Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

V. Tyndale te Londen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

V. Tyndale te Londen.

Eene levenstaak

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo had dan Tyndale zijne geboorteplaats en zijnen werkkring verlaten, om elders nieuwen arbeid te zoeken en vooral te trachten, wat hij voortaan als zijne levenstaak beschouwde, te volvoeren: de vertaling der Heilige Schrift in het Engelsch, zoodat heer en knecht, geleerde en ongeleerde het Woord Gods zou kunnen lezen en onderzoeken.
Te Londen aangekomen vond Tyndale eene vriendelijke ontvangst bij een adellijk heer, met name ridder Harry Guildford, een hooggeplaatst man en met ridder Welch bevriend. Deze wist niet beter te doen dan den jongen man op zijn verzoek aan te bevelen bij den bisschop van Londen, Tonstall geheeten, waarschijnlijk in de meening, dat deze hooggeplaatste kerkvoogd de rechte man zou zijn om Tyndale's belangen het best te bevorderen. Wat de laatste hiervan zelf verwachtte, weten wij niet, doch dit is zeker, dat, om de woorden van een oud geschiedschrijver te gebruiken, „God, Die naar de verborgenheid Zijner wijsheid alle dingen beschikt naar Z i j n e n wil, zag, dat deze loop der zaken noch ten nutte van Tyndale, noch van Zijne Gemeente zou zijn; daarom gaf Hij hem geene genade in 's bisschops oogen".
Het werd Tyndale al spoedig duidelijk, dat hij, al had hom ook 's bisschops woning opengestaan, daar toch geene gelegenheid zou vinden om het werk, waarover hij steeds nadacht, te beginnen. Bovendien bespeurde de vrome jonkman spoedig, dat de Londensche priesterschap al volkomen dezelfde was als die, wier leven en leer hem in Gloucestershire zoozeer had tegengestaan. Zelfs lezen wij, hoe hij „grootelijks bedroefd werd door de prachtliefde, de trotschheid en de onwetendheid der geestelijken". Kortom, ook hier was voor zijn streven en arbeid niets te hopen.
Hooren wij het eigen en eigenaardig verhaal van Tyndale zeiven, waarbij wij het oorspronkelijke oud-Engelsch getrouwelijk volgen:
„Wat mij alleen bewoog, het Nieuwe Testament te vertalen ? Dit, dat mij de ondervinding had geleerd, dat het onmogelijk -was, de leeken in eenige waarheid vast te doen staan, tenzij dan dat zij de Schriften in hunne moedertaal duidelijk onder de oogen kregen, om het beloop, de schikking en do beteekenis van den tekst te zien. Want anders, welke waarheid hun ook •wordt onderwezen, die vijanden van alle waarheid (de priesterschap) doen haar weèr te niet. Dat doen zij ten deele met den rook uit hunnen bodemloozen put, waarvan gij leest in Openb 9 (t. w. in de Engelsche vertaling ; de onze heeft „put des afgronds"), d. i. met schijnbaar krachtige drogredenen en met overzettingen van hun eigen maaksel, voor welke geen grond is in de Schrift, en ten deele door met den tekst te goochelen, door dien zoo uit te leggen, als volgens den tekst zeiven onmogelijk is, zoo gij let op beloop, schikking en beteekenis.
Ik meende dat werk te volbrengen in het huis van den bisschop van Londen. Want toen ik in de streek, waar ik was, zoo werd gehinderd, dat ik er niet langer kon wonen, dacht ik aldus bij mijzelven: Dit lijd ik, omdat de priesters in het land onwetend zijn. IIet is Gode bekend, dat er een gansch onwetend geslacht is opgestaan, dat niet meer Latijn gezien heeft, dan zij lezen in hunne misboeken. En wij kennen velen van hen, die nauwelijks lezen, (of het moest dan zijn „ A l b e r t us d e s e c r e t i s m u l i e r u m " 1), waarin zij, hoe droef het ook met hunne geleerdheid staat, nacht en dag lezen en waarin zij aanteekeningen maken alles, gelijk zij zeggen, om de vroedvrouwen te onderrichten; en „ L i n w o o d " , een boek met aanwijzingen om tienden, erfmakingen, geschenken, belastingen en ander roofgoed te krijgen; zij noemen dat niet liun deel, maar dat van God, en verschuldigd aan de heilige Kerk, om zoo hun geweten te stillen; want hunne taak is, alle bezittingen niet te laten verminderen, maar met alle macht te doen aangroeien).
Daarom (wyl zij naar mijne meening dus ongeleerd zijn), wanneer zij samenkomen in de herberg, die hunne predikplaats is, verklaren zij mijne woorden voor ketterij. Bovendien voegen zij er allerlei verdichtselen bij, (die ik nooit heb uitgesproken), (en einde als gewoonlijk met lange verhalen den tijd te dooden, en beschuldigen mij in het geheim bij den kanselier en de bisschoppelijke beambten, zoodat toen ik voor den kanselier kwam, hij mij scherp dreigde en mij bejegende, als ware ik een hond geweest, en mij beschuldigde van dingen, voor welke geen beschuldiger kon worden gevonden, (daar 't hun manier is, den beschuldiger niet te doen verschijnen), hoewel al de priesters uit de streek dien dag daar waren.
Al denkende over deze dingen, kwam mij de bisschop van Londen voor den geest, dien Erasmus (wiens tong van muggen groote olifanten maakt, en die dengene, welke hem een weinig prijst, boven de sterren verheft) bijzonder roemt in zijne aanteekeningen op het Nieuwe Testament wegens zijne groote geleerdheid. Ik dacht, dat ik gelukkig zou zijn, als ik bij dien man in dienst kon komen. Dus begaf ik mij naar Londen, en door middel van mijnen meester (Welch) kwam ik bij Sir Harry Guildford (of Gilford , opziener van Zijne Koninklijke Majesteit.
Ik bracht hem eene rede van Isocrates, die ik uit het Grieksch in het Engelsch had vertaald, en verzocht hem, den bisschop van Londen over mij te spreken. Hij deed dit en veroorloofde mij, den bisschop eenen brief te schrijven en zelf tot hem te gaan, wat ik ook deed, nadat ik mijnen brief had afgegeven aan eenen knecht, eenen ouden kennis vau mij. Maar God, Die de huichelaars do irziet, zag, dat ik bedrogen werd en dat die raad niet de naaste weg was tot mijn doel. Daarom gaf Hij mij geene genade in de oogen van den bisschop.
De bisschop antwoordde op mijn schrijven, dat zijn huis vol was, dat zijne uitgaven reeds zijne inkomsten overtroffen, en dat hij mij aanried, maar eens in Londen rond te zien, waar ik, zei hij, zeker eene betrekking zou vinden. Ik bleef dus in Londen bijna een jaar, lette op den loop der zaken en hoorde onze praters, ik wil zeggen onze predikers, hoe zij zichzelven roemden en hun hoog gezag. Ik aanschouwde de pracht van onze kerkvoogden en hoé zij bezig waren, gelijk nu nog, om vrede en eenheid in de wereld te brengen, (schoon het hun, die in de duisternis wandelen niet mogelijk is, lang vrede te houden, want zij moeten óf struikelen over, óf zich stooten aan dit of dat, waardoor de onrust volkomen zou worden weggenomen), en ik zag dingen, waarvan ik nu maar niet zal spreken. Ten laatste begreep ik, dat er in het paleis van den bisschop te Londen voor mij geene plaats was om het Nieuwe Testament te vertalen, en ook, dat er geene plaats was in geheel Engeland om dit te doen, gelijk de ondervinding nu openlijk bewijst "
Alzoo spreekt Tyndale in zijne voorrede op het Boek Genesis, een stuk, waarop wij wellicht nog terugkomen.
Toch make men uit de laatste, hierboven vermelde woorden van Tyndale niet op, dat hij in Engeland zelf niets deeds aan den arbeid der Bijbelvertaling. Wel is het moeilijk geheel juiste voorstellingen te verkrijgen uit berichten, die onsamenhangend, soms tegenstrijdig schijnen, maar uit goede bronnen, blijkt tocli, dat Tyndale een middel vond om buiten 's bisschops huis bet werk te beginnen, dat hij eerst daarbinnen had willen verrichten.
Hoe dit toeging, zien wij eenen volgenden keer.


1) Over het heimelijke der vrouwen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

V. Tyndale te Londen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's