Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekening op Genesis 3 : 1—15.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekening op Genesis 3 : 1—15.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrouw had zich met de slang niet moeten inlaten, maar haar moeten gebieden van den boom af te komen. De slang was daar niet op hare plaats, maar moest het groene kruid eten. De duivel kan niet rechtstreeks den mensch aanvallen; daarvoor vreest hij; daarom bedient hij zich van de slang, sluipt steeds langs slingerpaden en maakt kromme wegen ; stelt altoos eèn vraagteeken, waar God een punt gezet heeft, en werkt hoovaardigheid, den wortel der zonde. Dat blijkt in de geschiedenis van den val.
De vrouw, antwoordende op hetgeen de slang zeide: „Is het ook, dat God gezegd h e e f t . . . ?" voegt er iets bij, wat God niet had gezegd, t. w. : Gij z u l t die n i e t aanr o e r e n ! — Straks ziet de vrouw den boom aan als g o e d t o t s p i j z e , het is slechts schijn van het goede; de boom kan voor u (zoo denkt zij by haarzelve) zoo gevaarlijk niet zijn; de slang eet immers en sterft niet. B e g e e r l i jk om v e r s t a n d i g te m a k e n , want anders zou immers de slang niet kunnen spreken; dat moet wel van de vrucht des booms komen, en als dan de slang daardoor zoo verstandig wordt, hoe verstandig moeten dan w i j niet worden, zoo was de gedachte der vrouw. En zoo is altijd des menschen gedachte, en hij laat zich ven-leiden; steeds gaat hij af op den schijn van het goede, van het voordeel, van het genoegen, van het nuttige Maar! maar! Toen Simson zijn geheim prijsgegeven had, was de Heere van hem geweken.
De" H e e r e God r i e p , — de Heere is steeds de Eerste en ook de Laatste. God zoekt ons op, waar wij voor Hem vlieden. O hoe naakt zijn wij, als wij God niet meer hebben! Hoe kostelijk is hier het woord naaktheid. (Vergel. Rom. 8.) Wij weten slechts te klagen over de in het oog vallende gevolgen der zonde, maar de Heere houdt sterk aan bij de oorzaak: Gij hebt mijn gebod overtreden Voor deze gedachte is echter in de theologie des vleesches geene ruimte. De ware kennis onzer ellende leert slechts de Heilige Geest God kan de gevolgen uwer zonden ras opheffen; zie gij nochtans toe, dat Zijn gebod weder in eere kome. Daartoe behoort echter de beloftenis.
De v r o u w , d i e G i j bij m i j g e g e v e n h e b t ; — zoo onbeschaamd is de mensch tegenover zijnen God en Weldoener! De arme vrouw heeft het steeds gedaan, dat en wanneer de man gezondigd heeft Eene vrouw werpt niet lichtelijk de schuld op den man, grijpt de zaak bij het hoofd, maar zoekt zichzelve te redden. — Ik zie zoomin bij Adam als bij Eva eenige gestalte, die hen waardig maakt om het Evangelie te vernemen. O, de liefde Gods maakt eerst recht verbrijzeld.
S t o f z u l t g i j e t e n , of stof likken, — dat heeft de duivel van al zijn bedrijf, dat hij stof likken moet.
E n Ik z a l v i j a n d s c h a p z e t t e n t u s s c h e n u e n t u s - s c h e n d e z e v r o u w en t u s s c h e n uw z a a d en h a ar Z a a d ; D a t z e l v e zal u d e n k o p v e r m o r z e l e n , en g ij z u l t het de v e r z e n e n v e r m o r z e l e n . Dat heeft God niet tot Adam gezegd, maar tot den duivel. Adam kon het tot zijne eigene vertroosting hooren. Het geloof is uit het gehoor, en waar de rechte verlorenheid is, daar verheugt men zich over het gehoorde. God de Heere zet deze vijandschap, en zoo staat zij onverzettelijk. De Heere maakt Zelf de breuke, vandaar de beslistheid bij den bekeerde, vandaar de strijd, de worsteling op leven en dood; vandaar dat Gods uitverkorenen nimmer afvallen. Het Zaad der vrouwe is Christus, onze geliefde Heiland; het zaad des duivels zijn wij allen in onze eigengerechtigheid en vóór onze geboorte uit God, voorts alle huichelaars en verworpenen, de Anti-christ en zijne aanhangers. Het Zaad der vrouw zal het doen! Dat is nu kortweg gesproken, o mensch, dat alle werken der Wet, waarmede gij het doen wilt, u slechts in den weg staan, om gerechtvaardigd en zalig te worden. Doen wij ze, zoo is met ons werk niets gedaan! — H. F. K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Aanteekening op Genesis 3 : 1—15.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's