Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

l'it IVoonl-lluitschlaiHl. — De stemming der Christenen, die hunne kerk liefhebben, is in de Luthersche en de Gereformeerde kringen, zoowel als in die der Evangelische LTniekerk, in de laatste da^en zeer gedrukt. De wetsvoordracht van den Minister van eeredienst in het Huis der Afgevaardigden, betreffende de uitkeeriDg der zestien millioen mark sper- of sluitgelden aan de Hoomschen, en de gedragslijn der Pruisische regeering, die sinds drie jaren nu feitelijk naar de gunst van Rome dingt, en er thans op bedacht is om deze gelden over te geven, is wel de bitterste satire op dea voormaligen „Culturkampf" welks einde nu — de gang naar Rome is, dus verder dan Canossa! De Evangelischen daarentegen worden als asschepoetster aan den spot en den hoon der mannen van Rome, der vrijzinnige Joden en Jodengenooten prijsgegeven en als eene gift wordt hunnen leeraren, die door het „Standesamtswesen", (of de regeling van de iuschrijving bij den Burgerlijken Stand) dat den sociaal-deinokraten in hunne godsdienstloosheid zoo zeer naar den zin is, in hunne inkomsten uit kerkelijke diensten schade geleden hebben, voor de toekomst eene kleine schade, loosstelling in uitzicht gesteld. Slechts één afgevaardigde, devroegere hofprediker Stöcker, de zoozeer gesmade en miskende man, heeft den moed getoond om in het Pruisische Huis dei- Afgevaardigden het evangelisch bewustzijn te laten spreken eu er openlijk getuigenis van af te leggen, dat Pruisen door het P r o t e s t a n t i s m e tot grootheid gekomen is, dat het als steunpilaar er van tot hiertoe aangezien geworden is, maar daarbij ernstig er voor gewaarschuwd, dat, indien het in dat opzicht zijne t r a d i t i e verloochende en zulk eene s t a a t k u n d e volgde, het niet slechts op de helling naar den afgrond, maar wellicht reeds aan den rand zijns ondergangs zou zijn.
Eene andere hoogst bedroevende zaak is de nieuwe Schoolwet, die met Paschen van 1892 in werking gesteld zal worden. Terwijl men in de Nederlanden met de volksscholen, uitsluitend onder Staatstoezicht, immers zulke t r e i n i g e ervaringen opgedaan heeft, zoo zou men toch met grond hebben mogen verwachten, dat men bij ons, j u i s t in'dezen gevaarlijken tijd, nu alle machten der hel zich tegen den godsdienst, de zedenwet en den troon opgemaakt hebben, vooral de school als stichting der Kerk onder hare hoede gelaten had. In plaats daarvan stelt men nu de school in handen der burgerlijke gemeente, van het plaatselijk bestuur, dat op het land dikwijls uit hoogst onbetrouwbare elementen bestaat, die inzonderheid vijandig tegenover de Kerk staan. Het is duidelijk, dat de Sociaal-demokraten er op uit zullen zijn, om eerlang in het bestuur van menige burgerlijke gemeente den hoofdtoon te voeren, en dat het hun zeer dikwijls gelukken zal die besturen aan hunne oogmerken dienstbaar te maken. De evangelische predikanten daarentegen, die nu reeds onder den invloed der jongste veranderingen en voorvallen in aanzien verloren hebben, welk aanzien juist nu zoo noodig is tot handhaving van het Goddelijk zoowel als van het menschelijk gezag, zullen dan als ten eenenmale nuttelooze personen aangezien worden. Zij zullen herders zijn zonder kudden, mensehen zonder hoede en bescherming, aan de luimen en de willekeur der gemeentebesturen prijsgegeven, vooral daar zij onder de tucht van wereldlijke en kerkelijke besturen staan. Dat zijn geen blijde vooruitzichten. En al laat men hun uit genade het toezicht op het godsdienstonderwijs iu de school, zoo is dat toch ook het allerminste, dat men hun laten kan, daar zij niet eens zeiven de leerboeken mogen aangeven, maar zulks den besturen moeten overlaten, die vaak uit Roomschen en tegenstanders hunner belijdenis bestaan! Zoo weinig godsdienstvrijheid of gewetensvrijheid heeft de Evangelische Kerk, en met name het onder de verdrukking steeds meer wegsmeltende gereformeerde hoopje in onze dagen in Pruisen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Correspondentie

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's