Aanteekening op Markus 1 : 33—42.

Vers 33. Zij waren bekommerd om hunne kranken, niet om liunne zielen.
Vers 34. De menschen kenden Hem echter niet, de Zijnen hebben Hem niet gekend. „Aan wien is de arm des Heeren geopenbaard ?"
Vers 35. „En b a d a l d a a r " , om zulken te vinden, zooals beschreven zijn iu Jesaia 61 : ellendigen en verbrokenen van hart. Er staat hier niet: Hij dankte. — „ A l s h e t n o g d i ep i n den n a c h t was." Hoe vroeg is Hij op voor Zijn volk!
Vers 36. Zij wenschen slechts, dat de Heere Zich eenen naam zou maken door uitwendige genezing en Zich zoodoende eenen grooten aanhang bezorgen.
Vers 37. Wat drijft u, om Hem te zoeken?
Vers 38. Jes. 61 : 1. De Heere geneest niet, om alleen het lichaam te genezen.
Vers 39. „ G e h e e l G a l i l e a " , ook waar het er het ergst uitzag. Hij slaat niets over.
Vers 40. Dit zij ook uw gebed in uwe melaatschheid; Hij wil wel.
Vers 41. Hij „ r a a k t e h e m a a n " , als om de plaag op Zich te nemen. Dat heeft nooit een priester der wet gedaan. Wie zou ook iets willen aanroeren, dat onrein, dat besmettelijk is? Zie, hoe Jesus uwe afschuwelijkste zonde niet schuwt, om u te genezen.
Vers 42. Zooals Hij zegt, zoo geschiedt het.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen