Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

33. Van de Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

33. Van de Kerk.

De Christelijke Geloofsleer voor School en Huisgezin.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

C h r i s t u s h e e f t Zijne K e r k op aarde i n g e s t e l d , om de b l i j d e b o o d s c h a p van de v e r l o s s i n g des zondaars te b e w a r e n , en Hij g a f haar door alle e e u w e n heen v e l e en d i e r b a r e b e l o f t e n . Gods Kerk heeft van den b e g i n n e af bestaan en zal b e s t a a n tot aan de v o l e i n d i n g der w e r e l d . D e K e r k is de v e r z a m e l i ng der g e l o o v i g e n in C h r i s t u s , ter v e r k r i j g i n g der z a l i g h e i d . Het een i g e H o o f d der K e r k is C h r i s t u s, en, g e l i j k het h o o f d s l e c h t s één l i c h a am heeft, g e l i j k er is één H e e r en é é n g e l o o f , zóó is er o ok s l e c h t s é é n e Kerk Gods. Naar de i n s t e l l i n g Gods i s de K e r k niet s l e c h t s h e i l i g , g e w a s s c h e n in het b l o e d van C h r i s t u s en g e h e i l i g d d o o r den G e e st der h e i l i g m a k i n g , Ef. 5 : 2 5 — 2 7 , maar ook k a t h o l i ek of algemeen, niet g e b o n d e n aan volk noch aan l a n d ; daar C h r i s t u s de K o n i n g is van het h e e l a l, een universeel Koning, zoo heeft Hij Zijne uitverkorenen in alle landen en volken. Deze ééne, heilige, algemeene Kerk is onzichtbaar, omdat de Heere alléén degenen kent, die Zijne zijn, 2 Tim. 2 : 19, en geen mensch hare leden tellen kan; zij is derhalve een a r t i k e l van ons g e l o o f ; buiten deze ééne Kerk is er geene zaligheid. De o n z i c h t b a r e Kerk bestaat uit twee de el e n ; uit de strijdende Kerk, die alle uitverkorenen hier op aarde in zich sluit, en uit de trium* teerende K e r k , die uit de volmaakt r e c h t v a a r d i g e n in de hemelen bestaat. De onzichtbare Kerk openbaart zich in de z i c h t b a r e Kerk, doch zoo, dat de onzicht- »b a r e K e r k, e n de z i c h t b a r e Kerk niet te v e r e e n z e l v i g en -zijn, a l s o f de zi ch t bar e K e r k de ware Kerk van Christus ware. Hier moeten kenteekenen in acht worden genomen. De kenteekenen der ware, z i c h t b a r e Kerk vau Christus zijn: de reine prediking van Gods W o o r d , de bediening der Sacramenten naar de ins t e l l i n g van Christus, en de u i t o e f e n i n g der Christel i j k e tucht; aan deze Kerk heeft Christus het ambt der sleutels toevertrouwd, om het K o n i n k r i j k der hemelen te openen of te sluiten. Onder de Wet was er eene bediening der c e r e m o n i ë n en schaduwen en een wereldlijk h e i l i g d om met p r i e s t e r e n en offeranden. Christus echter beriep A p o s t e l e n , om het Koninkrijk Gods te p r e d i k e n , en stelde door dezen het predikambt in ter v e r k o n d i g i n g van het E v a n g e l i e, .de uitwendige i n r i c h t i n g der Gemeente aan de Apost e l en onder de l e i d i n g des H e i l i g e n Geestes overlatende; daarom is er in de Kerk van Christus voor p r i e s t e r h e e r s c h a p p i j (hiërarchie) geene plaats.
__________
1. Men meent gewoonlijk, dat de Kerk van Christus eerst na des Heeren hemelvaart, na de uitgieting van den Heiligen Geest op den Christelijken Pinksterdag ontstond; hierin dwaalt men echter zeer. Het is waar: na de uitstorting van den Heiligen Geest scheidde zich de Kerk van Christus van de Joodsche Kerk af, met welke zij tot nog toe uitwendig verbonden was geweest, waardoor het huis der Joden aan dezen werd woest gelaten, Matth. 23: 38. Jerusalem hield op het middelpunt der Kerk, en de Joden het volk Gods te zijn; maar daardoor nam de Kerk van Christus niet eerst toen haren aanvang: deze bestaat van den beginne en zal bestaan tot de voleinding der wereld. Zoodra God in het paradijs de belofte van den Verlosser gaf, ontstond de behoefte, deze blijde boodschap onder het menschelijk geslacht te bewaren; daarom lezen wij dra na de geboorte van Enos, die na Seth de belofte van Christus moest erven: Toen begon men den Naam des Heeren aan te roepen, Gen. 4: 26. En alle wegen, die God, zoowel de Aartsvaders vóór en na den zondvloed, als ook het volk van Israël leidde, strekten tot bewaring der belofte van Christus , en zoodoende tot het behoud der Kerk. In den beginne vond men de Kerk in het huis van Adam, zoodat Kaïn, toen hij uitging van het aangezicht des Heeren, de Kerk van God verliet en de stichter werd der wereldsche kerk. Daarna vond men Gods Kerk in de gezinnen der Patriarchen; zij was met Noach in de arke, met Abraham in Mesopotamië, totdat God haar eene verblijfplaats oprichtte in het volk Israels; na de uitgieting van den Heiligen Geest breidde zij zich, wel is waar, over de geheele aarde bij alle volken uit, maar steeds was het de ééne en zelfde Kerk Gods, wier eenige grond en eenig Hoofd Christus is. Deze Kerk bewaarde God ten allen tijde als het zwart Zijns oogappels, Ps. 1 7 : 8 ; Deuter. 32: 10; derhalve gaf Hij haar vele en troostrijke beloften, o . a . : Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong, die in het gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen, Jes. 54: 17; Ps. 46. De Heere .Jesus belooft aan Zijne Gemeente: En Ik zeg u, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijne Gemeente bouwen, en de poorten der hel, d. i. alle aanslagen en bemoeiingen der hel, zullen dezelve niet overweldigen, Matth. 16: 18; en: Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijnen Naam, daar ben Ik in het midden van hen , Matth. 18: 20; en: Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld, Matth. 28: 20.
2. De Kerk van Christus, als verzameling der gerechtvarrdigden en geheiligden, waaraan God Zijn bijzonder welbehagen heeft, wordt ons in de Heilige Schrift onder de schoonste beelden voorgesteld en draagt de menigvuldigste benamingen. Zij heet: berg Zion, dochter Zions, Jerusalem, de stad Gods en het heiligdom der woningen des Allerhoogsten, Ps. 46, des Konings dochter, de Bruid van Christus, Ps. 45. In het Nieuwe Testament noemt haar Christus: een wijngaard des Heeren, Jes. 5; Matth. 21; Hij vergelijkt haar bij maagden, Matth. 25. De Apostelen noemen haar: lichaam van Christus, Efez. 5, huis Gods, Tim. 3 : 15, een groot huis, Tim. 2 : 20, levende steenen en een heilig priesterdom, 1 Pelr. 2: 5, vrouw des Lams, Openb. 19, enz. Vergeleken bij de menigte der verworpenen heet zij klein knddeken, Luk. 12 : 32, en bij de pracht en heerlijkheid der kerk dezer wereld vergeleken, heet de Kerk van Christus een arm en ellendig volk, dat op den Naam des Heeren betrouwt, Zef. 3: 12. In tijden van druk en vervolging vergelijkt de Profeet de Kerk van Christus bij eene verlatene en onvruchtbare vrouw, Jes. 54 : 1, 6. Hoewel zij uit zondige menschen bestaat, is zij toch in Christus, Die haar met Zijn bloed gewasschen heeft, gansch schoon en heerlijk, heilig en onberispelijk, hebbende geene vlek of rimpel of' iets dergelijks, Efez. 5 : 27 ; Hoogl. 4 : 7. Hoewel in zichzelve arm, zoo is zij toch verrijkt met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus, zoodat zij geen gebrek heeft aan eenig goed, Efez. 1 : 3 ; hoewel zij machteloos is en zwak in zichzelve, in Christus is zij evenwel onverwinlijk en sterk, Jes. 33 : 24, zoodat zij onder allen druk en vervolging meer dan overwint, Rom. 8 : 37; hoewel Gods bijzondere liefde deelachtig en door Hem met alle goed bedeeld, is toch hier op aarde druk en vervolging het deel der Kerk van Christus, dewijl zij niet van de wereld is, en omdat de wereld haat en vervolgt, wat niet het hare is, Joh. 15: 19. Druk en vervolging schaden echter de Kerk nooit, maar reinigen en louteren haar, zoodat de Kerk gewoonlijk het meest onder het kruis bloeit, terwijl zij in tijden van rust lauw wordt in het geloof. Druk en vervolging om des Woords wille is tevens een der voornaamste kenteekenen der Kerk van Christus. De wereld heeft de kerk lief, die aan haar gelijkvormig is, sluit vriendschap met haar en helpt haar, maar de Kerk van Christus wil zij steeds door list en geweld uit den weg ruimen.
3. De ware, onzichtbare Kerke Gods bevindt zich midden in de onderscheidene zichtbare kerken; de zichtbare Christelijke Kerk zal nooit zoo volkomen zijn, dat zich in haar geene huichelaars noch goddeloozen zullen bevinden, hetgeen de Heere aanwijst in de gelijkenissen van het onkruid tusschen de tarwe, Matth. 13: 24—30, en van het net, geworpen in de zee, dat allerlei soorten van visschen, kwade en goede, samenbrengt, Matth. 13 : 47—49. Hierbij mogen wij ons echter niet nederleggen, opdat de muren van den wijnstok des Heeren niet worden doorbroken, zoodat het zwijn uit het woud hem uitwroet, en het wild des velds hem afweidt, Ps. 80: 13, 14, d. w. z. zoodat de goddeloozen, wereldlingen en openbare zondaars in vrede in de Kerk worden geduld en tot de Sacramenten worden toegelaten, maar dezulken moeten volgens het bevel van Christus door de Christelijke tucht afgesneden worden. Deze verordening gaf ons Christus Zelf, Matth. 18: 15—18, en de Apostel Paulus paste ze in de Kerk van Corinthe toe op eenen openbaren zondaar, 1 Cor. 5. Intusschen is de kerkelijke tucht geen heerschen over het geweten der overigen; zij is het ten uitvoer brengen der verordening door vermaning en terechtwijzing in den Geest en de liefde van Christus, om de zielen der dwalenden te behouden, want de Christelijke tucht heeft geene andere bedoeling, dan het terugbrengen der dolenden op den rechten weg. Waar het Evangelie van Christus niet rein verkondigd wordt, en de Sacramenten niet volgens de instelling van Christus worden bediend, daar kan zelfs geene sprake zijn van Christelijke tucht; dooiden Geest van Christus wordt de ware Christelijke tucht door het Woord in de Kerk geleerd.
4. Het beheer van Zijne Kerk heeft Christus aan Zijne Apostelen toevertrouwd, en na hen aan de discipelen, door de Apostelen over de Gemeente gesteld. In de apostolische Kerk bestonden drie ambten: opzieners, ouderlingen en diakenen (*, * en *) ; de opzieners en ouderlingen bekleedden in den beginne dezelfde waardigheid, en het Nieuwe Testament stelt de opzieners (bisschoppen) niet boverh de ouderlingen. Later noemden zich de opzieners: predikers des Woords, terwijl de ouderlingen genaamd wrerden helpers der predikers in het bestuur der Kerk; diakenen (dienaars). Hand. 6, waren tot de bediening der armen en kranken geroepen. Het ambt door Christus in de Kerk ingesteld, is geen heerschen over, maar een dienen van de medegeloovigen :: daarom kent de Kerk van Christus geene hooge of lage waardigheidsbekleders, maar alle dienaars des Evangelies zijn onderling gelijk: Eén is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders, Matth. 23 : 8. De leer der roomsche kerk, als ware Petrus de eerste geweest onder de Apostelen en de eerste bisschop van Rome, die aan zijne opvolgers den pauselijken stoel heeft nagelaten, is eene menschelijke uitvinding, door de inrichting der apostolische Kerk en door de- Kerkgeschiedenis weerlegd; evenzeer verzet zich de apostolische inrichting of organisatie tegen een bisschopsambt, waarbij de bisschop (opziener) hoogere waardigheid bekleedt, dan de overige dienaren van het Evangelie; ook moeten wij alle onderscheid tusschen gewone gemeenteleden (leeken) en een geheiligd priesterdom verwerpen; in de Kerk van Christus zijn alle geloovigen een koninklijk priesterdom, 1 Petr. 2: 9: Openb. 1: 6. Hiërarchie (priesterheerschappij) of een priesterdom in het algemeen, waardoor de tot priester gewijden heiliger zijn , dan de overige geloovigen, is tegen de apostolische orde; buiten Christus kent het Nieuwe Testament geene priesters. De instelling der oude Wet, volgens welke God Zich voorbehield de éénige Heere en Koning van het volk Israël te zijn, was slechts eene heenwijzing naar een beeld van Christus, dien eenigen Heere en Koning der Kerke Gods, — en zoodra die Heere komt en zichtbaar de regeering der Kerk aanvaardt, neemt alle menschelijke heerschappij en macht in de Kerk Gods een einde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's

33. Van de Kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 6 Pagina's