Aanteekening op Efeze 4 : 8—14,
Het volk des Heeren bevindt zich in eene gevangenis der zonde en des doods, waarin de duivel ons gevangenhoudt. Gods Zoon, onze dierbare Heiland, kwam van Zijnen troon en liet Zich in deze gevangenis opsluiten. Zijn volk voerde Hij met Zich langs eenen geheimen weg, en de gevangenis nam Hij gevangen. Toen de duivel meende getriomfeerd te hebben, voer op eenmaal de Heere in triomf ten hemel; duivel, dood, zoude en hel, deze machtige vijanden, moesten geketend den zegetocht opluisteren. — De engelen kwamen neder, vormden eene wolk, namen hunnen Koning daarin op, en God werd in heerlijkheid opgenomen. Hoe dieper Gods Zoon Zich had vernederd, hoe dieper Hij in de diepte onzer verlorenheid is afgedaald, des te hooger zit Hij thans in macht, om de Zijnen te voorzien van alles, wat zij op den weg naar den hemel noodig hebben, wat zij behoeven tot eenen zaligen ingang en wat hun noodig is voor de eeuwige zaligheid.
Zoo deelt Hij dan uit de hoogte wonderbare gaven uit Die komen alle op Zijn volk door de mededeeling van Zijn Woord en Zijn dierbaar Evangelie. Wat zij noodig hebben en wat Hij hun nu mededeelt, is een waarachtig geloof in den Zooi* Gods, een waarachtig vertrouwen en zich verlaten op Hem met lichaam en ziel voor tijd en eeuwigheid en een zalig: belijden van den Heere, dat uit dit vertrouwen voortkomt; — door dit alles maakt Hij, de Eerstgeborene onder vele broederen,, dat wij met Hem erven en in het erfrecht gesteld worden,, alsof wij de eerstgeborenen waren.
Hieruit volgt bij Gods volk de waarachtige broederlijke liefde,, die niet zichzelve zoekt, maar wat des broeders is, en een ieder meet niet naar den maatstaf der wet, maar naar de mat& der gave van Christus. En daar het alles genade, alles geschonken genade is, zoo is daar geene eigene aanmatiging. Het kleine verheft des Heeren hoogheid alleen. Zie Hem zo» groot en zoo hoog. dat Hij met Zijn hoofd boven alle hemelen uitsteekt en met Zijne voeten dieper staat, dan de hel diep is; wie Hem zoo ziet en aanbidt, ontvangt gewisselijk het getuigenis des Geestes in zich, dat zijne grootheid aan des Heerens genade hangt. Wie daarin gevonden wordt en daarbij blijft, wordt vanzelf losgemaakt van de geboden en inzettingen der menschen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's