Aanteekening op Psalm 138 : 2, 3 en 6
Vers 2. Uwen N a a m zal ik l o v e n , Uwen miskenden en door de wereld verachten N a a m ; w a n t v a n w e g e U w en g a n s c h e n N a a m h e b t G i j Uw W o o r d g r o o t g e m a a k t. Uw Woord hebt Gij waar gemaakt, zoodat het toch alles gekomen is, gelijk Gij het beloofd hebt, inzonderheid het Woord Uwer genade, Jes. 54, en: „Zegenende zal Ik u zegenen".
Yers 3. Ten d a g e a l s ik r i e p , zoo h e b t G i j mij v e r h o o r d ; Gij h e b t mij v e r s t e r k t m e t k r a c h t in m i j n e z i e l , naardien Gij in mijne ellende mij Uwe wonden aanschouwen laat en U genadig bewijst, zoodat ik uitroep: „Mijn Heere en mijn God!" — „Kracht", t w. tot het geloof en om te getuigen van Uwe genade en macht
Yers 6. De H e e r e is h o o g ; zoo laag Hij zat en om mijnentwille in het stof lag, zoo hoog heeft Hij Zich gezet en ziet liet nederige aan. D e n v e r h e v e n e , die den Heere een huis bouwen wil, dat Hij niet verlangt, k e n t H i j van v e r r e . Jes. 66 : 1 en 2.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's