Aanteekening op Titus 1 : 3—7.
Vers 3. „ N a m e l i j k Z i j n W o o r d , d o o r de p r e d i - k i n g , die m i j t o e b e t r o u w d is, n a a r h e t b e v e l v an G o d , o n z e n Z a l i g m a k e r " . Hier zien wij, dat de Apostel geweten heeft, dat hetgeen hij verkondigde, Gods Woord was. — „ A a n T i t u s , m i j n e n o p r e c h t e n z o o n , n a a r h e t gem e e n g e l o o f . " Hij zegt niet: naar mijn, nog minder: naar mijn bijzonder geloof, maar: naar het gemeen geloof, het geloof, dat gij, Titus, hebt, en dat ik, Paulus, heb; zoo ook Vers 1: „naar het geloof der uitverkorenen Gods".
Vers 5—7. Hieruit zien wij, dat „ o u d e r l i n g e n " ea „ o p z i e n e r s " hetzelfde is.
Vers 5. „Van s t a d t o t s t a d " , — hoe ver was dus het Evangelie al verbreid ook op Creta. — „ O u d e r l i n g e n " zijn door het bevel van den Apostel, door beroeping der Gemeente, en zoo van den Heiligen Geest.
Vers 6. „ E e n e r v r o u w e m a n " —: verbod van de polygamie en het ccelibaat.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's