Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes Hartung, Predikant en Licentiaat in de wijsbegeerte, en zijne negen ballingschappen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Hartung, Predikant en Licentiaat in de wijsbegeerte, en zijne negen ballingschappen.

Levensschets van een Gereformeerd Predikant uit de dagen van den Dertigjarigen oorlog.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wee mij, die rust en hulp moet derven, In Mesech als een vreemd'ling zwerven! Psalm 120.

Hoofdstuk 1.

Het ouderlijk Huis en de jaren der jeugd.


Niet verre van de stad Neustadt, aan de Aisch, in het tegenwoordige Beiersche regeeringsdistrict Mittelfranken, ligt, omgeven door niet zeer hooge bergen en donkere sparrebosschen, het dorp Ullstadt, dat tot in het jaar 1662 aan de vrijheeren van Seckendorf-Gutend behoorde, die het in het genoemde jaar aan den vrijheer Johan Peter van Frankenstein verkochten. Reeds vroegtijdig werd het gebied der Seckendorfs tot de Hervorming toegebracht, want Eloriaan van Seckendorf tot Ullstadt en Langenfeld was de eerste van den Frankischen adel, die in het jaar 1529 de zijde van Luther koos. Diens zoon Joachim tot Ullstadt, Weissendorf en Langenfeld werd door zijnen vriend en nabuur, graaf Wolfgang II van Hohenlohe, die met Magdalena, de dochter van Willem den Rijke , graaf van Nassau, gehuwd was, gunstig gestemd voor de Gereformeerde leer. Dit bleef niet zonder invloed op de Kerk en hare dienaren in beider gebied. Te Ullstadt arbeidde als bedienaar des Goddelijken Woords sedert het jaar 1567 zekere Johannes Hartung, de grootvader van den man, wiens levensloop wij thans zullen nagaan. Na eene achtjarige ambtsbediening als diaken in het naburige Emskirclien had deze oudste Johannes Hartung, een zoon van Sigismund Hartung uit Neurenberg, nog veertig jaren te Ullstadt het predikambt waargenomen, totdat hij het eindelijk , als zeventigjarige grijsaard , aan zijnen zoon Johannes overdroeg. Op het Paaschfeest van het jaar 1611 nam de Heere dezen Zijnen vermoeiden dienaar op in Zijne hemelsche rust. Den 12J t n Maart 1612 volgde hem zijne trouwe echtgenoote Katharina, eene dochter van Georg Schmidt te Neurenberg, met wie hij een en vijftig jaren lang een gelukkig huwelijksleven had gehad, dat met verscheidene zoons en dochters gezegend werd. De oudste dier zoons, Johan, werd predikant te Wilhelmdorf in Hohenlohe; de tweede, Johannes, de vader van dien Hartung, die in het opschrift hierboven bedoeld wordt, in 1572 geboren, aanvaardde in het jaar 1607 het predikambt te Ullstadt, ter vervanging van zijnen vader, zooals hierboven reeds gezegd is. De derde, Andreas, begaf zich later in den vreemde; de vierde zoon, Peter genaamd, was aanvankelijk schoolmeester te Ullstadt, later werd hij kastelein, en eindelijk schout van het dorp.
De tweede der genoemde zonen, Johannes Hartung de jongere, had bij zijne echtgenoote Clara eveneens verscheidene kinderen, waarvan eenigen reeds vroegtijdig stierven. Zoo verloren zij in het jaar 1608 eenen zoon Sigismund, en in 1610 hun vurig geliefd zoontje Wolfgang Christophorus, in welks bezit zij zich slechts weinige weken mochten verheugen. Slechts twee van hunne zoons bereikten den mannelijke!) leeftijd, namelijk Johannes, die in het jaar 1597 ter wereld kwam, en Jeremias, in 1599 geboren. Ongelukkigerwijs heeft hun vader — wellicht uit overgroote bescheidenheid — verzuimd, beider geboorte en doop in het kerkregister te boeken. Beiden werden zij van kindsbeen af opgevoed in de leering en de vermaning des Heeren, en later naar het gymnasium te Amberg gezonden, alwaar, door het krachtdadig optreden der regeering van de Keurpalts, de Gereformeerde belijdenis een toevluchtsoord gevonden had. Van daar begaven zij zich in October 1616 naar de Universiteit te Heidelberg. Johannes onderscheidde zich hier zóózeer, dat hij in de maand Juni van het jaar 1618 als „stipendiaat" werd opgenomen in het onder den naam van „Casimirianum" bekende convict, dat ten bate van behoeftige, maar vlijtige studenten gesticht was. Een jaar daarna hield hij reeds, als praeceptor aan het Gereformeerde paedagogium te Heidelberg, eene Latijnsche schoolrede. Deze toespraak, den 22"™ Juli van het jaar 1619 door hem gehouden, werd later gedrukt en in quarto formaat te Heidelberg uitgegeven. Zijn broeder Jeremias vertrok in de maand September van hetzelfde jaar naar Marburg, om daar zijne studiën voort te zetten. Na afloop van zijnen studietijd trad hij als leeraar in dienst bij de Gereformeerde Kerk in de Bovenpalts. Wij zullen bij het schrijven der geschiedenis van Johannes Hartung ook de verdere lotgevallen van Jeremias ter gelegener tijd en plaats in herinnering brengen.
Naar alle waarschijnlijkheid was het in den tijd, toen hij als onderwijzer werkzaam was, dat hij den graad van licentiaat (candidaat-doctor) in de wijsbegeerte verwierf. Hij wilde zich in ieder geval aan de academische loopbaan wijden. Dit was echter de wil des Heeren niet.


Hoofdstuk 11.

Een moeilijk begin voor den jeugdigen dienaar des Heeren Jesus Christus.

Slechts korten tijd was Johannes Hartung bij het onderwijs werkzaam. Het was niet zijn wensch den Heere zijner Kerk als prediker te dienen; de Heere leidde hem echter op eenen anderen weg, dan vleesch en bloed wilde. In het op twee uur afstands ten noordoosten van Heidelberg in eene ruwe, boschachtige streek gelegen dorp Schönau, ten jare 1562 gesticht door gevluchte Walen uit de Nederlanden, wier eerste predikant de beroemde Franciscus Junius geweest is, was de in 1604 naast de Waalsche Gemeente ontstane Duitsch-Gereformeerde Gemeente in het jaar 1620 door het vertrek van haren toenmaligen predikant herderloos geworden. Hare aandacht vestigde zich op den nauwelijks 23-jarigen Hartung te Heidelberg. Beschroomd, in het besef van zijnen zeer jeugdigen leeftijd, zijne onbekwaamheid en onervarenheid, maar de goede hand des Heeren in deze roeping erkennende, gaf hij er gehoor aan. Gehoorzaam aan het woord des Apostels: „Een opziener moet zijn ééner vrouwe man", trad hij hier in het huwelijk met een Godvreezend meisje, van wie ons helaas slechts de voornamen, Anna Elisabetha, bekend geworden zijn. De inneming van Heidelberg door de Beiersche troepen onder Tilly in de maand September van het jaar 1622, welke volgens betrouwbare berichten met moord, plundering, schending der eerbaarheid en brandstichting in Heidelberg en in de omstreken gepaard ging, verdreef onzen predikant uit Schönau. Hij vond na langen tijd te hebben omgezworven een nieuw onderkomen te Bensheim aan de Bergstraat. Toen echter in den aanvang van het jaar 1624 de keurvorst van Mainz de Bergstraat in bezit nam, werd voor Hartung ook het verder verblijf te Bensheim onmogelijk : hij moest ten tweeden male in ballingschap gaan. Na langdurige zwerftochten werd hem te Yenloo in de Nederlanden eene predikantsplaats aangeboden. De Nederlanden vergolden in de voor Duitschland zoo bange oorlogsjaren, voornamelijk door het opnemen van vele gevluchte Paltsische Gereformeerde predikanten, rijkelijk en met de hartelijkste broederliefde al het goede, dat in vroeger tijd de Keurpalts aan de onder Alva's vervolging derwaarts gevluchte Nederlanders bewezen had. Ruime ondersteuningen in geld vioeiden den uit de Palts gevluchten Gereformeerden predikanten toe. En gelijk eens, 60 jaren vroeger, zoo menig bedienaar des Goddelijken Woords, die zijn Nederlandsch vaderland ter wille van de belijdenis der waarheid verlaten had, in de Palts als Duitsch predikant een onderkomen vond, zoo vond nu ook Hartung dat op zyne beurt te Yenloo. Uit zijne latere opgaven kan men afleiden, dat hij te Venloo eene zeer goede plaats gehad heeft, en het hem daar met de zijnen goed bevallen is. Ongelukkigerwijs bezweek de stad Yenloo eindelijk voor de overmacht de Spanjaarden, en viel zij van de Nederlandsche Staten af. Toen daarop in het jaar 1625 aan alle autoriteiten een bevelschrift werd uitgevaardigd om de Gereformeerde Godsdienstoefeningen af te schaffen, en de predikanten en schoolmeesters, die niet den Koomsch-Katholieken godsdienst beleden, uit hun ambt te ontslaan, — en toen daarop de Spaansche soldaten dreigden hun neus en ooren af te snijden, hen dood te schieten of op eene andere wijze van kant te maken, toen kwam er hier eensklaps aan alle openbare godsdienstoefeningen der Hervormden een einde, al kwamen ook nu en dan enkele lieden nog in 't geheim bijeen, om Gods Woord gezamenlijk te overwegen. Evenals al zijne ambtsbroeders in deze gewesten, moest ook Hartung de vlucht nemen. Hij vond naar alle waarschijnlijkheid in het noordelijkst gedeelte van de Keurpalts, namelijk in een dorp der onder den naam van Hunsrücken bekende bergstreek, weder eene predikantsplaats, maar óók slechts voor korten tijd. Want zelfs tot hier was de oorlogsfurie doorgedrongen, en waar de keizerlijke soldeniers niet brandschatt'en, daar woedde in het voorjaar van 1626 de pest. Zoo vinden wij dan in de maand Juni van het genoemde jaar Hartung weder op de vlucht voor de bestrijders der Hervormde en der Luthersche Kerk. Waarheen hij vervolgens geleid werd, zal ons uit het volgende Hoofdstuk blijken.
Tot dusver hebben wij den lezer slechts in algemeene trekken het leven van onzen Hartung kunnen beschrijven, daar de bronnen uit die jaren hoogst karig vloeien. Voortaan zullen de berichten omtrent zijne lotwisselingen des te uitvoeriger kunnen medegedeeld worden. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 11 Pagina's

Johannes Hartung, Predikant en Licentiaat in de wijsbegeerte, en zijne negen ballingschappen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 11 Pagina's