Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Hongarije.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Hongarije.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat de Apostel van zichzelven mededeelt in 2 Cor. 7 : 5 : „van buiten strijd, van binnen vreeze", is van bestendige toepasselijkheid mede op de kleine schare in Hongarije, die nog op den Naam des Heeren vertrouwt. In mijn laatste schrijven uit Slavonië vestigde ik de aandacht op het feit, dat de Duitsehe Gereformeerden (hierheen getrokken Paltsers) in Hongarijë en Slavonië door de Luthersche Kerk, door Baptisten en Nazareners (deze beide laatste secten zijn niet van Staatswege erkend) opgeslokt worden.
Wat ik thans „van binnen", uit het leven der Gereformeerde Kerk te berichten heb, is ook niet van meer bemoedigenden aard. Het vervult ons veeleer met vreeze voor de toekomst onzer Kerk, die eens zoo wakker in de waarheid gestaan heeft en goed en bloed voor de zuivere prediking van het Woord Gods opgeofferd heeft. Ach, dat wij altijd terugzien moeten, als wij leven willen zien, terug tot dien tjjd, in welken onze Kerk de vuurproef doorgestaan heeft!
Waarom ik aldus schrijve? In uwe gebeden beveel ik ons en onze Kerk aan.
De „Protestantsche Letterkundige Vereeniging" van Hongarijë, na hevige barensweeën ter wereld gekomen, begon hare werkzaamheid Op de eerste aflevering van de „Protestans Szemle" (Protestantsche Tijdspiegel), het tijdschrift der Vereeniging, wachtte men met groote spanning. Zij is nu verschenen, en te gelijk de tweede. De afleveringen tellen samen 208 bladzijden. Onder het opschrift: „Aan onze lezers" geeft C. Szasz, een der voorzitters der Yereeniging, nadere inlichtingen omtrent het Tijdschrift, en omtrent de taak, die het zich gesteld heeft, welke in niets anders bestaat, dan in het zoeken der waarheid, wat in de Protestantsche Kerk nooit ophouden mag. — Professor Balogh te Debreczin (geref.) schrijft over de „Fransche Protestantsche Historische Yereeniging." Een Luthersche Professor in de godgeleerdheid geeft eene overdenking over de bekeering van den Apostel Paulus. Een ander Luthersch Hoogleeraar handelt over „Het Jansenisme op het gebied der kerkgeschiedenis- beschrij ving." Een rechtsgeleerde geeft een artikel over „Hervorming van het huwelijksrecht." Weer een Professor te Debreczin (geref.) geeft het zesde artikel: „Tot hervorming van onze godsdienstoefening"; het zevende handelt over „De verhouding van den Staat tot de Kerk in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika"; het achtste geeft: „Datums voor de geschiedenis van het Veszprimer Senioraat." Ten slotte komt eene boekbeoordeeling van binnen- en buitenlandsche werken.
Over de artikelen afzonderlijk loopen de meeningen zeer uiteen; maar over het algemeen luidt het oordeel gunstig, want de Protestantsche Kerk van Hongarije drijft op de wateren van het modernismus. Yan dezen arbeid verwacht men iets goeds voor de opkomst der Kerk, voor het leven der Gemeenten ! De geloovige professoren en leeraren namen er geen deel aan en thans, nadat zij de eerste vrucht der Yereeniging gezien en gelezen hebben, zal hun lust om toe te treden gewis nog geringer geworden zijn. Met uitzondering van eenen enkele (Professor in de Kerkgeschiedenis te Debreczin) ken ik niemand ouder de medewerkers van het Tijdschrift, die trouw aan onze Belijdenisschriften, aan den Heidelbergschen Catechismus en de tweede Helvetische Confessie zou zijn. Dadelijk na het verschijnen van bovengenoemden Protestantschen Tijdspiegel was er sprake van om tegenover de Prot. Letterk. "Vereeniging eene Gereformeerde Vereeniging op den grondslag van onze Belijdenisschriften op te richten. De Redacteur der „Szabad Egyhaz", in welk Blad ook wel eens stukken uit Uw Zondagsblad zijn opgenomen, heeft in dien zin eene oproeping aan de Gereformeerden laten uitgaan. Maar wij zijn er te zwak toe. Het beste, dat wij doen kunnen, zal wel zijn, stil en rustig onzen weg te gaan, gelijk tot hiertoe, te trachten om in het kleine in den dienst des Woords getrouw te zijn, en niet te willen beginnen te werken door het oprichten van vereenigingen. Zorgen wij voor eenen degelijken inhoud van ons eenige Gereformeerde Blad, ruimen wij daarin steeds meer plaats in voor goede gezonde Schriftuitlegging, en doen wij het op die wijze meer ingang vinden bij de Gemeenten; daarbij zal het wel met ons moeten blijven.
Onze leidende kringen op theologisch gebied zijn met vreeselijke blindheid geslagen. Het arme volk versmacht in dorheid. Het sectarisme neemt van dag tot dag toe. De Unitariërs, Baptisten, Nazareners wassen in aantal. Maar men geeft er geen acht op. Zoo maar het buitenland over de wetenschappelijke waarde en vruchtbaarheid der Protestantsche Kerk van Hongarije een hooger denkbeeld krijgt, dan mag, ach, zelfs daarvoor een goed deel der Kerk aan den eigen haard te gronde gaan!
Het algemeen convent der Gereformeerde Kerk is nog, terwijl ik deze regelen schrijf, te Budapest. Van krachtige, in het geestelijk leven der Gemeenten ingrijpende hervormingen heb ik geen melding te maken. Het werkt voorbereidend voor de Synode van het volgende jaar. Tot veel gedachten wisseling gaf een voorstel aanleiding ten aanzien van het gebruik van het algemeen Hongaarsch kerkenfonds, als zijnde afwijkend van de tot hiertoe gevolgde beginselen. Tot nog toe werd slechts geringe ondersteuning uit dit fonds verstrekt; voortaan evenwel zullen ook grootere leeningen toegestaan worden, opdat afzonderlijke hulpbehoevende Gemeenten meer afdoend mogen geholpen worden.
De gereformeerde minister-president Tisza heeft, na vijftien jaren liet ministerie geleid te hebben, zijn ontslag genomen. Velen gelooven, dat onder het tegenwoordige roomsch-katholieke hoofd van het ministerie aan de aanmatiging der roomsche geestelijkheid meer paal en perk gesteld zal worden. In een vraagstuk hebben onlangs de roomsche bisschoppen hunne houding afhankelijk gemaakt van hetgeen de paus er over zeggen zal. Deze handelwijze heeft vele roomsche leeken, die de onafhankelijkheid van hun vaderland op prijs stellen, ten hoogste geërgerd.
In de Staatsgymnasiums is de Grieksclie taal zoo goed als afgeschaft. De kerkelijke gymnasiums hebben echter vrijheid, die taal te behouden, wat de meeste wel doen zullen, met uitzondering wellicht van de roomsche gymnasiums.
Een werk van kerkhistorischen aard van den Redacteur der „Szabad Egyhaz", getiteld : „De slachtoffers van de Presburgsche bloedrechtbank in het jaar 1674" heeft zijnen tweeden druk beleefd. Zulks is eene groote zeldzaamheid in Hongarije en tevens eene lofspraak voor den bewerker, die ook daardoor bekend is, dat hij vele der leerredenen van den overleden predikant Dr. Kohlbrügge in het Hongaarsch vertaald heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 mei 1890

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Uit Hongarije.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 mei 1890

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's