des levens. Openb. 3 : 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

28. Van de eeuwige Uitverkiezing.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's