Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Georg Izraël en de Broederuniteit in Polen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Georg Izraël en de Broederuniteit in Polen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDSTUK V.

DE VEREENIGING DER UNITEIT MET DE GEREFORMEERDE KERK IN POLEN. DE SYNODE TE KOZMINEK ( 1 5 5 5 ).

Hoe meer het Evangelie zich in Polen uitbreidde, des te meer spanden de priesters hunne krachten in, om het te onderdrukken. De bedachtzame vrienden der waarheid zagen dan ook al zeer spoedig in, dat de ieder op zichzelve staande Evangelische Kerken op den duur aan de vereenigde macht der priesters geenen wederstand zouden kunnen bieden; daarom begonnen zij aan de vereeniging van alle belijders des Evangelies te arbeiden.
De Broeders met de Gereformeerden te vereenigen, was vooral het doel der bemoeiingen van Felix Cruciger, die de Uniteit allengs liefgekregen had. Toen Izrael zich te Ostrorog vestigde, werd Cruciger senior der Gereformeerde kerken in Klein-Polen. Toen deze daarna eens met graaf Ostrorog een onderhoud had, uitte hjj den vurigen wensch, dat Izrael tot een gemeenschappelijk gesprek mocht uitgenoodigd worden. De Graaf deelde dezen wensch aan de Broeders mede, die steeds tot vereeniging bereid waren geweest, en dientengevolge werd er den 24ste" Maart 1555 eene bijeenkomst gehouden.
Georg Izrael en Johann Rokyta gingen naar Chrencice in Klein-Polen, alwaar ten huize van heer Filipovski een aanzienlijk getal predikanten bijeenkwamen. Dat was de eerste gemeeenschappelijke vergadering van de belijders des Evangelies uit Groot- en Klein-Polen. Hier namen de Gereformeerden het besluit, zich met de Broeders te vereenigen, en verzochten de Uniteit, hun daartoe met raad en daad behulpzaam te zijn. De Broeders waren daartoe bereid, wezen hun den weg en gaven den raad, dat de Gereformeerden zich eerst allen onder.ling zouden vereenigen, eenea vasten grondslag kiezen, en daarna omtrent de vereeniging met de Broeders aan dezen nadere mededeelingen doen.
Nadat de Klein-Poolsche predikanten liet te Chrencice eens waren geworden, zonden zij naar Groot-Polen en deden ook aan andere Gemeenten bericht toekomen, opdat zij afgevaardigden naar Goluchov zouden zenden, ten einde aldaar bij den starost van Radziejov over de samensmelting met de Broeders te beraadslagen. Hier kwamen dan de predikanten uit Cujavië (Prazmovsky), uit Klein-Polen (Cruciger) en uit Groot Polen bijeen; van de Broeders verschenen Georg Izrael en Johann Rokyta. Vele aangelegenheden werden besproken, maar er ontstond verschil over de bekeering; de predikant Discordia beweerde namelijk in strijd met aller gevoelen, dat het geloof geen bestanddeel der bekeering kon zijn. Door bemiddeling van Izrael werden zij het daarover eens, dat het geloof bij de bekeering aanwezig moet zijn. Hier verzoende Izrael zich ook met Andreas Prazmovsky, den senior der Gereformeerde kerken in Cujavië; deze had er zieh namelijk aan geërgerd, dat Izrael, toen hij de echtgenoote van Kaczkovski in de Broedergemeente opnam en over de tucht sprak, de wanorde bij de Gereformeerden veroordeeld had. Na afloop der onderlinge besprekingen gingen zjj allen in vrede en Christelijke liefde uiteen, en bevalen elkander wederkeerig aan in de voorbede der heiligen. Na dit hoopvolle begin schreven de Klein-Poolsche predikanten aan de senioren der Uniteit, en verzochten te gelijker tijd den graaf van Ostrorog, dat hij het toch daarheen mocht leiden, dat tusschen de Gereformeerden en de Broederkerk eenstemmigheid omtrent de leer en de kerkordening verkregen werd.
Na wederzijdsche bespreking werd er eene gemeenschappelijke bijeenkomst, de eerste Evangelische Algemeene Synode in Polen, op den St.-Bartholomeiisdag van het jaar 1555, te Kozminek bij Kalisch in Groot-Polen op de goederen van graaf Ostrorog belegd. Deze Synode begon den 24s t e" Augustus en duurde tot den 2i e" September. Uit Klein-Polen kwamen Pelix Cruciger en verscheidene andere predikanten en edellieden; uit Cujavië Andreas Prazmovsky, senior der Gereformeerde kerken aldaar, en de predikant Discordia, Praznick en vele leden van den adel; van de Uniteit kwam senior Johann Cverny, Georg Izrael, zeven predikanten en acht diakenen; van den Broederadel waren de eerste magnaten aanwezig, als: Graaf Jakob Ostrorog, Johann Kratovski, burggraaf van Yloclav, Johann Tomicki, burggraaf van Rogozno, Albert Marszevski, Peter Grudzimski, en vele anderen uit het Poolsche Rijk. Uit Pruisen zond hertog Albrecht heer Krinecky van Ronov, Hieronymus Malecki en zijnen hofprediker Punke. Calvijn, Musculus en andere Hervormers hadden reeds lang den belijders van het Evangelie in Polen geraden, dat zij zich tegenover den gemeenschappelijken vijand en tot opbouwing der Kerk van Christus zouden vereenigen ; daarom volgden zij met de grootste belangstelling het verloop der Synode te Kozminek.
Den 24aten Augustus 1555 vergaderde de Synode in de kerk, om 11 uur des voormiddags. Allereerst sprak senior C e r ny over het hooge gewicht van deze bijeenkomst en zeide o. a.: „Daar wij wegens belangrijke, zeer gewichtige en dringende aangelegenheden vergaderd zijn, zoo betaamt het ons, dat wij ons wenden en onze toevlucht nemen tot den Heere, onzen God, en Zijnen allerheiligsten Naam aauroepen, dat Hij ons aller harten met Zijnen Heiligen Geest verlichten en ze geheel naar Zijnen wil neigen moge!" De vergadering was zóó aangedaan, dat allen opstonden en in de Poolsche taal zongen: „O Heil'ge Geest, keer tot ons in!" Daarna sprak senior Cruciger; hij spoorde de aanwezigen tot eendracht en vrede aan, en wees hen op de dierbare genade Gods, dat God hen met het licht Zijns Evangelies begenadigd en uit het rijk der duisternis in het Rijk van Zijnen geliefden Zoon had overgebracht; ook wees hij daarop, hoe Rome alles in het werk stelde, om het opgegane licht der kennisse Gods uit te dooven, en dat het daarom noodig was, in den strijd voor het geloof als één man tegenover den Antichrist te staan. Daarna werden de beraadslagingen geopend, en begon men met de Geloofsbelijdenis der Broeders te onderzoeken ; vooral de Doop, het Heilig Avondmaal en het coelibaat gaven aanleiding tot langdurige gedachtenwisselingen. In zeven zittingen werden al de Artikelen der Geloofsbelijdenis besproken ; en inzonderheid door de bemoeiingen van Cruciger werden de Catechismus, het gezangboek, de Belijdenis en de kerkorde der Broeders goedgekeurd, en tusschen de Broeders en de Gereformeerden in Klein-Polen eene vereeniging ontworpen op den volgenden grondslag:
1°. De Gereformeerden in Klein-Polen nemen de Belijdenis der Boheemsche Broeders aan, erkennen hunne leer als de ware en zuivere, en beloven aan die leer getrouw te zullen blijven.
2°. Zij beloven in hunne Gemeenten de kerkorde der Boheemsche Broeders te zullen invoeren, waartoe dezen hun door het verstrekken van onderwijzende geschriften en door de zending van eenige predikers hunner Belijdenis behulpzaam zullen zijn.
3". Zij zullen niets ondernemen, zonder vooraf de Boheemsche Broeders te raadplegen.
4". Zij behouden hunne eigene senioren, onafhankelijk van de senioren der Boheemsche Broeders.
5". Eenige kerkelijke gebruiken worden door hen in stand gehouden.
6". Zij doen afstand van de tienden, welke zij tot dusver naar Roomsche wijze ontvingen
Deze vereeniging werd daarna door eene openbare godsdienstoefening en gemeenschappelijke Avondmaalsviering bekrachtigd, terwijl Johann Laurentius tot Broederprediker werd geordend. Ook Andreas Prazmovsky-, senior der Gereformeerde kerken in Cujavië, vereenigde zich op deze Synode met de Boheemsche Broeders op den grondslag hunner Geloofsbelijdenis, maar behield zich toch eene eigene kerkorde voor.
Zoodra het bericht van de volbrachte vereeniging der Broeders met de Gereformeerden te Kozminek den Zwitserschen Hervormers ter oore was gekomen, dankten zij er allen den Heere voor uit den grond huns harten, en betuigden den Polen deswege door middel van onderscheidene brieven hunne bijzondere blijdschap. Zoo schreef o. a. Calvijn aan de Polen: „Van uwe vereeniging met de Broeders (Waldenzen noemt hij hen) verwacht ik alles goeds; niet alleen omdat God de eenigheid des Geestes onder Zijne kinderen zegent, maar ook omdat, met het oog op uw eerste begin, hunne veeljarige ondervinding in de verschillende leidingen des Heeren u alleszins van nut kan zijn. Maakt dus deze vereeniging hoe langer zoo krachtiger" (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Georg Izraël en de Broederuniteit in Polen

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's