Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

hans in de geheele Gereformeerde Kerk niet slechts, maar nu ook in de Luthersche. Er is besloten, dat de Lutkersclie Kerk ter zelfder tijd als de Gereformeerde, in Budapest, te beginnen met den 5l1e" December, hare Synode zal houden. Do beide Synoden zullen gedurende den zittingstijd elkander op de hoogte houden van die besluiten, welke de gemeenschappelijke belangen betreffen. De lucht is yol van paragrafen. De kerkelijke bladen geven eenen stortvloed van nieuwe voorstellen en wijzigingen met betrekking tot de wetten, die op de eerste Synode van 1881/82 tot stand gekomen zijn. In do zalen, waarin de onderscheidene kerkelijke lichamen samenkomen, is het ontwerp der synodale wet schering en inslag van het verhandelde, en men rent in het labyrinth der paragrafen heen en weder. De wetten van het jaar 1881 hebben het gewensclite gevolg niet gehad. Nu wordt een nieuw verbond met de paragrafen gesloten. Maar in de nieuwe en veranderde paragrafen komt er even weinig voor, dat verband houdt met Gods Woord, de belijdenisschriften en de oude kerkorden, als in die van het j a a r 1881. Alles is op den leest der wereldlijke, burgerlijke wetten gesteld. Verlangt iemand een getrouw beeld des tijds van onze Kerk, zoo leze hij de kerkwetten eens door. Het is niet te verwonderen, dat met zoodanige wetten het geval zich kon voordoen, dat in eene senioraatszitting, in welke omstreeks dertig predikanten en even zoo veel gekozen vertegenwoordigers der Gemeenten twee dagen lang vergaderd waren, de Naam des Heeren, behalve in het officieel openingsgebed geen enkele maal genoemd werd.
Een ander kenteeken van het ontwerp van wet, naast het wereldlijk of ongeestelijk karakter, is de uitbreiding van de machtsbevoegdheid der hoogere kerkbesturen en van degenen, die aan het hoofd er van staan, ten koste der Gemeenten. Er zijn echter — Gode zij dank — nog enkelen en evenzoo geheele kringen, die het steeds toenemend streven naar centralisatie kloekmoedig het hoofd bieden. Een voorstel in de ontworpen wet luidt, dat van nu aan de medeleden van het generaal-convent (vergadering der vijf superintendentiën) niet zooals tot hiertoe door de Gemeenten, maar met voorbijgaan der Gemeenten door de afzonderlijke superintendentie-vergaderingen zelve gekozen moeten worden. Zulks vindt heftige bestrijding. Ook zou men als wettelijke bepaling willen stellen, dat grootere Gemeenten in verhouding van het zielental recht verkrijgen om meer stemmen uit te brengen. Naar de algemeene stemming te oordeelen, zal ook dit voorstel vallen. Het zou op zijn hoogst kans van slagen hebben met deze wijziging, dat de grootere Gemeenten zooveel stemmen mogen uitbrengen, als er predikantsplaatsen bij haar zijn.
Een pensioenfonds voor predikanten bezit onze Kerk niet. Bij de stichting van het landskerkfonds in het jaar 1881, heeft men ook de stichting van het pensioenfonds voor predikanten op 't oog gehad. Jaarlijks zou laatsgenoemd fonds uit het eerste eene bijdrage hebben moeten ontvangen, maar tot heden kwam daarvan niets. Juist de beter bezoldigde predikanten, die in de grootere Gemeenten staan, zijn tegen het pensioenfonds. Waarom? Zij kunnen met de helft van hunne jaarwedde (welke helft nog altijd meer bedraagt dan de jaarwedde der predikanten in Gemeenten der derde en vierde klasse) hun emeritaat verkrijgen, of wat geldelijk nog voordeeliger is, zij nemen eenen hulpprediker. De predikanten in kleinere Gemeenten kunnen zoomin het eene als het andere doen; ter nauwernood leven zij van hunne jaarwedde, zoodat zij de helft evenmin zouden kunnen missen, als eenen hulpprediker aannemen. Slechts tien percent der Hongaarsche Gereformeerde Gemeenten, dus ongeveer 220 Gemeenten, zijn onder de eerste klasse geranschikt. En die oefenen nu zulk eenen druk op de overige Gemeenten uit. Daar zou gewis een optreden, als in Nehemia 5 beschreven is, noodig zijn om eene gunstige uitkomst te weeg te brengen.
De vastgestelde regeling van de keuze der predikanten zal eene verandering ondergaan. De Commissie tot candidaatstelling wordt opgeheven. Do vier jaren geleden ingevoerde gelijkvormigheid in het ambtsgewaad (nationaal costuum) loopt ook groot gevaar. Yerscheidene senioraten bevelen de reverenda der Roomsche geestelijkheid als ambtsgewaad aan. Het denkbeeld om bij de predikanten de waardigheid, welke zij in de kerk bekleeden, door zichtbare onderscheidingsteekenen te doen uitkomen, wordt ook reeds door sommigen sterk bepleit. Wie weet, of onze vijf „bisschoppen" ook niet eerlang met een gouden kruis zullen prijken evenals in Duitschland.
Do grootste krenking is het protestanlsch geweten aangedaan door de invoering van de plechtige viering van den „Heiligen Stephanus dag", die dezer dagen voor het eerst plaats had- De Regeering gaf geen gehoor aan de protesten der protestantsche afgevaardigden in den Rijksdag, noch aan dat van eenen Lutherschen superintendent in het Hoogerhuis. Tisza, de-- oppercurator van de superintendentie aan gene zijde van den Donau, gewezen ministerpresident, heeft zich werkelijk verdienstelijk gemaakt — jegens de Roomsche Kerk. Als wij van het standpunt der moderne Christenen tusschen groote en kleine feestdagen onderscheid maken, dan is de „ Heilige Stephanusdag" de grootste feestdag in Hongarije, grooter dan Kerstmis, grooter dan de Goede Vrijdag. Dat Stephanus I. den Roomschen clerus met rijkdommen begiftigde, gelijk in geen land ter wereld, wordt _dus als een gewichtiger feit beschouwd dan de geboorte onzes Heeren of Zijn dood! Die dag moet in Hongarije door allen gevierd worden, zonder onderscheid van volksstam en belijdenis. Kerkelijk hebben wij den dag niet gevierd. Er zijn mij evenwel protestantsche Gemeenten bekend, die op dien dag ook ter kerke gingen, ofschoon geen wereldlijke wet dat vermag te gebieden. Of de Synoden te dien aanzien iets zullen doen, is mij onbekend.
De moderne kerkelijke bladen hebben er hunne aandacht niet aan gewijd, terwijl het trouwens ook zonder beweging of opzien te baren plaats had, dat de superintendentie van de ï h e i s s , de grootste der vijf, weder partij trok voor den Heidelbergschen Catechismus, de zeer schoone vertaling uit het Duitsch van Professor Dr. Erdos uit Debreczin voor echt verklaarde en den Catechismus opnieuw als leerboek voor de hoogere en lagere scholen, onder haar toezicht afkondigde. De Naam des Heeren zij geprezen, dat Hij voor onzen Catechismus nog een toevluchtsoord in Hongarije schiep en het licht niet ganschelijk laat uitblusschen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Correspondentie

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's