Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekening op Mattheüs 12 : 9—21.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekening op Mattheüs 12 : 9—21.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe heerlijk past Jes. 42 in dit Hoofdstuk, hoe geheel op zijne plaats is het hier. De Heere Jesus liet de Farizeën woelen en de Schriftgeleerden leeren. Hij hield hen van het lijf, en zeide hun kort en goed de waarheid, dat namelijk God barmhartigheid wil; zij echter bleven op hunne inzettingen dood, en hielden de auderen in hunnen dood. De Heere Jesus wilde niet, dat het volk Hem aandiende. Hij twistte niet met de twistgierigen, hield geene twistgesprekken met degenen, die de waarheid in ongerechtigheid tenonder hielden Hij had er geen vermaak in, om Zich of Zijne eer te handhaven. Zoo liet Hij de geleerde wereld geleerd zijn. Hij bemoeide Zich niet met de sterken, niet met de gezonden. Ook nu nog loopt Hem veel volk na: armen, ellendigen, kreupelen, lammen, blinden, van den duivel bezetenen, — want wat kan deze den armen mensch plagen! nu eens werpt hij zich op het gemoed of op de verbeelding, dan weêr neemt hij de maag of de zinnen te baat. Ja, op allerlei manieren plaagt hij den mensch. Dan bevindt de arme mensch zich werkelijk in den kuil en is hij zoo verstrikt, dat hij er niet uit- en loskomt, als Jesus het niet doet. De ellendigsten en ongeneeslijksten, — Hij stiet er geen van Zich, was niet knorrig, maar genas hen allen. Slechts op dit ééne had Hij het oog: het gekrookte riet, de rookende vlaswiek, — mensehen, die gaarne van hunne plage genezen wilden zijn, doch niets meer in zichzelven vonden, waarop zij zouden kunnen hopen.
Wat gebroken, geknakt was, verbrak Hij niet nog meer. Wat reeds smeulde, bluschte Hij niet uit; maar Hij heelde, goot er olie bij. Wie kan een gekrookt riet heelen? wie kan eene rookende vlaswiek aan het branden houden, als er geene olie op is?
Dat doet Hij, de Heere Jesus, dat kan Hij alleen. Zoo gedraagt Hij Zich als Koning en Medicijnmeester te midden van een volk gelijk aan dat, hetwelk tot David kwam in de spelonk van Adiillam. Nog eenmaal, Iiij wil van de Farizeën niet eens geëerd worden, m-iar Zijnen Vader eeren, dat Deze Zich ontfermt over alles, wat anders, van alle ontferming ontbloot, zou verloren gaan, en met de verdorde hand onder de wet zou gehouden worden. Zoo trotseert Hij de Farizeën en den duivel, roept niet tegen de schreeuwers, die slechts zichzelven zoeken, maar doet, wat Zijn ambt meebrengt. Dat behaagt God den Vader.
Daarom zegt Hij van den Mensch Christus Jesus: Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, — Ik zal Mijnen Geest op Hem leggen, om den arme te helpen, die daar roept, mitsgaders den ellendige en die geenen helper heeft; want immers bjj de zoodanigen alleen kan en wil God de Vader Zijne genade als genade verheerlijken. Hoe schoon past Jes. 42 dus in Matth 12.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 februari 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Aanteekening op Mattheüs 12 : 9—21.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 februari 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's