Aanteekening op Genesis 1 : 8.
En God n o e m d e h e t u i t s p a n s e l h e m el .....
De Zeventigen voegen er bij: xai uStvó&iói 'onviolov. Daar evenwel noch de Ohaldeeuwsche, noch de Syrische, noch de Samaritaansche vertaling die zinsnede heeft, zoo schijnt zij toch wel,ingevoegd te zijn, en moet aan den Hebreeuwschen tekst vastgehouden worden.
De woorden zijn om deze reden hier niet gezet, omdat bij al de andere werken der schepping nog een nazien, of het goed is, en een bevestigen, d a t het goed is, mogelijk is; bij zulk een werk evenwel, waarbij God het water neemt, in de hoogte werpt en daaruit als het ware eene zoldering maakt, is het wonder te groot; daar is een nagaan, of het goed is, geenszins denkbaar; dat ligt in de zaak zelve opgesloten. Het is uit den aard der zaak niet noodig er de opmerkzaamheid op te vestigen, dat, als de Schrift zegt: „God zag, dat het goed was", dit menschelijk, voor menschen, naar menschelijke voorstellingen en begrippen uitgedrukt is: gij kunt er u op verlaten; het is alles goed en in orde, beantwoordende aan het doel; het zou niet beter kunnen zijn; de Werkmeester, de Schepper heeft het Zelf nagezien en het voor goed verklaard! Bij het werk van den tweeden dag is nochtans, zooals reeds gezegd is, het wonder te groot, dan dat het zulk eene bevestiging nog zou behoeven. H. F. K.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1892
Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's