Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mededeeling omtrent de Evangelisch-Gereformeerde diasporagansch gemeente te Brünn over het jaar 1890.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mededeeling omtrent de Evangelisch-Gereformeerde diasporagansch gemeente te Brünn over het jaar 1890.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Heere bouwt Jerusalem; Hij vergadert Israëls vermet drevenen," Psalm 147: 2. Jerusalem is de Gemeente van Christus, Israël het volk, dat onder tranen en smeekingen met God om den zegen worstelt, dien het in Christus Jesus deelachtig wordt Onze kleine Gemeente werd — zooals zeer duidelijk is — door den Heere Zeiven gebouwd, en Hij is het, Die haar met genadige hand ook bewaart. Evenzeer in het afgeloopen jaar betoonde Hij Zich als onze God en Vader, Onze samenkomsten streelen den hoogmoed en den eigenduuk des menschen niet, maar, indien tocli Zondag op Zondag onze plaats des gebeds benevens de voorkamer vol toehoorders is de samenkomsten des namiddags van die des voormiddags talrijkheid van hoorders weinig verschillen, zoo komt het ons voor, dat hier dezulken samenkomen, die gebrokenen van harte mogen heeten, welke in dit ons Jerusalem komen, om zich door den eenigen Geneesmeester Christus te laten heelen zich in hunne smarten te laten verbinden, Psalm 147 : 3, opdat zij niet ten verderve gaan, maar het eeuwige leven hebben. Zoo bouwt dan inderdaad de Heere hier Zijn Jeru- salem, en vergadert Hij Israëls verdrevenen door de prediking van Jesus Christus.
God wekt de harten der menschen op, zoodat zij ons bij den arbeid tot vergaderen der verstrooide Gereformeerden behulpzicli zaam zijn. Yan bijzonder gewicht is het, dat degenen, die uit hunne woonplaats naar Brünn gaan, door de hunnen en voornamelijk door hunne zielverzorgers op onze Gemeente opmerkzaam gemaakt en ernstig aan het apostolisch woord herinnerd worden: „Laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten," Hebreën X : 25.
Het is zeer te betreuren, dat er velen uit hunne geboorteplaats zich komen vestigen te Brünn, zonder van hunnen leeraar afscheid nemen en te vragen, waar de godsdienstoefeningen der Gereformeerden te Brünn gehouden worden. Menigeen gaat het slechts om winstgevend bedrijf of voordeeligen arbeid, maar bekommeren zich geenszins om de redding hunner ziel en vragen daarom ook niet naar de samenkomsten der heiligen, Toch maken zij de rekening verkeerd. Wij nemen waar, dat zij, die onze samenkomsten bezoeken, ook in stoffelijken zin voorspoediger zijn, terwijl degenen, die zich van ons verwijderd houden, gemeenlijk ook in stoffelijken nood zijn, om van de geestelijke armoede maar niet te gewagen. Waarlijk, de godhem zaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegendien woordigen en des toekomenden levens (1 Tim. 4: 8). Zoeken wij s t het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, zoo zal ons alles, t t o t dit leven noodig is, toegeworpen worden (Matth. 6: 33). Iedere dienstmaagd zie toe, dat zij den dag des Heeren werkelijk viere, en bedinge dadelijk bij het aannemen van eenen dienst, dat men haar tijd late de onderlinge bijeenkomsten bij wonen.
Tot voorbeeld wijzen wij op liet navolgende geval. Een onzer dienstmeisjes kwam in eenen nieuwen dienst; de vrouw des huizes verlangde nu van haar, dat zij des Zondags wasschen zou. „Maar, genadige vrouw", antwoordde het meisje: „God heeft ons geboden den dag des Heeren te houden, de ver gadering der heiligen bjj te wonen en de eeuwige rust te zoeken. Ik wil liever gedurende de werkdagen des te naarstiger zijn, om al mijn werk behoorlijk af te maken. Indien gij nochtans er op zoudt blijven staan, dat ik 's Zondags de wasch onder handen neme, zoo zou ik nog heden den dienst moeten opzeggen." De Roomsch-katholieke vrouw zag de dienstbode met niet geringe verwondering aan en vraagde: „Is dat dan bij ulieden zoo streng?" „Wat God in genade ons geboden heeft, dat behooren wij hoog te achten", antwoordde het meisje. Nu heeft zij tijd genoeg om naar de samenkomst te gaan; de wasch wordt in de week beredderd, en de vrouw is zeer tevreden.
Nieuws omtrent onzen arbeid is er niet veel, maar toch wel iets, namelijk de nauwere verbinding onzer jongelingen. De Gemeente biedt hun gelegenheid, om des Zondags, des Maandags en des Woensdags avonds in de voorkamer van ons bedehuis tot het lezen van kerkelijke bladen en goede boeken samen te komen. Het kleine aantal boeken uit vroegere jaren werd met omstreeks twintig boekdeeltjes uit de middelen der jongelingen zeiven vermeerderd. Alle uitgevers onzer kerkelijke bladen zenden ons voor slechts éénen abonnementsprijs twee exemplaren hunner bladen, waarvoor wij zeer dankbaar zijn. De jongelingen hebben ook hunue vragenbus, in welke zich reeds menigmaal zeer belangrijke vragen bevonden. De vragen is dc leeraar gewoon op eenen daartoe aangewezen avond te beantwoorden, en dan worden er dikwijls zeer levendige gesprekken gevoerd. Van tijd tot tijd wordt voor de jongelingen eene voordracht gehouden. Het eigenlijke doel dezer instelling is onze jongelingen van de wereld afgescheiden te houden en hen de gemeenschap der heiligen onder elkander te leeren onderhouden, voorts hen in de heilzame kennisse Gods te doen toenemen en tot het leven in godzaligheid optewekken. Wij verzoeken aan alle predikanten en de broederen in het algemeen, de naar Brünn vertrekkende jongelingen daarvan in kennis te stellen.
Aan onze Gemeente te Brünn kon sedert het begin van de tweede helft des verloopen jaars meer zorg besteed worden, dewijl de zorg voor het predikstation te Reiclimannsdorf door den eandidaat Nespor aanvaard is en op de overige standplaatsen de eandidaat J. Simsa den reizenden leeraar, Ds. Pokoray, meermalen vervangen heeft en ook te Brünn gepredikt heeft, zoodat gedurende dat tijdsverloop slechts zelden leesgodsdienstoefeningen plaats vonden.
Ten vorigen jare werden ons twee gewaardeerde bezoeken gebracht, die tot onze versterking bijgedragen hebben. De eerste welkome gast was de heer A. Vischer Sarasin uit Bazel in Zwitserland, — dus uit het land, vanwaar onze belijdenis afkomstig is, en uit de stad waar onze vermaarde Blahoslav gestudeerd heeft. Het tweede bezoek gold eigenlijk onze geheele Moravische Superintendentie, namelijk dat van den heer Dr. Cattell uit Amerika, die onze kerk de vriendelijke groeten der Amerikaansche broederen bracht. De oceaan maakt scheiding, het geloof vereenigt.
Het lokaal onzer godsdienstige samenkomsten en de woning van den leeraar bevinden zich nog op de Krautmarkt, N". 11. lederen Zondag begint de godsdienstoefening om tien uur des vooriniddags en om drie uur des namiddags. Bij de middaggodsdienstoefeningen heeft de voorlezing uit de Schrift benevens de predikatie evenals des voormiddags plaats. De Zondagsschool wordt nu vóór de ochtendsamenkomst van half negen tot half tien gehouden. Het doopen heeft in den regel in de namiddag-godsdienstoefening plaats. Het Heilige Avondmaal wordt op den eersten Kerstdag, op Goeden Vrijdag,, op Paaschzondag, op den eersten Pinksterdag, op den zoogenaamden Trinitatisdag en op den eersten Zondag in October gehouden, buitendien al naar gelang van omstandigheden den Zondag vóór of na Kerstfeest.De kinderen uit de vier lagere klasse der volksschool krijgen godsdienstonderwijs in de Zondagsschool, die uit de hoogere klassen der volksschool en van de burgerscholen worden buitendien Woensdags van half vijf tot half zes na den middag in onze vergaderzaal onderwezen. Het aantal „schoolplichtige"' kinderen te Brünn en in de omstreken bedroeg tegen het einde van 1890 vijftig. De leerlingen der middelbare scholen krijgen eiken Woensdag en Zaterdag namiddag onderricht in den godsdienst in twee groepen, van welke de laagste van half twee tot half drie, de hoogste van half drie tot half vier onderwezen wordt. Op de Boheemsche middelbare scholen hadden wij tegen het einde des vorigen jaars 35, op de Duitsche 4 leerlingen. In het jaar 1890 nam onze Gemeente met 37 zielen toe, zoodat zij aan het einde des jaars 497 zielen telde.
Het dotatiefonds steeg in het afgeloopen jaar van 838 fl„ 98 kr. tot 1051 fi. 58 kr., het bouwfonds van 3240 fl. 44 kr. tot 4253 H. 51 kr. Voor den aankoop van een huis der Gemeente ontbreekt ons nog veel, ofschoon de noodzakelijkheid er van dagelijks meer gevoeld wordt. Eenerzijds loopt onshuurcontract reeds in April 1892 af en het is volstrekt niet zeker, dat het vernieuwd kan worden. Voorts worden onze samenkomsten steeds grooter; gaat dat zoo voort, wat wij van. harte wenschen, zoo zal ons de ruimte voor onze samenkomsten spoedig te beperkt worden. Vooral bij de derde openbare voordracht van den eandidaat Simsa deed zich dat gebrek aan? ruimte gelden. In het geheel trad die eandidaat vier maal in ons vergaderlokaal op, in de Duitsche taal sprekende, voor een zeer talrijk gehoor van alle belijdenissen, inzonderheid van Roomsch-Katholieken en ook zelfs van Joden.
Anderzijds hopen wij in God, dat wij eer tot zelfstandigheid onzer Gemeente geraken zullen, als wij voor de kerkelijke behoeften een eigen gebouw zullen hebben. Daarom bidden wij van harte alle onze vrienden, om ons verder ook goedgunstigte gedenken en ook aan anderen onze Gemeente ter ondersteuning te willen aanbevelen. Bovenal verzoeken wij met alle bescheidenheid alle Gemeenten onzer Moravische Superintendentie het besluit van het hoogeerwaarde superintendentiaal convent des jaars 1888 niet uit het geheugen te laten verdwijnen, t. w. elk jaar eene kerkelijke inzameling ten goede van ons bouwfonds te doen plaats hebben.
Onzen weleerwaarden kerkelijken besturen , die zich met warmte het lot onzer Gemeente aangetrokken hebben, gelijk ook allen overigen lieven vrienden en begunstigers van onzen arbeid te Brünn, brengen wij onzen hartelijksten dank en wenschen hun van Godswege het beste.
Tot onze vertroosting en opwekking zien wij op de beloftenis: „Vrees niet. gij wormpje Jakobs, gij volkje Israëls. Ik help u, spreekt de Heere, en uw Verlosser is de Heilige Israëls," Jesaja 41 : 14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Mededeeling omtrent de Evangelisch-Gereformeerde diasporagansch gemeente te Brünn over het jaar 1890.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's