Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekening op Romeinen 11: 25 en 26,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekening op Romeinen 11: 25 en 26,

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ W a n t I k wil n i e t , broeders! dat u deze verb o r g e n h e i d onbekend zij (opdat gij niet wijs z i j t b i j u z e l v e n ) , dat de v e r h a r d i n g voor een deel over I s r a ë l gekomen is, t o t d a t de v o l h e i d der H e i d e n e n zal i n g e g a a n zijn. En a 1 zoo zal geheel I s r a ë l zalig worden; g e l i j k geschreven is: De V e r l o s s e r zal uit Zion komen en zal de goddel o o s h e d e n a f w e n d e n van J a k o b ."
Dit Hoofdstuk heeft in de eerste plaats altijd iets plaatselijks, iets, dat voor dezen tijd geldt, en wie denzelfden Geest des geloofs heeft, die zal weder evenzoo spreken, als Paulus in dit Hoofdstuk deed. Om een voorbeeld te geven: Gij hebt het Evangelie verkondigd; jaren lang hebt gij eene groote partij gekend en het gansche land door voor Gods volk gehouden, ofschoon er ook deze en gene onder was, die u niet beviel. De Heere zet u op eenmaal alleen, opdat gij Hem leert kennen. Wat gij van stonden aan predikt, is voor deze groote partij onverstaanbaar; men stoot zich er aan, verkettert en verwerpt u; er zijn altoos zulke snateraars onder, Diotrefessen, die dat doen, die anderen volgen. Intusschen verzamelt zich om u heen eene soort menschen, die gij voormaals niet zoo geacht hebt en die u ook nu eigenlijk niet zoo aangenaam zijn als dat oude volk in Massa, dat gij vroeger kendet. Menschen, waaraan niemand gedacht had, nemen uwe prediking aan en komen als geheel nieuw voor den dag. Gij houdt hun inzonderheid voor, wat het is, naar vleesch te wandelen, en wat het is, naar Geest te wandelen. Nu blijken er eenigen te zijn, die dat alles zeer wel van u verstaan hebben, maar hun ontbreekt toch iets, waarin toch alles gelegen is: de liefde. Zij kunnen zich over de vromen, schijnvromen of werkelijke vromen, zeer liefdeloos uitlaten, over hunne verkeerde leer en stellingen uit de hoogte oordeelen, zetten zich daarbij op den troon, en bedienen zich van de prediking van den raad Gods tot verzadiging des vleesehes, en men ziet toch, dat het grootendeels neuswijsheid is, en dat, indien zij wisten, hoe eene ziel worstelt, eer zij tot de vrijheid komt, zij niet met opgeblazenheid en als groote geleerden zoo het eene als het andere beschouwen zouden, maar daarover met ootmoedigheid spreken tot prijs van Gods ontferming. Zie eens, of gij tot de zoodanigen, wanneer gij toch anders goede hope hebt en hen verschoonen en onderwijzen wilt, als een, die barmhartigheid verkregen heeft en die in de zekere hope staat, dat de Heere ook uit hen, over welke het oordeel der verharding gekomen is, toch nog velen zal redden, als Hij Zijnen raad met de anderen door de prediking vervuld heeft, — niet juist zoo spreken zoudt, als gjj in Rom. 11 leest Daarom staat er: blindheid of de verharding is voor een deel over Israël gekomen; er staat niet: over het geheele Israël.
„Geheel I s r a ë l " , in Vers 26, is Israël, voor zooverre het uitverkoren is, uitgenomen het deel, dat heUas verloren gaat (verhard blijft), met de Heidenen er bij. De zaligheid is uit de Joden. Tot dit „geheel Israël" behoorden Paulus, Petrus, Jakobus, Johannes, 120 op eenmaal, velen, die Paulus gehoord hebben, velen daarna, 12 of 12000, — God weet het aantal. Wat zouden hier vleeschelijke oogen of vleeschelijke rekenkunstige inzichten in dit heilige kunnen inzien! Tijd valt hier weg, — de vervulling is ook letterlijk, maar niet vleeschelijk, nochtans waarachtig, — is geweest, is, en zal zijn, maar niet met uiterlijke gestalte. Zendelingen doen hier niets af of toe. De synagogen met haren Talmud zullen blijven tot den einde toe, en het Jodendom evenals nu, — nochtans: geheel Israël, uitverkorene Joden, met de Heidenen (dat zijn wij) er bij, zijn zalig geworden, zullen zalig worden. En wat nu zoo van Joden en Heidenen geldt, dat geldt ook weder in kleinere groepen, en ik predik dat tegen degenen, die meenen, dat zij in Gods oogen beter zijn, dan degenen, die hunne eigene gerechtigheid zoeken op te richten. In het leven zullen al deze dingen het duidelijkst uitgelegd worden door den Geest des Heeren.

1838.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Aanteekening op Romeinen 11: 25 en 26,

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's