Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

II. Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

II. Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

24, Prins Willem I, de bevrijder onzen vaderen door God beschikt, (iste Gedeelte.)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

God verlaat de Zijnen niet. Hij hoorde het kermen en zuchten dergenen, die om des Evangelies wil door Koning Pilips II ten bloede toe vervolgd werden, en Hij beschikte hun eenen redder. Die redder was W i l l e m I, p r i n s van O r a n j e, van wien wij in het voorgaande reeds een en ander vernamen. Deze edele vorst was door God bestemd, om onze vaderen uit het diensthuis van Rome uit te leiden en hen te verlossen van het geweld van Spanje, dat hen onder het ijzeren juk van pauseljjken dwang trachtte te houden. Ja meer nog: Prins W i l l em was in Gods raad bestemd tot stamvader van een vorstengeslacht, — het geslacht der O r a n j e -N a s s a u ' s , — dat Gods Kerk in de Nederlanden, ja heel de Christenheid zou beschermen tegen den aartsvijand, die niet zou ophouden het Evangelie van Jesus Christus te vervolgen.
In alle opzichten bleek nu, dat hetgeen God deed komen, reeds langen tijd door Hem was voorbereid.
Het geslacht der Naesau's had, hoewel het van Duitschen oorsprong was, reeds sinds de 14üe eeuw bezittingen in de Nederlanden >). Door huwelijken groeiden deze goederen zoo-zeer aan, dat de Nassau's welhaast tot deu hoogsten adel in deze landen behoorden. Zoo huwde E n g e l b e r t I van N a s s a u (gestorven in 1442) met Johanna van Wassenaar, erfdochter van Polanen, en bracht daardoor de baronnie van Breda, Geertruidenberg, Steenbergen, Ivlundert, Rozendaal en Oosterhout aan zijn huis. Van toen af was Breda de zetel der Nassauers in ons vaderland. De afstammelingen van Engelbert I waren mannen van beteekenis, die aan de graven uit het Bourgondische en het Oostenrijksche huis de belangrijkste diensten bewezen en door hen met de gewichtigste ambten werden bekleed. Zoo diende J o h a n IV, de zoon van Engelbert, Eilips den Goede en Karei den Stoute als stadhouder van Brabant. De oudste zoon van Johan IV, E n g e l b e r t II, die door ruiling van goederen ook markgraaf van Antwerpen werd, bekleedde onder Karei den Stoute, Maximiliaan en Filips den Schoone den belangrijken post van algemeen stadhouder en kapitein-generaal der Nederlanden Bij den dood zijns vaders erfde hij de Nederlandsche goederen, terwijl zijn broeder J o h a n V de Duitsche kreeg, die aan den rechteroever van de Lahn, eene zijrivier van den Rijn, lagen, met Dillenburg als residentie. Engelbert II overleed in 1504 kinderloos en zoo kreeg Johan V ook de Nederlandsche goederen. Toen laatstgenoemde overleed, werd de erfenis nogmaals verdeeld, en wel zoo, dat zijn zoon H e n d r i k III (gestorven in 1538) de Nederlandsche, en diens broeder W i l - l e m , bijgenaamd de O u d e , de Duitsche bezittingen kreeg. Hendrik III van Nassau was onder Karei V stadhouder en kapitein-generaal van Brabant (en Overmaze), opperbevelhebber van het leger, en later nog gouverneur (d. i. stadhouder) van Holland, Zeeland en Friesland. Zijn zoon R e n é , die hem bij zijnen dood opvolgde, werd in 1540 eveneens gouverneur van Holland, Zeeland en Friesland, en, nadat hij mot Karei V Gelderland had veroverd (1543), mede van dit gewest.
De Nassauers waren dus sedert lang geene vreemdelingen meer voor de Nederlanders, en zij waren hier in groot aanzien zoowel wegens hun vermogen als om de gewichtige diensten, die zij in belangrijke betrekkingen aan land en vorst bewezen hadden.
Welk eene beschikking dan, dat God uit dit edel geslacht, dat aan Duitschland in de middeleeuwen zelfs eenen keizer had geschonken -'), den vorst deed voortkomen, door wien Hij ons van het Spaansch-Roomsche juk wilde verlossen Willem van van Oranje was namelijk de oudste zoon van den bovengenoemden Willem den Oude. Hij werd den 13d e " Mei 1533 te Dillenburg geboren. Zijne moeder was J u l i a u a van S t o l - berg. Dat God juist uit deze ouders onzen Willem deed geboren worden, dat is van nog veel grootere beteekenis dan alle geslachtsroem. Zijn vader en zijne moeder vreesden namelijk God met geheel hun hart Yan Willem den Oude weten wij o. a., dat hij, don toorn van Keizer Karei V trotseerende, de Hervorming in zijn land invoerde, en van Juliana, dat zij hare kinderen opvoedde in de leering en vermaning des Heeren. Zoo werd dan het zaad des Evangelies vroegtijdig ook in het hart van deu jongen Willem gezaaid.
Wonderlijk waren intuaschen Gods leidingen met den man, dien Hij tot eenen leidsman van Zijn volk in de Nederlanden had bestemd. Hoe dreigde het zaad, door de vrome moeder uitgestrooid, ten eenenmale verstikt te worden, toen Willem op 11-jarigen leeftijd door den Keizer naar Brussel werd geroepen, om aan het hof van 's Keizers zuster Maria van Hongarije, die destijds landvoogdes van de Nederlanden was, te worden opgevoed.
Wat was '8 Keizers doel ? — René van Nassau, Willems volle neef, was in 1544 in eenen veldtocht tegen de Franschen gesneuveld, en had met goedvinden van Karei V den jeugdigen Willem van Nassau bij testament als eenigen erfgenaam aangewezen. Zoo erfde dus Willem alle goederen der Nassauers in de Nederlanden, en bovendien nog het prinsdom Oranje (gelegen in het Zuiden van Frankrijk), dat René mede bezeten had '), en was derhalve voortaan ook prins van Oranje Karei V nu begeerde den erfgenaam van het vermogen en den roem van twee geslachten, die hem met zeldzame toewijding gediend hadden, aan zijnen dienst te verbinden. Wel is waar waren de ouders van den knaap Luthersch, maar dewijl Karei, om een bekwaam staatsdienaar van hem te maken, hem aan het ouderlijke huis moest onttrekken, kon hij aan zijne opvoeding meteen eene andere richting geven.


1) Door het huwelijk van Otto II van Nassau met Adelheid, erfdochter van Vianden (in Luxemburg).


1) Zijne wapenspreuk was: „Ce sera mui, Nassau!"
2) Daarop doelen de woorden van het Wilhelmus: „van keizerlijken stam",


1) Hij had het geërfd van zijnen oom F i l i b e r t v a n O r a n j e , opperbevelhebber van 's Keizers leger in Italië en onderkoning van Napels, gesneuveld voor Florence in 1530.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's

II. Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's