Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, Hoofdstuk 16. (Vervolg.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, Hoofdstuk 16. (Vervolg.)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bekeering van Lydia is voor den Apostel bij het begin van zijne prediking in Europa eene liefelijke eerstelingsgarve, die ook voor het vervolg eenen rijken oogst belooft. Wie zal zeggen, wat Lydia is geweest voor de Gemeente, die zich later vormde te Thyatira? Al vinden wij niets daarvan vermeld en haren naam later niet meer genoemd, de eeuwigheid zal het openbaren, dat het geloof van deze eenvoudige vrouw eene vurige kool is geweest voor allen, die haar omringden, en rechts en links harten heeft doen ontvlammen voor haren Heiland en Verlosser. Werd reeds te voren van haar vermeld, dat zij God diende, nu is haar godsdienst nog een geheel andere geworden; want had zij weleer met allen, die tot God gebracht worden, dit gemeen, dat zij meende zelf door hare werken de zaligheid te moeten verdienen, Gode iets te moeten brengen uit haar huis, — en was er, bij al het te kort komen overal, vreeze op vreeze en een telkens onbekwamer worden daartoe, nu is er niets dan blijdschap, omdat zij ondervonden heeft, dat alles is volbracht, dat voor haai' niets te doen overbleef, maai de zaligheid haar gegeven is uit vrije genade. Zij is ingezet in de ruste en heeft in dezen stand niets anders te doen dan zich te verblijden over de weldaad Gods in Christus. Verbonden met dezen Bruidegom, is haar werk volkomen, er ontbreekt niets aan. Tegenover deze diseipelin des Heeren, treffen wij nu e~ne andere vrouw aan, die in alle opzichten liet tegenbeeld van Lydia kan genoemd worden. Straalt van haar de heerlijkheid Gods af, deze vrouw is een toonbeeld van de macht des Satans en zijne duivelarijen, met welke hij het werk Gods zoekt na te maken. Wederom begeven zich de de Apostelen tot het gebed, en eene zekere dienstmaagd, hebbende eenen waarzeggenden geest, ontmoette hen, welke haren heeren groot gewin toebracht met waarzeggen. (Ys. 16.) Op den weg Gods kwam hun alzoo in deze dienstmaagd de Satan tegen. Hij had in dit zwakke vat zijnen zetel opgericht, en voerde het om naar zijnen wil; door deze vrouw hield de duivel de geesten der Filippensen aan zich verbonden, zoodat zij niet henengingen tot den levenden God, om Zijnen mond te vragen, maar tot hem, wiens lust het is, ook andere schepselen mede te trekken in zijn verderf, en door deze dienstmaagd zijne leugens, die den stempel van waarheid droegen, verbreidde. De heeren van deze slavin gebruikten liaar, om door hare duivelskunsten hunne schatkisten te vullen, tot eeuwig verderf hunner zielen. Nu echter zal Satan door haar buit maken op de zielen der Apostelen niet alleen, maar in hen ook liet Woord trachten te stuiten in zijnen loop, en alzoo het verhinderen, zijn rijk afbreuk te doen.
Hoe doet hij dat? Ys. 17 meldt Lukas: Dezelve dienstmaagd volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze menschen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen. De duivel schaart zich dus schijnbaar aan de zijde der belijders en spreekt in deze woorden niet anders uit dan de volle waarheid. Maar, waartoe dit getuigenis? Was het, omdat Satan zich geslagen voelde, en, als bij de bezetenen in Gadara eenmaal, vreesde door den Heere Jesus, den Zone Davids, gepijnigd te worden? Neen, niets van dat alles; uitnemend goed kent de duivel de zwakke zijde der menschen, en valt hen, alles te voren wel gewikt en gewogen hebbende, aan deze zijde aan. Wat streelt meer ons hoogmoedig hart, dan openlijk op den troon gezet en van de menschen geprezen te worden als iets groots? Heeft niet de Heere Jesus Zelf, na veertig dagen gevast te hebben, de verzoeking des duivels moeten weerstaan? Na dit vasten hongerde den Heere, en Satan gebruikt juist dezen honger, om den Heere te verlokken, Zich niet langer alleen aan het naakte Woord Gods te houden, maar Zichzelven te helpen en brood te verschaffen. Eén enkele knieval voor hem, en hij stelde al de rijken der wereld in de handen des Heeren Jesus, alsof hij macht had daarover te gebieden en niet alle koninkrijken des Heeren zijn. De Heere echter blijft staande te midden der verzoeking, en verwerft daardoor den Zijnen de genade, dat ook zij weerstand bieden aan liet lokken des duivels, omgord als zij zjjn met de wapenrusting Gods. Had Paulus haar de handen opgelegd en haar gedankt voor de eerbetooning, zoo was Satans spel gewonnen geweest, en had hij de Apostelen in zijn net gevangen, om hen nu zoo spoedig mogelijk onschadelijk te maken; maar de Apostel en die met hem zijn, geleerd door den Geest Gods, onderscheiden de lagen en strikken des Satans, en nemen voor zich niets van zijnen lof aan; slechts éénen Heere dienen zij, en geen enkel oogenblik geven zij zich af met eenen anderen, het is hun genoeg, zoo de Heere Zijn getuigenis in hunne harten schrijft, en den weg, dien zij gaan, hun als den rechten waarborgt, een ander getuigenis hebben zij niet noodig.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1890

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen, Hoofdstuk 16. (Vervolg.)

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1890

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's