Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit den Schat der Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit den Schat der Kerk

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Aanteekening op Handel. 2 : 1 .

E n a l s de d a g van liet P i n k s t e r f e e s t v e r v u l d w e r d . — H e t werkwoord, dat i n d e n grondtekst voor „vervuld worden" gebruikt is (<iv/inXtiQoïi<i&ai), geeft de voleinding der handeling, het volkomene, afgeslutene er van te kennen (met het nvv is de versterking van het begrip aangegeven, dat in het een- voudige verbum ligt.) De tijd van wachten en verbeiden, ook der aanvechting voor de Gemeente, voor de discipelen des Heeren, — de tijd dezer vijftig dagen, van Paschen tot Pinksteren, als wanneer de belofte van den Yader komen zoude,— was vervuld, was geheel vol geworden. Zoo is ook het „vervuld worden" te verstaan, in Luk. 9 : 51, de eenige plaats waar, behalve in Handel. 2 : 1, hetzelfde werkwoord in deze beteekenis voorkomt. Hoe dikwijls wilden zij Jesus grijpen en docden, Hem afstorten van de steilte! maar het was nog immer niet de tijd Zijner opneming (avafo/ifitb-), eindelijk echter kwam die tijd, eindelijk werdtn de dagen Zijner opneming vervuld.


Aanteekening op Handel, 2 : 19, 20,

E n I k zal w o n d e r e n g e v e n , i n d e n h e m e l b o v e n, e n t e e k e n e n op de a a r d e b e n e d e n , b l o e d , en v u ur e n r o o k d a m p . Do zon zal v e r a n d e r d w o r d e n in d u i s t e r n i s , en de m a a n in b l o e d , e e r d a t de g r o o te e n d o o r l u c h t i g e d a g d e s I l e e r e n k o m t . —Zulks ging in vervulling bjj de verwoesting van Jerusalem. Toen werden de Joden ganschelijk van God verlaten, en dit wordt hun vooraf verkondigd met deze beelden, dat alle licht van hen wijken zou. Het zal zulk eene verwoesting zijn , dat zon en maan zich in duisternis gehuld zullen vertoonen, en dat schrikkelijke teekenen daarmede gepaard zullen gaan. Deze woorden „zon" en „maan" duiden ook aardsche machten aan, die bij de verwoesting van Jerusalem ineenstorten en te gronde zullen gaan. Intusschen is het ook mogelijk, dat onder de talrijke wonderteekenen, die bij de verwoesting dezer stad voorkwamen, aan den hemel ook de letterlijke vervulling van deze voorzegging is aanschouwd geworden.


Aaiiteekening op Handel. 2 : 22.

G i j I s r a ë l i e t i s c h e m a n n e n ! h o o r t d e z e w o o r d e n: J e s u s d e n N a z a r e n e r . . . . " — Petrus gebruikt met opzet den naam „Jesus den Nazarener", opdat de Joden gevoelen zouden, welke zonde zij daarmee bedreven hadden, dat zij dezen scheldnaam den Zone Gods gegeven hadden, Die toch Zijne hemelsche woonstede verlaten had, opdat Hij hun door Zijn lijden een eeuwig heil verwerven zou.


Aanteekening op Handel- 2 : 25- W a n t D a v i d z e g t v a n Hem: Ik zag d e n H e e re a l l e n t i j d voor m i j : — Jesus had in werkelijkheid den dood voor Zich, de bezoldiging onzer zonden, die Hij op Zich genomen had, maar Hij stelde den Heere, Zijnen hemelschen Vader, voor Zich, Die Hem nimmermeer verlaten zou.


W a t z u l l e n wij d e z e n m e n s c h e n d o e n ? W a n t dat e e n b e k e n d t e e k e n door h e n g e s c h i e d zij, is p e n b a a r aan a l l e n , d i e t e J e r u s a l e m w o n e n , en wij k u n n e n het n i e t l o o c h e n e n . Maar o p d a t het i e t m e e r en m e e r o n d e r h e t v o l k v e r s p r e id o r d e , l a a t ons hen s c h e r p e l i j k d j - e i g e n , d a t zij i e t m e e r t o t e e n i g m e n s c h in d e z e n N a am p r e k e n . En a l s z i j h e n g e r o e p e n h a d d e n , z e i d eu zij hun a a n , dat zij g a n s c h e l i j k n i e t z o u d en p r e k e n , noch l e e r e n in don N a a m v a n J e s u s. Wanneer de menschen de waarheid voor zich hebben en, door haar getroffen, ze nochtans niet willen erkennen, zoo stellen zij, in weerwil van de verwijtingen, die de stem der conscientie hun doet, toch al het mogelijke in het werk, om de waarheid te verjagen, te dooden en te vernietigen, wel is waar niet openlijk, dewijl zij vreezen, dat alsdan het volk zich tegen hen verheffen zal, maar op eene wijze, die tn hatelijker is, naarmate zij valscher en geveinsder is en zij zich meer bedekt houdt.


Aanteekening op Handel. 5 : 1—10-

Do g e s c h i e d e n i s van A n a n i a s en S a f f i r a doet zien, dat men God en den Heiligen Geest niet beliegen kan, en dat elke arbeid voor de zaak der Kerk, als zij uit ïjdelTieid en roemzucht gedaan wordt of om eenige andere beweegreden dan uit zuivere en onbaatzuchtige liefde, eene afschuwelijke zonde is; dientengevolge is de huichelarij de zonde, door welke men het allereerst den rechtvaardigen toorn Gods over zich komen doet.


Aanteekening op Handel. 5 : 15

. Z i j d r o e g e n de k r a n k e n u i t op de s t r a t e n , en l e i d e n ze op b e d d e n en b e d d e k e n s , o p d a t als P e t r u s k w a m , ook m a a r de s c h a d u w i e m a n d van h e n b e s c h a d u w e n m o c h t . — De kranken en degenen, uie hen gebracht hadden, verwachtten de genezing met geloof, zonder aan de macht des Geestes te twijfelen, Die in de Apostelen was. Daarom had de schaduw dezelfde uitwerking als de oplegging der handen, als de kleederen, welke door de Apostelen gedragen, daarna op de lichamen der kranken gelegd werden, of als de staf van Mozes.


Aanteekening op Handel- 5 : 17.

W a t z u l l e n wij d e z e n m e n s c h e n d o e n ? . . . O p d at h e t n i e t m e e r en m e e r o n d e r h e t v o l k v e r s p r e id w o r d e , l a a t ons h e n s c h e r p e l i j k d r e i g e n , d a t zij n i e t meer tot e e n i g e n m e n s c h in Z i j n e n N a am s p r e k e n ! — De onverschilligen, de ongeloovigen , de wereldchristenen, want dat waren de Sadduceën, — vereenigen zich ten slotte met de hevige vervolgers, om de waarheid te verdelgen. Ondanks den geesten het verstand , waarop deze wereldchristenen roem dragen, toonen zij toch, dat zij van alle gezond mensehen verstand ontbloot zijn. De wonderbare bevrijding der Apostelen had den Sadduceën een onomstootehjk bewijs geleverd, dat niemand anders dan een van de engelen, der krachtige geesten, welker bestaan zij loochenden, hun de gevangenen kon ontrukt hebben, zonder dat de wachters het gewaar werden, zonder dat zij de deuren en grendels verbroken vonden. Ondanks dat alles geven de Sadduceën op dit wonder geen acht, en toen zij de Apostelen leerende in den tempel vonden, vergenoegden zij zich met tot ben te zeggen: „Hebben wij u niet ernstelijk aangezegd, dat gij in dezen Naam niet zoudt leeren ?" in plaats van hen naarstig te ondervragen, hoe zij toch uit de gevangenis gekomen waren!


Aanteekening op Handel. 5 : 33—40-

De r a a d v a n G a m a l i ë l . In Vs 33 — : Als zij d i t h o o r - d e n , b a r s t t e hun h e t h a r t , en z i j h i e l d e n r a a d, om hen te d o o d e n , — zien wij in een treffend voorbeeld, dat de menschen, als zij de waarheid niet meer kunnen tegenspreken, tegen dezelve in woede ontsteken en al spoedig raad houden, hoe zij haar zullen uit den weg ruimen en dooden. — In de volgende Yerzen vinden wij getrouw de houding van een dier vreesachtige menschen geteekend, — vreesachtig, dewijl zij bevinden, dat zij alleen staan onder do groote menigte der wereld, — die, ofschoon de stem des gewetens hun onophoudelijk toeroept, dat zij het niet kunnen, nochtans zich inbeelden in staat te zijn de waarheid te be gunstigen en te verdedigen en tegelijkertijd de vriendschaj der tegenpartijders te behouden. Gamaliël, de wetgeleerde, ir waarde gehouden bij al het volk, is overtuigd, dat de leer dex Apostelen de waarheid is. In plaats evenwel van openljjk in tegenwoordigheid van den geheelen Raad tot hen te zeggen: „Gijlieden zijt de van God gezonden mannen, om ons het heil om ons het heil te verkondigen; ik sluit mij bij u aan," vergenoegt hjj zich daarmede, zijng medeleden van de zonde terug te houden, die zij zouden begaan, zoo zij de Apostelen nog verder vervolgden, ingeval hun werk of hun streven uit God mocht zijn, en voegt er aan toe, dat, indien het uit de menschen is, gelijk dat van Theudas en van Judas, den Galileër, het vanzelf te gronde gaan zal. De anderen, lafhartig, gelijk deze zoogenaamde Christelijke ijveraars allen zijn, zijn nu ook ganschelijk van zijn gevoelen en laten de Apostelen gaan; maar vooraf moet Gamaliël het nog mede aanzien, dat men hen geeselt en hun nogmaals verbiedt, voortaan in den Naam van Jesus te leeren.


Aanteekening op Handel. 6 : 1.

E r o n t s t o n d e e n e m u r m u r e e r i n g d e r G r i e k s c l i en t e g e n de H e b r e e n , o m d a t h u n n e w e d u w e n in de d a g e l i j k s c h e b e d i e n i n g v e r z u i m d w e r d e n . - Zelfs als de Heilige Geest in eene Kerk woont, zoo worden toch altijd iu hare instellingen zekere gebreken openbaar, die tot klachten aanleiding geven en het duidelijk in het licht stellen, dat er hierbeneden gèene volmaaktheid is.


Aanteekening op Handel. 6 : 5 en 10- „ S t e f a n u s , een man vol d e s g e l o o f s en d e s Heil i g e n G e e s t e s . " — E n zij k o n d e n n i e t w e e r s t a a n de w i j s h e i d en d e n G e e s t , d o o r W e l k e n h i j s p r a k . — Men zou hier kunnen vragen waarom hier „geloof" en „wijsheid" voor „Heiligen Geest" staat, daar die gaven toch eerst door den Heiligen Geest gewerkt worden en Deze dus voortgaat. Evenwel in de Heilige Schrift toont Zich de Heilige Geest'overal als een Geest der nederigheid, Die in den mensch datgene prijst, wat Hij toch Zelf gewerkt heeft. Hier geeft de Heilige Geest Lukas in te schrijven: „vol des geloofs en der wijsheid", en de Evangelist geeft er de oorzaak van aan, terwijl hij zegt: vol des Heiligen Geestes."


Aanteekening op Handel. 7 • 1 en 2.

De li o o g e p r i e s t e r z e i d e : z i j n dan d e z e d i n g en a l z o o ? E n h i j z e i d e : G i j m a n n e n b r o e d e r s en v a d e r s! h o o r t t o e : d e G o d d e r h e er l i j k h ei d v e rs ch ee n on z en v a d e r A b r a h a m . — De hoogepriester had niet noodig gehad te vragen, want hij wist zoo goed als de anderen, dat hetgeen Stefanus zeide, waarheid was. Dat Stefanus evenwel den Heiligen Geest ontvangen had, zien wij wel daaruit, dat de liefde, welke de vrucht des Heiligen Geestes is, hem aandreef, dezulken, die hem met smaadheden en valsche aanklachten overlaadden, als „mannen broeders en vaders" aan te spreken. Hij houdt hun nu de geschiedenis der patriarchen en van Mozes voor, dewijl deze in den toenmaligen tijd geheel en al verwrongen en misverstaan werd.


Aanteekening op Handel- 8 : 26.

En e e n E n g e l des I l e e r e n s p r a k tot F i 1 i p p u s, z e g g e n d e : Sta op en ga h e e n t e g e n h e t z u i d e n . — In weerwil van het bevel onzes Heeren aan de Apostelen, om in de geheele wereld te gaan en het Evangelie aan alle creatuur te verkondigen, bleef Filippus bij de Samaritanen, van welke toch de meerderheid reeds bekeerd was, totdat de Engel des Heeren hem elders heen zond.


Aanteekening op Handel- 10 : 15

H e t g e e n God g e r e i n i g d h e e f t , z u l t g i j n i e t gem e e n maken. — De Heidenen waren reeds voor God gereinigd door het bloed van Jesus Christus, maar zij waren het nog niet, wat de toeëigening van het genadewerk van Jesus Christus door den Heiligen Geest in het binnenste aangaat. Hierin is het werk Gods juist het tegenovergestelde van dat, wat de menschen zich inbeelden. Wij willen altijd eerst in onszelven de heiliging werken en alsdan de vergeving der zonden ontvangen, in plaats van te gelooven, dat onze zaligmaking eene volbrachte daad is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Uit den Schat der Kerk

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's