Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De inwijding der Bethlehemskerk te Brünn,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De inwijding der Bethlehemskerk te Brünn,

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op Hemelvaartsdag, 23 Mei j. 1., was eindelijk het lang verbeide oogenbük gekomen, dat de nieuwgebouwde Gereformeerde kerk te Brünn op feestelijke wijze voor de openbare godsdienstoefening in gebruik kon genomen worden. De feestelijkheid was alleszins waardig en, in zooverre men in de Gereformeerde Kerk van kerkelijke plechtigheden kan spreken, met het eenvoudige karakter onzer Kerk volkomen in overeenstemming. Er werden geene openlijke omgangen gehouden, er was geen dartel vreugdebedryf, geen beurt-of koorzang werd aangeheven, men besloot de feestelijkheid niet met het gebruikelijke feestmaal, en liet ook het gebruikelijke kloppen aan de deur eener nieuwgebouwde kerk en daarbij het misbruik van den Naam des drieëenigen Gods na. Het eenige bijzondere, dat op te merken viel, was, dat de stedelijke Overheid drie agenten van politie tot handhaving van de orde naar de kerk gezonden had, dewijl het getal der toehoorders meer dan 4000 bedroeg. Uit alle Gemeenten van Moravië, ja ook van Bohemen waren afgevaardigden en toehoorders aanwezig, 27 Gereformeerde predikanten, bovendien de Oberkirchenrath Dr. Hermann von Tardy en Dr. Bühl, professor in de theologie te Weenen. Ook de Luthersche Gemeente te Brünn vaardigde eenen predikant en ouderlingen af, zelfs zonden de scholen en stichtingen (natuurlijk lioomsche) afgevaardigden, ja een groot deel der toehoorders waren Roomschen De Moravische superintendent was door ziekte verhinderd te komen. Zijn plaatsvervanger Senior Lic. theol. Cisar hield de openingsrede.
De godsdienstoefening begon te half tien 's voormiddags en duurde tot over een uur 's namiddags. Al de toehoorders woonden van het begin tot het einde alles geduldig bij. De Gemeente zong Ps. 122, 84, 24, 93 en 119:88 en 67. Beurtelings werd er een Psalm gezongen en eene rede gehouden. Yóór de opening der kerk hield de plaatselijke predikant Pokorny en Senior Lic. Cisar eene toespraak tot de gansche vergadering; dewijl de kerk echter nauwelijks een vierde-deel der menigte bevatten kon, werden tegelijkertijd in den aangrenzenden grooten tuin twee toespraken en leerredenen na elkander gehouden.
De kerk staat op den zoogenaamden Spielberg, waar vroeger de staatsgevangenis stond, en heet ter herinnering aan Hus' Bethlehemskapel te Praag de „Bethlehemskcrk". Op deze twee omstandigheden de aandacht vestigende, sprak Senior Cisar naar aanleiding van Ps. 90:17 en Matth. 2 : 6 in een degelijk woord de waarheid uit, dat in deze kerk het brood des levens, Jesus Christus, den hongerigen gebroken en den in zonden en dood gevangenen de verlossing in den Heere Jesus Christus verkondigd wordt. Daarbij gedacht hij met blijdschap en dankbaarheid, hoe alle Gemeenten in Moravië en Bohemen zoowel als buitenlandsche geloofsgenooten door vrijwillige gaven aan den bouw dezer kerk hadden deelgenomen, het arme hoopje de stichting van het bedehuis hadden mogelijk gemaakt, en nu met de broederen te Brünn zich over de voltooiing van het werk grootelijks verheugden.
De kerk draagt het opschrift: „Doch wij prediken Christus", 1 Corinthe 1 : 23. Zich aansluitende bij deze woorden, sprak de predikant Nespor den wensch uit, dat in deze kerk geene menschelijke wijsheid en menschelijk werk zouden geleerd, maar alleen Christus, de Gekruisigde, gepredikt worden, dewijl er voor verlorene zondaars geene andere verlossing, geen andere troost is, al is de Gekruisigde ook den Joden en Heidenen van weleer en thans eene ergernis en dwaasheid.
Daarop leidde hij Prof. Dr. Böhl als eenen welkomen gast en medestrijder Christi in. Alle toespraken en leerredenen werden in de Boheemsche taal gehouden. Dewijl echter Prof. Böhl het Boheemsch niet machtig is, sprak hij in het Duitsch, terwijl Senior Cisar op voortreffelijke en sierlijke wijze zijne rede in het Boheemsch vertolkte.
Professor Böhl gedacht met blijdschap, hoe God hem reeds meer dan 30 jaren tot onderwijzer der toekomstige herders en leeraars der Boheemsch-Gereformeerde Kerk had gesteld; de meeste der hier aanwezige predikanten waren zijne leerlingen geweest of stonden in nauwe betrekking tot hem. Hij kon dus bij den arbeid in de Boheemsch Gereformeerde Kerk spreken van de ervaringen van eenen Simeon. Het verheugde hem zeer, dat een zijner leerlingen thans als predikant in deze kerk het Woord Gods predikte, en hoopte, dat er nog menige Simeon in deze Gemeente mocht gevonden worden, die zich met hem verblijdde over het hier in Christus verkondigde heil. En waar Simeons zijn, daar worden ook Anna's (Luk. 2.) gevonden, die hier vooral noodig zijn, daar te Brünn zooveel leerlingen van scholen en gymnasia zijn, tot wie gesproken moet worden van de zaligheid in Christus. Dr. Böhl zeide verder, dat hij den professor niet kon afleggen, en daarom den aanwezigen predikanten de spreuk „Ora et labora" (bid en werk) aan het hart wenschte te leggen, naar welke alle ware Godsmannen, in 't bijzonder Luther en Dr. Kohlbrügge hadden gedaan (in plaats van Luther had men met het oog op de plaatselijke omstandigheden gevoeglijker Hus kunnen noemen). De prediking eischt studie, de gansche week door. De predikanten brachten wel het „ora" in practijk en baden veel (?), maar zij verzuimden het „labora" (!); en toch, alleen door naarstige beoefening van het labora (studie) zou het hier eens zoo bloeiende leven terugkeeren, en zouden de geloovigen hier te lande niet in het buitenland behoeven te bedelen (?!).
Daarop drukte de Oberkirchenrath von Tardy in eene schoone toespraak er zijne blijdschap over uit, dat ook in de hoofdstad van Moravië thans een Godshuis was voor de prediking van het Evangelie in de Boheemsche taal. Het was dan ook tot nu toe een bedroevend verschijnsel, dat de Gereformeerde Bohemers, die de ware nakomelingen der Broederuniteit zijn, geene eigene kerk hadden, terwijl de Lutherschen, die meerendeels uit het buitenland afkomstig zijn, reeds sedert de uitvaardiging van het Tolerantie-patent eene eigene Gemeente hadden en ook de te Brünn wonende Gereformeerden bij deze Gemeente rekenden, maar intusschen niet eens eenen Boheemsch-Gereformeerden hulpprediker wilden aanstellen. Toen nu de Gereformeerde Bohemers te Brünn, die de Duitsche taal niet verstonden en wier geestelijke behoeften verwaarloosd werden, hunne begeerte naar eene prediking in hunne moedertaal te kennen gaven, trachtte de toenmalige vertegenwoordiging der Duitsch-Luthersche Gemeente te Brünn zelfs met de hulp der Overheid de vervulling van dien wensch te voorkomen. De Gereformeerden werden nu in de Duitsch-Luthersche tijdschriften en op vergaderingen van de Gustaaf-Adolf-vereeniging voor nationale heethoofden uitgemaakt, wien het slechts om de heerschappij der Czechen te doen was. Dit duurde zoo lang, tot de Oberkirchenrath door zijne krachtige tusschenkomst ook den Gereformeerden te Brünn eenen wettigen bodem bezorgd had.
Ten slotte droeg Senior Janata een door hemzelven voor deze gelegenheid vervaardigd gedicht voor, waarin hij met treffende woorden schilderde, welke blijdschap de Gereformeerden in Moravië den geloofsgenooten in Bohemen bereid hadden door de stichting eener kerk voor de prediking van het Woord Gods in de hoofdstad van Moravië.
De namiddaggodsdienstoefening begon om drie uur. Andermaal had zich eene zeer talrijke menigte verzameld. Na het zingen van Ps. 93 sprak de predikant Lic. "Sebesta naar aanleiding van Jes. 37 : 5—7 over de zaligmakende werkingen van het Evangelie, zoo ten aanzien van elke ziel in 't bijzonder als van geheele landen en natiën. Daarna hield Ds. "Sara naar aanleiding van Col. 3 : 4 aan de toehoorders voor, hoe Christus Zich aan ons in heerlijkheid openbaart. (Beide predikanten zijn leerlingen van Prof. Böhl.)
Nadat nog Ps. 119 : 88 was gezongen, werd de eenvoudige plechtigheid besloten met het uitspreken van den apostolischen zegen. De gebruikelijke toasten bleven achterwege. Voor eenen Gereformeerde was het bijzonder verkwikkend, dat niet slechts de grondtoon, maar vele Antwoorden van den Heidelbergschen Catechismus in al het gesprokene tot hun recht kwamen.
Algemeen betreurde men het, dat de trouwe vriend onzer Kerk, Ds. Lütge te Amsterdam, wegens ongesteldheid niet in ons midden verschijnen en ons eenen vriendelijken groet van de Hollandsche broederen overbrengen kon. Moge God in Zijne genade hem spoedig weder doen herstellen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

De inwijding der Bethlehemskerk te Brünn,

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's