Aanteekening op Psalm 115.
Vers 1. N i e t ons, o H e e r e , n i e t o n s , m a ar J U w e n N a a m g e e f eer, — ik heb het verdiend, als de duivel mij verslindt, zonde, dood en wereld mij tenonderbren- ) gen, maar waar blijft dan Uw Naam, dien Gij op mij gelegd hebt ? waar Uwe genade, die zich toch slechts als genade verheerlijkt? waar de eed van Uw genadeverbond ?
Vers 2. Waarom zal het zoover komen ? Dat zou toch 1 Uwe eere te na komen.
Vers 3. Daar staat Hem niemand in den weg, gelijk ons, i die in benauwdheid zijn. Als Hij wil, zoo kan Hij ons wel i helpen. O n z e God: Christus aan de Rechterhand des Vaders.
Vers 8. Zij (de afgoden) kunnen allen te zamen niets. Vrees | niet, gij klein kuddeke. Wie zich op goud of zilver verlaat, é moet altijd beschaamd uitkomen.
Vers 9. I s r a ë l , — voor de diepte en den afgrond, v e r - t r o u w g i j , op hoop tegen hoop. (Rom. 5 : 5 . ) — Op den H e e r e , den almachtigen en getrouwen Bondsgod. H u l p e, Hij stelt in de ruimte, verlost volkomen. S c h i l d , tegen alle pijlen des boozen; Hij beschermt en overdekt. Dat is Hij, de Borg; Hij stelt Zich tusschen ons en den vijand.
Vers 10. A a r o n , —-die het Evangelie prediken.
Vers 11. G i j l i e d e n , d i e d e n H e e r e v r e e s t , maar die deswege in nood zijt en vervolgd wordt.
Vers 12. G e d a c h t i g , al schijnt het, dat Hij ons vergeten lieeft; z e g e n e n , ofschoon wet, wereld en duivel vloeken.
Vers 13. De k l e i n e n , de geringste beginners evenals de meest gevorderden, ook jonge kinderen.
Vers 14. Den z e g e n v e r m e e r d e r e n , tegen den vloek en de aanklachten des vijands in; en u w e k i n d e r e n , het moet een eeuwig genadeverbond blijven.
Vers 15. Hoort gij het wel? Hij kan wel helpen!
Vers 16. De a a r d e , — het zal u en uwen kinderen hier nog goed gaan.
Vers 17. De d o o d c n , die zonder belofte sterven. Die i n de s t i l t e n e d e r g e d a a l d z i j n , niets ervaren en beleven van Uwe macht.
Vers 18. W i j , ofschoon nu in benauwdheid, z u l l e n den H e e r e l o v e n , — v a n nu a a n , waar wij dezen Psalm van U ontvangen, t o t in d e r e e u w i g h e i d . (Rom. 8 : 3 8 .)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's