Heuglijk nieuws uit Moravië

Een verrassend bericht gewerd ons uit Moravië. Zooals de vrienden weten, is er te A u s p i t z eene door de Regeering erkende Gereformeerde Gemeente. Deze Gemeente onderscheidde zich sinds hare stichting (1882) door haren ijver voor het welzijn van de in de omstreken verstrooid wonende broederen. Zoo werd in 1883 reeds het „Predigtstation" L u n d enb u r g gesticht, waar later door de zorgen eener vermogende geloofsgenoote een kerkje verrees. Men sla hierop na „Der Aufschwung der Böhmisch-Hahrischen Kirche enz.", waarin op duidelijke wijze wordt aangetoond, hoe God onder en door de regeering van Keizer F r a n s J o z e f I aan de Boheemsch- Moravische Kerk weldaad op weldaad heeft doen toekomen. Van dit laatste getuigt op bijzondere wijze het bericht, waarop wij hierboven doelden.
Niet ver van Auspitz en Lundenburg, aan de Hongaarsche grens, ligt G ö d i n g. Ook op deze stad werd de aandacht van Ds. vSebesta, predikant der Gemeente te Auspitz, gevestigd. Aanleiding daartoe was, dat Z.W.Ew. in den herfat van 1894 tot vertegenwoordiger van de Gereformeerden te Göding in den distrietsschoolraad werd gekozen. Sinds kwam tot hem het dringend verzoek om ook te Göding, waar men zonder prediking des Woords was, het Evangelie te verkondigen. Hij zag hierin eenen wenk van zijnen hemelschen Zender en kon deze stad niet langer onverzorgd laten.
Göding is grooter dan Auspitz en Lundenburg In den naasten omtrek is geene enkele Gereformeerde Gemeente, maar wonen wel vele Gereformeerde familiën, die tot Ds. "Sebesta het verzoek om de prediking richtten. (De Lutherschen in deze streek, van welke de Gereformeerden zich kerkelijk streng gescheiden houden, hebben in Hongarije eene Gemeente.) Daar achter Göding, in het Zuid-Oostelijk deel van Moravië (waar eens de Broederuniteit bloeide!), tal van belangrijke steden liggen, die alle de prediking missen, doch van waar men Göding gemakkelijk kan bereiken, kan deze stad in de toekomst een belangrijke zendingspost worden. Ds. vSebesta, die tot nu toe in eene kleine kamer van eenen arbeider predikt, waar ook de Lutherschen onder zijn gehoor komen, begreep dan ook, dat hij te Göding meer vasten voet moest trachten te verkrijgen. Zoo ontstond al spoedig de behoefte aan een eigen bedehuis. Doch voor bouwterrein alleen had men f 10 000 noodig, want te Göding kan men uiterst moeilijk en niet dan tot eenen prijs, dieu men ook te Weenen besteedt, een stuk grond krijgen. Men sloeg het oog op keizerlijk domein, maar indien de Keizer den Gereformeerden niet voor billijken prijs een terrein wilde afstaan, moest men, bij gebrek aan eigen draagkracht, van het bouwen van eene kerk afzien. Doch ziet, daar toonde de Heere op eenmaal, hoe waar het is, wat Zijn Woord zegt, namelijk, dat Zijns is al het goud en zilver, en dat Hij het hart der koningen leidt als waterbeken! Wat gebeurde er? Weinige dagen geleden ontving Ds. "Sebesta den volgenden brief vanwege Keizer F r a n s J o z e f:
Zijne Keizerlijke en Koninklijke Apostolische Majesteit heeft bij Hoogstdeszelfs goedgunstig besluit van den 30*1°" Augustus van dit jaar goedgevonden, aan de Evangelisch-Gereformeerde Gemeente Auspitz-Göding kosteloos af te staan één duizend éénhonderd vierkante Meter van het tot Hoogstdeszelfs familiegoed Göding behoorende bouwperceel No. 148 van het kadaster der gemeente Göd ng, en is hieraan de voorwaarde verbonden, dat ' de begiftigde alle uit de overdracht voortvloeiende onkosten te haren laste late kome, en dat het bouwterrein uitsluitend tot het bouwen van een bedehuis met pastorie gebruikt worde. Hiermede veroorlooft men zich UWelEerwaarde in kennis te stellen en UWelEerwaarde uit te noodigen, schikkingen te maken tot het in gereedheid brengen van de plannen van opmeting en afbakening van het genoemde stuk gronds, alsmede voor de registreering in de grondbueken en de kadastrale afscheiding can het terrein, opdat alzoo in overleg met de bevoegde ambtenaren aan de voorgeschreven verplichtingen ten aanzien van het kroondomein voldaan worde. De administratie der keizerlijk-koninklijke domeinen: Göding den 13d'n September 1895.

Den WelEerwaarden Heer, den Heer Ds. FRANZ SEBESTA, Auspitz.

De Keizer heeft dus aan de Gereformeerden te Göding een bouwterrein voor eene Gereformeerde kerk geschonken!

Dat is het groote nieuws!
De vreugde der broederen te Göding is zeker niet uit te spreken. Wij verblijden ons met hen en danken God voor dit Zijn gunstbewijs. H i j , de H e e r e , regeert, en Hij is wonderlijk van raad en groot van daad.
Zooals uit den brief blijkt, komen de onkosten, aan de verandering van eigenaar verbonden, ten laste van de Gemeente. Deze onkosten bedragen f 600 (waarin de kosten der omheining niet begrepen zijn), en moeten binnen veertien dagen betaald worden, anders wordt de schenkingsoorkonde niet afgegeven. I)e arme Gemeente, die zelf zoo weinig vermag, doet daarom een beroep op de liefde der geloofsgenooten. Hier geldt voorzeker: Wie s p o e d i g helpt, helpt d u b b e l!
Wij komen op deze gebeurtenis terug, en verklaren ons inmiddels gaarne bereid, om gelden voor onze broederen te Göding in ontvangst te nemen.

Onder het afdrukken van het Blad worden ons de f 600 reeds ter hand gesteld.
Wat koninklijke, neen, wat G o d d e l i j k e uitkomst!
Nu nog de palen der omheining!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen