Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter verklaring der zeven Brieven: Openbaring van Johannes 2 en 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter verklaring der zeven Brieven: Openbaring van Johannes 2 en 3.

(Uit een Brief van Dr. Kohlbrügge aan een vriend, — Mei 1842.)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN DE GEMEENTE TE THYATIRE, 2 : 18—29.
(Vervolg.)
Vs. 18. En s c h r i j f aan den engel der Gemeente te T h y a t i r e : Dit z e g t de Zoon van God, die Z i j ne o o g e n heeft als een vlam v u u r s , en Z i j n e v o e t en zijn blinkend koper gelijk. Een jaloersch God is de Heere, een jaloersch God, die den schuldige geenszins onschuldig houdt; een Proever van harten en nieren. Hij staat op onverdeelde liefde, en Zijne oogen kunnen goed zien, of het harte volkomen is met Hem of niet; en Zijne voeten dulden geenen onreinen grond en vergezelschappen zich niet met een onrein bed.
Vs. 20—23. Maar Ik heb e e n i g e w e i n i g e dingen t e g e n u, dat gij de v r o u w J é z a b e l , die z i c h z e l ve z e g t eene p r o f e t e s s e te zijn, laat l e e r e n , en Mijne d i e n s t k n e c h t e n v e r l e i d e n , dat zij hoe ree ren en a f g o d e n o f f e r eten. En Ik heb haar tijd g e g e v e n, opdat zij z i c h zoude bek eer en van hare hoer er ij, en zij h e e f t z i c h niet b e k e e r d . Zie, Ik werp haar te b e d d e , en die met haar o v e r s p e l b e d r i j v e n , in g r o o t e v e r d r u k k i n g , zoo zij z i c h niet bekeeren van hunne werken. En hare k i n d e r e n zal Ik door den dood ombrengen; en al de G e m e e n t e n zullen weten, dat Ik het ben, die n i e r e n en h a r t e n o n d e r z o e k. En Ik zal ul i e den g e v e n een iegelijk naar uwe werken. — Jezabel beteekent: niet bijwonen, geen bijslaap. Schrikkelijke naam voor alle Achabs-geesten, die, donderende in het oor, hun toeroept, dat zij zich van haar te onthouden hebben. Tot welke jammerlijke ellende is het met haar gekomen! wat onheil in, van en uit dat bed! en wat wordt er van de vrucht! Zie het lot van de zonen Achabs. Rom. 7 : 5 : „Want toen wij in den vleesche waren, de bewegingen der zonden, die door de Wet zijn, wrochten in onze leden, om den dood vruchten te dragen." Zie ook Rom. 6 : 21. Dat is de Profetes, de leer, die der Wet zijn wil, en veel vrucht belooft, maar zij broeit toch niets dan basiliskus en slangengebroed.
Vs. 24. D o c h Ik zeg tot u l i e d e n en tot de anderen, d i e te T h y a t i r e zijn, zoo velen, als er d e z e leer niet hebben, en die de d i e p t e n des Satans niet g e k e n d h e b b e n , g e l i j k zij z e g g e n : Ik zal u g e e n en a n d e r e n last o p l e g g e n . — Diepten des Satans, gruwelijke tentaties, aanvechtingen, verzoekingen, omleidingen op hoogten en in diepten door den Satan, denzulken bijzonder eigen, die naar vleesch en niet naar Geest wandelen. Denk aan de levensgeschiedenis der kerkheiligen of woestijnheiligen, van wie Hieronymus, die er ook zoo een was, schrikkelijke dingen verhaald. Denk ten deze ook aan de schrikkelijke ellende in de Roomsche Kerk en bij alles wat in vleesch zaait.
Vs. 26. En die o v e r w i n t , en die Mijne werken t o t den einde toe bewaart, Ik zal hem macht gleven over de Heidenen. — Macht over de volken, aan hen, die Mijne werken bewaren. Wie Zijn getuigenis bewaart, Zijne geboden, gelijk Hij, onze Heere die Zijns Yaders bewaard heeft, deelt met Hem in de heerschappij over alles; hoewel hij hier niets is, heeft hij door het getuigenis Gods toch alles aan den band, en het Woord, dat hij predikt, is voor allen als een ijzeren stok, die op hunnen nek komt en hen drijft dat zij toch Gods wil moeten doen ; hij verplettert hen allen evenals zijn Heere, zooals Die van Zijnen Yader heeft ontvangen, ontvangt hij van Hem. De verdrukten beërven het aardrijk. De goddeloozen worden uitgeroeid juist door het Woord, dat liij verkondigt. Zij mogen het begraven, huns ondanks staat het den derden dage weder op, — en wij zullen met Hem als koningen regeeren.

AAN DE GEMEENTE, DIE TE SARDIS IS, 3 : 1 — 6.
Vs. 1. En schrijf aan den engel der Gemeente, d i e te Sardis is: Dit z e g t , Die de z e v e n Geesten Gods h e e f t , en de zeven s t e r r e n : Ik weet uwe w e r k e n , dat gij den naam h e b t , dat gij l e e f t , en gij zijt dood. — Dit z e g t : Hier geldt niet, wat de creatuur zegt, hij zij wie hij zij, mensch of engel, hier geldt niet wat des menschen hart opgeeft of de verderver influistert. D i e . .. h e e f t , als de Erfgenaam van alles, en als Die is, en Die was, en Die komt; de zeven Geesten Gods. Zie Hoofdst. 1 : 4. „Joliannes aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn: Genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven Geesten, die voor Zijnen troon zijn." Hoofdst. 4 : 5 ; 5 : 6 ; vergelijk Zach. 3 : 9 ; 4 : 2 ; Exod. 25: 31—40. Die Geesten heeten: Geest des Heeren, Geest der wijsheid, Geest des verstands, Geest des raads, Geest der sterkte, Geest der kennis, Geest der vreeze des Heeren. Jes. 11 : 1. Het wordt opgehelderd uit het Boek Esther met de zeven rijksvorsten. Cap. 1 : 14. Het is één en dezelfde Geest, de Heilige Geest, Gods Raad, en hetgeen daar besloten wordt en is. (Zie Dan. 4 : 17.) Welke Geest, zeven Geesten, dien Raad ook ten uitvoer brengt over de wereld en in de Gemeenten, dien Raad heeft Hij in Zijne hand, Die als eens menschen Zoon, in het midden der Gemeenten , Zich aan Johannes openbaarde. Hij heeft dien vollen Raad en de volheid der Gemeenten in Zijn bezit. Juist hier, waar het heet: Ik heb uwe werken niet v o l , niet vervuld gevonden voor God, komt de vermaning: dat H i j de volheid van alles heeft. — Daarop geve acht al wat roept: Christus! Christus! en toch Zijnen Geest niet heeft. — Daarop merke al wat zich stut met [beroemt op] Gods eeuwigen Raad en Raadsbesluit en ontvangen Geest en genade, en toch den .Zoon niet heeft, en niet belijdt Jesus Christus in vleesche gekomen. — Hij, Die oogen heeft als vuurvlammen, doet in het aangezicht Gods scherp onderzoek, en zal niet laten passeeren , wat tegen de leere Christi zondigt. — Vijf of zes Geesten .te hebben helpt hier niet. Hij heeft den geheelen Raad Gods in Zijne hand, neemt naar dien Raad, en verwerpt of geeft den Hem gehoorzamenden leven en overvloed. Exod. 23 : 20, 21. Wie heeft, dien zal gegeven worden; en wie niet heeft, van <lien zal genomen worden, ook dat hij heeft; en de kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen worden; ook deze zijn Zijne woorden.
I k w e e t uwe w e r k e n : Hy zegt niet: uw w e r k, maar: uwe w e r k e n , niet: uw g e l o o f , maar: uwe werken. Zoo overal in deze Brieven. — Dat gij den naam hebt. Er staat niet, dat gij den naam d r a a g t , maar: hebt, zoo Gen. 6 : 4 .
De ellendigen, die naar water zoeken, zoeken het bij u; bij u is de bron, en uw naam staat in het Rijk Gods boven aan, als wat zeer bijzonders, als waar het vandaan komen moet. Wat moet er al geleerd en geleden zijn, om zulk eenen naam te hebben! Den naam hebt gij, dat gij l e e f t , dat gij in uw midden het rechte Evangelie hebt, dat gij er in gefondeerd zijt en bloeit en de heerlijkste vruchten draagt.
En gij zij t d o o d , — gij bewaart Mijne geboden niet, en doet geene gerechtigheid. Zie de Brieven van Johannes.
W o r d t w a k e n d e , ligt niet zoo stijf op uwen droesem, maar keert terug van den waan, alsof u niets meer ontbrak, dan dat Ik u kwam afhalen in de eeuwige vreugde. Gij zijt bij de klippen, en niet in volle zee.
H e b t v e r s t e r k t de r e s t , het overige, dat s t e r v en zal. Al dien onraad van leer, en al dat wezen van leven, waarmede gij zoo zijt ingenomen, dat anderen zoo aan u bewonderen, en waarin gij u zoo wel bevindt, en u vet en dik maakt: alle deze uwe goede dingen, zijn bij Mij kwaad; daarentegen hebt gij goede dingen van Mij, die gij niet acht, maar verwaarloost. Hebt die weder in orde gebracht, weder ten leven en tot kracht geholpen, anders ontvallen, ontzinken u die geheel; en dan stoot uw huis u op het hoofd, gelijk de tempel Dagons.
Vs. 3. Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en g e h o o r d hebt, en b e w a a r het, en bekeer u. Indien g i j dan niet waakt, zoo zal Ik over u k o m e n als een d i e f , en gij zult niet weten, op wat ure Ik o v e r u k o m e n zal. — Het „hoe" is van beteekenis, zooals de Apostel Paulus schrijft: 1 Cor. 15 : 2 : „Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zoodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan, dat gij te vergeefs geloofd hebt; — met die bewoordingen, welke ik u in het Evangelie gebracht heb. Gal. 1 : 6 ; 3 : 3 ; Colos. 1 : 23; 2: 6—8; Rom. 11 : 22; 2 Tim. 3 : 14, 15; 1 Tim. 6 : 12; 4 : 14, 16; 1 : 7 — 12; 2 Tim. 2 : 8 , 9; Gal. 4 : 15; 2 Petr. 1 : 16—21; Hebr. 2 : 1—4.
B e k e e r u, — d. i.: heb uwen zin omgezet. Ef. 4:21—24. „Indien gij maar Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jesus is, te weten: dat gij zoudt afleggen aangaande de vorige wandelingen den ouden mensch, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding. En dat gij zoudt vernieuwt worden in den geest uws gemoeds, en den nieuwen mensch aandoen, die naar God geschapen is in ware gerechtigheid en heiligheid." — Col. 2: 20; 3 : 1 , 2.
A l s een d i e f , — zie de gelijkenissen, op des Heeren onverwacht komen doelende, in de Evangeliën, onder anderen Luk. 12. Ook 2 Petr. 3 : 9 , 15.
(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 oktober 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

Ter verklaring der zeven Brieven: Openbaring van Johannes 2 en 3.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 oktober 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's