Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de Evangelisch-Gereformeerde Diaspora-gemeente te Brünn, over het jaar 1892 (Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de Evangelisch-Gereformeerde Diaspora-gemeente te Brünn, over het jaar 1892 (Slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op den 8, t e n en 9J e n Juni had er te Briinn eene b r o e - d e r l i j k e b i j e e n k o m s t van een zeergroot aantal leerlingen van Professor Dr. Böhl plaats. Bij deze gelegenheid werd er eene Bijbellezing voor de geheele Gemeente gehouden, waarbij de hulpprediker B. Bastecky uit Libsic zich met de verklaring van een gedeelte der Heilige Schrift belastte. Een buitengewoon genot was het voor ons, dat een zeer hooggewaardeerd bezoeker, Ds. H. A. J. Lütge, predikant te Amsterdam, in ons midden kwam en in de Bijbellezing eene toespraak tot de vergadering hield. Zijne rede vervulde ons hart met de blijmoedige belijdenis: „Ik geloof de gemeenschap der heiligen", en versterkte ons in het vertrouwen op den Heere Onze waarde bezoeker sprak Duitsch, maar Ds. F. S"ebesta, lic. theol. en predikant te Auspitz, vertolkte zijne woorden onmiddellijk met groote vaardigheid in het Boheemsch.
Den 15'15" September werd in ons bedehuis het C o n v e nt van ons W e s t e l i j k S e n i o r a a t gehouden; deze vergadering heeft het hooge belang onzer Gemeente opnieuw erkend, doordien zij haar eenpariglijk en met de meeste hartelijkheid ter ondersteuning heeft aanbevolen; zelfs hebban de deelnemers aan het Convent onder elkander ten voordeele onzer Gemeente eene collecte gehouden, die omstreeks 26 gullen opbracht.
Het vertrek van den hulpprediker J. S ' i m s a naar Praag- Weinberge kunnen wij niet met stilzwijgen voorbijgaan. Al lag zijn eigenlijk arbeidsveld ook buiten onze Gemeente, toch heeft hij haar menigen goeden dienst bewezen, wat wij in dankbare herinnering zullen houden. Niet minder verheugt het ons, dat hij tot dusver vriendelijk aan ons blijft denken, en — wanneer hij tot het houden van eene voordracht te Briinn vertoeft — ook in ons midden het Woord Gods verkondigt, hetgeen ons des te welkomer is, wanneer het juist op zulk eenen Zondag valt, waarop onze predikant buiten Briinn dienst doet en wij ons anders met eene lees-godsdienstoefening zouden moeten tevredenstellen.
Het z i e l e n t a l onzer Gemeente nam in den loop van het jaar 1892 met 31 toe, zoodat zij op het einde van het genoemde jaar 561 zielen telde. In aantal groeien wij, maar onze finantieele draagkacht houdt daarmede volstrekt geen gelijken tred. Op eenige weinige uitzonderingen na, bestaat onze Gemeente uit arme handwerkslieden en dienstbaren, dus bijna geheel en al uit mensehen, die in andere Gemeenten geene kerkelijke belastingen behoeven te betalen. En niettemin hadden wij in het jaar 1891 toch Cl leden van beide seksen, die bijdroegen en werd er in de Gemeente zelve door middel van vrijwillige bijdragen, geschenken en collecten 488 gulden bijeengebracht; in het jaar 1892 hadden wij reeds 78 leden, die bijdroegen, en zoo werd er in de Gemeente zelve 520 gulden opgebracht. Daaruit blijkt genoegzaam, dat onze Gemeente zelve zooveel mogelijk voor hare behoeften zorgt; maar wat z i j z e l v e in staat is op finantieel gebied tot stand te brengen, blijft ver beneden hetgeen volstrekt noodig is. De jaarlijksche uitgaven (voor huur, armverzorging en dergelijke) bedragen meer dan 900 gulden. Bovendien is het hoog noodig, het bouw- en dotatiefonds te vergrooten, opdat de Gemeente eenmaal een eigen bedehuis en pastorie moge hebben en zelfstandig worden kan.
Het tot dusver gebruikte, voor de g o d s d i e n s t o e f e n i n - g e n g e h u u r d e l o k a a l is niet meer voldoende; vele toehoorders worden, vooral des zomers, juist daardoor van het bijwonen van onze bijeenkomsten teruggehouden, dat het vertrek te klein en de lucht er bijna ondraaglijk benauwd is.
"Wij hebben de gegronde hoop, dat er ook wel meer dan tot dusver van zoodanige toehoorders zouden komen, die nog geene leden der Gemeente zijn, indien wij een grooter vergaderlokaal hadden. Wij zouden dan óók onze zendingstaak beter kunnen volbrengen. Ons h u u r c o n t r a c t loopt tot 30 A p r i l 1895, en tegen dien tijd zouden wij zeer gaarne een eigen bedehuis hebben, en alzoo eindelijk naar een geschikter en ons geheel toebehoorend toevluchtsoord verhuizen. Dit jaar zal het nu reeds tien jaren zijn, dat wij van plaats tot plaats zwerven en onder een vreemd dak huisvesting moeten zoeken.
Ons B o u w f o n d s groeide slechts langzaam aan; op het einde van 1891 bedroeg het nog pas 5212 gulden nominale waarde, en toen er geene hoop bestond, dat er eene grootere gave voor dit doel zou inkomen, besloot onze predikant, eene c o l l e c t e - r e i s n a a r N e d e r l a n d te doen. Dit was geene gemakkelijke taak! Nederland is, ten gevolge van de ontelbare menigte, de collecten moede. Het niet zeer groote land wordt steeds door eenen zwerm van collectanten, vooral uit Frankrijk, België, Italië, Spanje en elders, overstroomd. Door het uittreden der „Doleerenden" uit de Ned. Herv Kerk werd het aantal gevers er kleiner; de eigen instellingen van liefdadigheid vereischen hoe langer zoo meer uitgaven, en de maatschappelijke toestanden zijn sedert eenige jaren niet zeer gunstig. Wij zijn in de allereerste plaats tot bijzondere erkentelijkheid verplicht aan den Wel- Eerw. Heer Ds. H. A. J. Lütge voor den grooten ijver, waarmede hij voor onze collecte werkte; voorts ook aan den WelEerw. HoogGel. Heer Prof. Dr. Böhl voor zijne vele aanbevelingen, en ook aan andere voorstanders onzer zaak. Alleen door die ondersteuning was het mogelijk, dat de zuivere opbrengst der collecte fl. 2521,20 kon bedragen. Met nog eenige gaven uit het vaderland en uit den vreemde steeg ons bouwfonds op het einde van het jaar 1892 tot fl. 9324,82 nominale waarde.
Volgens de raming van eenen deskundige zouden te Briinn het bedehuis en de woning voor den predikant voor 30 000 gulden gebouwd kunnen worden. Minstens de helft van dit bedrag (15 000 gulden) zouden wij in handen moeten hebben, om iets te kunnen beginnen. Wij wenden ons daarom met de dringendste bede tot al onze waarde geloofsgenooten in het vaderland en in den vreemde om vriendelijke liefdegavenT opdat wij in het volgende jaar den bouw van kerk en pastorie kunnen beginnen, — bijv. door een huis te koopen en tot het beoogde doel te verbouwen, — en zoo in het begin van Mei 1895 naar onze eigene woonstede kunnen verhuizen. Het D o t a t i e f o n d s steeg gedurende het jaar 1892 van fl. 1232,34 tot H. 1414,78 nominale waarde.
Aan a l l e vrienden en voorstanders onzer Gemeente brengei* wij hartelijken dank toe en wenschen hun Gods zegen!
Moge de H e e r e Zelf h e t w e r k o n z e r h a n d e n b ij ons b e v e s t i g e n!
BRÜNN, 5 Mei 1893.
Namens de Evang.-Geref. Diaspora-Gemeente: W. POKORNY, Evang.-Geref. Predikant.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 juli 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Verslag van de Evangelisch-Gereformeerde Diaspora-gemeente te Brünn, over het jaar 1892 (Slot)

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 juli 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's