Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze brief was in waarheid een troostbrief, en wat hun daarin werd medegedeeld, was als uit het harte Gods genomen; het zijn geene ijdele, holle klanken, maar is het Evangelie des yolzaligen Gods, dat der Gemeente opnieuw werd gebracht door de Jerusalemsche broederen. De mond des c? vu rechtvaardigen is een springader des levens, want hij spreekt goede dingen, hij spreekt uit het leven Gods, dat in hem woont, en zijne woorden trekken den dorstige mede naar de Levensbron, waar de lavenis te vinden is voor zijnen brandenden dorst. De discipelen werden vertroost; dus waren zij in diepe droefheid; en geen wonder! want het dierbaarste, wat zij hadden, stond op het spel: de zaligheid hunner zielen.
Op het Woord des levenden Gods, hun gebracht door Paulus en Barnabas, hadden zij hunne hope gevestigd, daarop waren zij gezonken en op dien grond vertrouwden zij; viel dus dit Woord ter aarde, zoo kon het niet anders of ook zij moesten vallen met het Woord en de Apostelen hadden voor de oogen der Gemeente gestaan als dieven en moordenaars. Nu echter ervaart de Gemeente zelve, wat haar reeds zoo dikwijls is gepredikt, maar wat zij eerst recht leeren kon in de verdrukking, dat dit Woord geen zandgrond is, die verschuift en alles, wat daarop gebouwd is, doet nederstorten, maar eene vaste rots, wel gefondeerd en gegrondvest en bestand tegen het wroeden der golven, die wel hunne kracht aan deze rots beproeven, maar tegen haar uiteenspatten, — maar de rots staat en blijft staan. Eerder zullen hemel en aarde voorbijgaan, eer dat een der woorden Gods leugen zal bevonden worden. Is deze ondervinding voor de Gemeente niet een rijke troost? Hare hope is niet beschaamd geworden, het lijden heeft liefelijke vrucht voor haar gedragen, en haar steeds vaster bevestigd in het Woord der waarheid. Ook de leeraren zijn vervuld met lof' en dank en verheugen zich met de Gemeente. Judas en Silas, die voor het eerst hier vertoeven, en die ook zeiven Profeten waren, vermaanden de broeders met vele woorden en versterkten hen (Vs. 32). Zij vonden hier eene wijd geopende deur en eene menigte even begeerig om te luisteren naar het Woord des levens als zij verlangend zijn hun dat Woord te brengen. Is toch dat niet het kenmerk van den Profeet Gods, dat zijn mond steeds vervuld is met de waarheid Gods, en die waarheid verkondigen moet overal, waar maar oor en zijn om haar te hooren en harten om ze in zich op te nemen. Die profeteert spreekt den menschen stichting en vermaning en vertroosting (1 Cor. 14 : 3); zoo werd dus ook door hun woord de Gemeente gebouwd en bevestigd op het vaste fondament Gods, ook door hen evenals door Paulus en Barnabas teruggewezen op het profetisch getuigenis, het geschreven Woord Gods; en zij werden daarom te meer versterkt, omdat het getuigenis dezer broederen eensluidend was met dat hunuer eerste leeraren. . Niet het medeloopen met hen, die ook voorgeven den Geest der Profeten te bezitten, maar de. Gemeente bederven door allerlei wrind van leer, en haar her- en derwaarts slingeren, zonder den moed te hebben haar te zeggen: dit is de weg, w^andelt in denzelven en wTijkt niet af ter rechter- noch ter linkerhand, maakt vast in de waarheid, die naar de godzaligheid is, maar alleen het standvastig aanhooren van het onvervalschte Evangelie, hetwelk de Geest des Keeren aaneen ieder te spreken geeft, dien Hij roept in Zijnen wijngaard. Dit Evangelie te onderscheiden van alle valsche leer, leert weder dezelfde Heilige Geest, Die al de Zijnen in dezelfde waarheid leidt, en hen daarmede voedt en sterkt ten eeuwigen leven; maar ook alleen de Geest Gods geeft deze wijsheid, hier dwaalt alle verstand des menschen, hoe hoog verlicht het ook zij! Indien dan gij, die boos zijt, weet uwen kinderen goede gaven te geven , zal God, Die genadig is en goed, niet veeleer Zijnen Heiligen Geest geven dien. die Hem daarom bidden? getuigt de Mond der waarheid. En dezen Leidsman kunnen wij niet missen op onzen weg door dit Mésech, want de zijpaden, die van den weg afleiden zijn vele. Wij hebben hier geene blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende, die boven ligt. Elk verblijf op de eene of andere plaats hier op aarde, 't zij dan lang of wel kort, is toch slechts tijdelijk; elk reizen slechts een doortrekken; wel hem, die op zijne reis niet voor zichzelven heeft geleefd, maar zelf veilig geleid, zijnen reisgenooten een gids is geworden naar het vaderland. Zulk eenen gaat het als den broeders, die door de Gemeente met vrede tot de Apostelen weerden uitgeleid. De blijdschap is gebleven en heeft een zoete vrede tengevolge, waarin allen deelen, wier geloof geankerd is in God; zelf vervuld met dezen vrede, worden de broederen omringd met de zegenwrenschen der Gemeente, die zij tot de ruste hebben mogen terugbrengen en verlaten haar zoo om naar Jerusalem terug te keeren (Ys. 33). Eenmaal komt ook voor elk der geloovigen een dag, waarop zijne reis door dit leven een einde neemt, en hij door zijnen Heere wordt afgeroepen van zijne taak. Dan neemt hij afscheid van al de geliefden, die hem hier omringden en voor wie hij een steun en staf was, een raadsman in de dingen der zaligheid.
Niet het aardsche Jerusalem, maar het hemelsche, de stad, wier fondamenten zijn het bloed der verzoening, waardoor zij onwankelbaar is, is het einddoel zijner reis. Koe geliefd de broeder of zuster hier ook was, 'niemand kan hem deze vreugde misgunnen , die hij op het punt staat te gaan genieten, als hij eindelijk het doel zijner reis bereikt en den Heere Jesus zien zal van aangezicht tot aangezicht. Al worden ook de wangen met tranen besproeid bij het gevoel van gemis, blijdschap is er toch en vrede in God, Die woord en trouwe houdt en al de Zijnen binnenbrengt. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's