Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kralitzer Bijbeluitgave en het feest ter herdenking van haar driehonderdjarig bestaan, op 15 Augustus 1894 te Kralitz in Moravië. 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kralitzer Bijbeluitgave en het feest ter herdenking van haar driehonderdjarig bestaan, op 15 Augustus 1894 te Kralitz in Moravië. 1)

(Ingezonden.)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij Gereformeerden houden weinig van feestelijke bijeenkomsten, omdat zij, daargelaten nog den gewonen nasleep, dien zij hebben, gewoonlijk weinig nut stichten. Als wij echter toch van eene feestviering gewagen, is het om de bijzondere omstandigheden, waarin zich de Gereformeerde Kerk in Moravië bevindt. God heeft der Boheemsche Kerk een kleinood geschonken, dat gedurende 300 jaren van onschatbaren zegen is geweest, en dat de aanhangers van het Evangelie in Bohemen boven alles waardeerden; — wij bedoelen de Kralitzer Bijbeluitgave. Toen de Boheemsche ballingen in den Dertigjarigen oorlog huis en hof om des Evangelies wil moesten verlaten, troostte arm en rijk zich met de woorden: „Niets hebben wij meegenomen, alles is weg, maar wij hebben toch nog den Kralitzer Bijbel en het Labyrinth der wereld" (een werkje van Comeniu3 over de ijdelheid der wereld en de zaligheid in «Christus). Het was daarom niet meer dan passend, dat de Boheemsche Gereformeerde Kerk na driehonderd jaren met een dankbaar hart de voltooiing dezer Bijbeluitgave herdacht.
De geschiedenis van den Kralitzer Bijbel is in hoofdzaken de volgende. — In de Boheemsche taal bestonden wel is waar reeds meerdere Bijbelvertalingen, reeds Hus begon er eene; maar deze vertalingen waren meestal gebrekkig, omdat zij naar de Vulgata waren gemaakt. Toen de Broederuniteit ontstaan was, begon zij evenals de overige Kerken der Hervorming aan eene getrouwe overzetting van den Bijbel uit de grondtalen te arbeiden; in de laatste helft der 16Je eeuw was de TJniteit in nadere verbinding getreden met de Gereformeerde "vaderen te Genève, Ziirich en Ileidelberg, met den vromen keurvorst van de Palts, en door de Palts ook met Holland; daarom zond zij verscheidene jonge mannen uit haar midden naar de •Gereformeerde hoogescholen in Zwitserland en Duitschland, ten einde zich te bekwamen in het Grieksch en Hebreeuwsch.
Toen deze jonge mannen, na het noodige onderwijs te hebben ontvangen, uit het buitenland in hun vaderland terugkeerden, nam Graaf Johann Z'erotin hen bij zich op zijn slot te Kralitz (Kralic), waar zij 14 jaren lang aan de vertaling en uitlegging des Bijbels werkten. Gewoonlijk worden er negen vertalers van den Kralitzer Bijbel genoemd, waaronder ook een gedoopte Jood, die zich bij de Uniteit bad gevoegd. Het edele geslacht der Zverotins hing met ganschen harte de Uniteit aan en deed voor liaar, zooveel het kon. (Hunne nakomelingen, de Graven Z'erotin, zijn tegenwoordig, evenals het grootste deel van den Boheemschen adel, clericaal-ultramontaansch; zij zijn zeer achteruitgegaan in vermogen, en belachen slechts den ijver hunner voorvaderen voor het Evangelie). Heer Johann van Zverotin had in het naburig stadje Naniest eene drukkerij voor de Uniteit opgericht, wijl hij daar zelf woonde; nu werd de drukkerij naar Kralitz verplaatst. De predikant Zacharias S'olin leidde en bezorgde den druk ; zoodra er een deel goed vertaald en van kantteekeningen voorzien was, werd het in druk gegeven. In het jaar 1593 verscheen het zesde of laatste deel; al de onkosten werden door Heer Zverotin betaald.
Deze Bijbeluitgave wordt naar de plaats, waar zij gedrukt werd, de Kralitzer, naar hare verdeeling de zesdeelige genoemd.
De vertaling is eene zeer goede, en kan gerust met de beste vertalingen, zooals de Hollandsche en Engelsche, op éêne lijn gesteld worden. Naar de wijze van den Hollandsehen Staten- Bijbel is ook de geheele Kralitzer Bijbel van aanteekeningen en uitleggingen op den kant voorzien; de uitleggingen dragen een beslist Gereformeerd karakter in tegenstelling met de Luthersche opvatting, (vergel bijv. 1 Tim. 2: 4), en herinneren dikwijls aan de Hollandsche kantteekeningen, doordien de Kralitzer Bijbelvertalers in voortdurende verbinding stonden met de theologen in de Palts. De taal is klassiek en dient tot op heden den Boheemschen letterkundigen tot maatstaf; daarom wordt deze Bijbel als een kleinood der Boheemsche letterkunde ook door wereldsche en Roomsche letterkundigen om hare zuiverheid van taal en stijl hoog gewaardeerd. In het jaar 1609 verscheen hij in eenen band in folio-fjrmaat, ongeveer ter grootte van onzen Staten-Bijbel. De vrienden van het Evangelie beschouwden den Kralitzer Bijbel als oen kostbaar erfstuk, evenals huis en hof; kinderen achtten zich rijk bedeeld, als zij van hunne ouders maar zulk eenen Bijbel erfden. In den tijd der tegenreformatie loerden de vijanden vooral op den Kralitzer; er werden er heele stapels van verbrand, en daar de Bijbel wegens zijnen grooten omvang zich moeilijk voor de spionnen liet verbergen, zijn er slechts zeer weinige exemplaren van bewaard gebleven, en wordt nog heden voor een goed onderhouden exemplaar 360 gulden betaald.
Kralitz is een klein dorpje, ongeveer negen uur ten Westen van Briinn gelegen, met circa G00 inwoners. Tot het jaar 1630 beleed het geheele dorp de leer des Evangelies. De Uniteit had er eene bloeiende Gemeente. De heeren van Z'erotin bewezen dezer Gemeente vele weldaden en zorgden ook voor hare geestelijke welvaart. Tijdens de vreeselijke tegenreformatie van 1621 tot 1781 werd het Evangelie in Kralitz met wortel en tak uitgeroeid, zoodat er bij de uitvaardiging van het Tolerantie- patent geen enkele belijder van het Evangelie meer gevonden werd; de Broederkerk in deze plaats kwam aan de Ilooinschen, en bevindt zich nog in hunne handen. Een geleerd Predikant, Georg Laetus, uit het naburige Rossitz, vluchtte omstreeks 1625 naar Holland en gaf daar verscheidene geschriften uit over den deerniswaardigen toestand, waarin zich destijds de Uniteit in Moravië bevond. Kralitz is tegenwoordig geheel Roomsch; eerst in den allerlaatsten tijd hebben er zich weder vijf Gereformeerde familiën neergezet. De eens aan de Z'erotins toebehoorende heerlijkheid Naniest met Kralitz en omstreken behoort tegenwoordig aan den clericalen Graaf Haugwitz. Het slot, waarin gearbeid werd aan de Bijbelvertaling, alsook de drukkerij zijn geheel verdwenen, slechts drie lange kelders zijn er van overgebleven; op de plaats, waar eens liet slot stond, staat eene kleine boerenhut met een open plein, dat nog lieden het burgplein (in het Boheemseh Hradisko) heet.
In de nog bestaande Broederkerk, thans in het bezit van de Roomschen, zijn nog do grafteekenen der Zverotins en van vele Broederpredikers, alsook andere herinneringen aan de Uniteit; maar de Roomsche priester bewaart met argusoogen den sleutel der kerk, opdat de Gereformeerden deze historische overblijfselen niet kunnen bezien.
Op het zoogenaamde burgplein, onder den blooten hemel, werd het 300-jarig feest met gezang, gebed en prediking gevierd ; er kwamen twaalf Gereformeerde predikanten en 600 a 800 toehoorders, grootendeels Roomschen, die met groote oplettendheid de voordrachten aanhoorden, die van 10 uur tot half een duurden. Senior Lic. Cisaf opende de vergadering en sprak naar aanleiding van de woorden: „Gelijk eene lelie onder de doornen, alzoo is Mijne vriendin onder de dochteren" (Hoogl. 2 : 2 ) ; hij schilderde met aangrijpende woorden de vele harde vervolgingen der Uniteit, en den zegen, dien deze over de gansche Boheemsche natie heeft gebracht, vooral door de Ivralitzer Bijbelvertaling, en verheerlijkte de barmhartigheid Gods, Die het den vijanden niet toeliet de Uniteit gansch en al uit te roeien, maar ons een overblijfsel heeft gelaten, dat door Gods genade land en volk nog eenmaal met Gods Woord ten zegen zal kunnen worden.
Daarop sprak de Predikant Lic. S'ebesta over de woorden van Matth. 14:34—36. Uitgaande van de gedachte, dat de Heere Zijnen getuigen heeft bevolen, het Evangelie te prediken aan alle creaturen, omdat alleen de blijde boodschap van de in Christus volbrachte verlossing en geene menschelijke wijsheid of beschaving een arm zondaar kan oprichten en hem hulp kan schenken in lichamelijken en geestelijken nood, sprak hij de waarheid uit, dat alle geloovigen het Evangelie moeten verkondigen ; al heeft zich ook niet ieder geroepen te achten om leeraar te zijn (Jak. 1 : 3), wij allen moeten toch volgens onzen Catechismus door onzen godzaligen wandel onzen naaste voor Christus zoeken te winnen. Dat deden de inwoners van Genesareth, toen zij, als de Heere Jesus in hunne landpale kwam, het gansche land door lieten verkondigen, dat de medelijdende en barmhartige Helper in allen nood in de plaats hunner inwoning was gekomen, en alle kranken tot Hem brachten. Dat deed de Broederuniteit door de Bijbeluitgave, waardoor zij het gansche land door liet verkondigen, dat er in Jesus alleen alle heil en verlossing te vinden is, en dat Hij nog heden, zij het ook niet naar het lichaam, dan toch naar den Geest, overal komt, waar Zijn Woord verkondigd en Zijn Naam aangeroepen wordt. En evenals de kranken in het land van Genesareth zich verblijdden bij de aankomst des Heeren Jesus, en verheugd tot Hem gingen, Hem en hunne krankheid kennende, en hulp bij Hem vonden, zoo zullen ook wij, als wij met smart de krankheid onzer ziel gevoelen, — want krank zijn wij allen, en wel hoogst gevaarlijk krank vanwege de zonde, al gevoelen wij ons ook lichamelijk zeer wel, — zoo wij vermoeid en belast tot Hem gaan, genezing vinden; want alleen Jesus en Zijn Woord kan ons redden naar lichaam en ziel.
Daarna spraken nog de Predikanten Dobes en Illek, de eerste over Ps. 143 : 5 en 6, de laatste over Joh. 5 : 39.
Merkwaardig was dit gedenkfeest reeds hierom, dat het niet den gewonen nasleep had, want in het warme dorp Kralitz is niets of niemand, om een feestmaal aan te richten; en zoo gingen de feestgenooten na afloop van de godsdienstoefening rustig uiteen. Nog merkwaardiger is het, omdat het ons Gereformeerden in Moravië vergund was, na driehonderd jaren voor het eerst midden in eene Roomsche plaats, waar wij geheel en al vreemd waren, in het openbaar van de genade des Heeren Jesus te getuigen, en van den zegen te gewagen, dien de prediking van het reine Evangelie brengt over het gansche land, over de gezinnen en ieder lid daarvan in 't bijzonder.
Nog voor korten tijd zou een Gereformeerd predikant het niet hebben durven wagen, in eene plaats, die geheel Roomsch is, eene preek te houden, tenzij hij het ambtshalve moest doen; het verblinde gepeupel zou hem het dorp uitgesteenigd hebben, en de overheid zou het vooraf hebben verboden. Immers mochten wij vroeger niet eens kerken met torens of zichtbare ingangen in onze bedehuizen hebben ; zelfs in plaatsen, waar de Gereformeerden sedert den tolerantie-tijd zich gevestigd hebben, werden wij dikwijls in de uitoefening van ons ambt bemoeilijkt.
Ook waren wij tot het laatste oogenblik toe bevreesd, dat er ergerlijke dingen zouden gebeuren, wat den ultramontanen wel zeer naar den zin zou geweest zijn; maar gelukkigerwijze is de burgemeester van Kralitz aan eene Gereformeerde familie verwant, en deze gaf zijne toestemming tot het houden der bijeenkomst; daarmee waren alle bezwaren opgeheven, en alles liep in goede orde af.
Van onze feestviering werd ook door de politieke Bladen in Bohemen notitie genomen, terwijl zij tot dusverre opzettelijk over ons zwegen. De clericaal-Boheemsche Bladen berichtten, dat het een zuiver Gereformeerd confessioneel feest was geweest en slechts dooi' Evangelischen werd bijgewoond, (terwijl er toch vele Roomsche toehoorders waren), opdat de ultramontaansche lezers niet op de gedachte zouden komen, dat een Roomsche ook eene prediking des Evangelies kan hooren zonder terstond ter helle te varen. De vrijzinnige organen velden er een gunstig oordeel over, de „Lidovc Noving" (volkscourant) zond eenen verslaggever naar Kralitz, gaf een uitvoerig bericht over het feest, en besloot met de woorden: „ Het was een bescheiden en stil, maar daarom des te waardiger gedenkfeest van eene groote gebeurtenis, die vóór 300 jaren hier te Kralitz voorviel; en de woorden vol godsvrucht en liefde tot het vaderland vielen voorzeker in vruchtbare aarde; mochten zij ook in de verste kringen gehoord worden".


1) Door omstandigheden werden wij verhinderd dit stuk eerder op te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

De Kralitzer Bijbeluitgave en het feest ter herdenking van haar driehonderdjarig bestaan, op 15 Augustus 1894 te Kralitz in Moravië. 1)

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's