Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

27, De hagepreeken. De Beeldenstorm, (1566.) (lste Gedeelte.)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welk eene verandering gaf het optreden der verbonden «edelen aan het gelaat des lands! Er schenen eensklaps geene inquisitie en geene plakkaten meer te zijn. Heel het volk scheen wel voor het Evangelie gewonnen te zijn. Nu eerst bleek het, hoe het Woord Gods als een zuurdeesem in het verborgen had gewerkt, hoe zeer de kennis en de begeerte naar kennis van het Evangelie was toegenomen.
Niet langer bij nacht en niet in de enge ruimte tusschen vier muren, maar op klaarlichten dag en wel in Gods vrije natuur — dewijl de kerken voor het Woord des Heeren nog gesloten bleven — kwam men bijeen, om woorden des levens te vernemen. Aanvankelijk werden deze godsdienstoefeningen in de open lucht, bij voorkeur in bosschen of achter struiken en hagen gehouden, ten einde onttrokken te zijn aan den loerenden blik der ketterjagers, — vandaar de naam h a g e - p r e e k e n , — later, toen de vrees voor vervolging eenigszins afnam, ook op onbeschutte velden.
Zie, daar spoedt men zich van heinde en verre ter preek, — mannen, vrouwen en kinderen, edelen, poorters en dorpelingen, armen en rijken, vrijen en dienstbaren, te voet, te paard of « p eenen huifwagen, — allen haasten zich, om de plaats te bereiken, waar lafenis aan de ziel zal geboden worden.
Eene talrijke schare is reeds bijeen. Straks, als de honderden tot duizenden zijn aangegroeid, beklimt een vurig prediker den kansel, bestaande uit eenen wagen of eene verhevenheid van aarde of graszoden, beschaduwd door eenen boom of een uitgespannen zeil en omringd door eene wacht van gewapende mannen. Allen zwijgen, de hoofden worden ontdekt, een krachtig gebed, dat weerklank vindt in de harten der bekommerden, stijgt op tot den God des hemels en der aarde. Op het gebed volgt eene bezielde en bezielende toespraak, die schier ademloos wordt aangehoord; de hoorders hangen aan de lippen van den prediker, die van hart tot hart spreekt. De hongerigen eten, de dorstigen drinken, de zoekenden vinden, de bekommerden en verslagenen worden vertroost, de onwetenden onderricht, de verdoolden in het rechte spoor gebracht. Eu als eindelijk de psalmen van Datheen, met hart en mond gezongen, over de velden ruischen, dan is er bij velen eene blijdschap, die de doode afgoden der Roomsche priesters niet kunnen geven, en een vrede, dien geen mutsaard of schavot kan rooven.
Zulke hagepreeken werden in 1566 op menige plaats, meestal in de nabijheid van groote steden, gehouden. Zij werden dikwijls bijgewoond door eene onafzienbare schare. In Holland ging men ter hagepreek bij J a n A r e n d s z o o n , een eenvoudig mandenmaker van Alkmaar, en P e t e r G a b r i ë l, een gewezen monnik, die te Overveen bij Haarlem duizenden om zich verzamelde. Bij Antwerpen ontstond zelfs eene vaste legerplaats, waar wel 10 000 menschen samenstroomden.
Tal van geliefde predikers, die tot dusverre zich niet op vaderlandschen bodem hadden gewaagd, — eenen Datheen, De Brés, Junius, Herman Modet e. a., — zag men nu weer, ofschoon een prijB op hun hoofd gesteld was, zich onder de Gemeente bewegen. Dat de moderatie der Landvoogdes eene „moorderatie" bleek, weerhield de menigte niet meer. Ja, toen den 3':"' Juli bij plakkaat het openlijk prediken verboden werd, klom het aantal bezoekers van de hagepreeken zelfs tot 25 000. I)e mannen gingen nu allen gewapend ter preek en namen vrouwen en kinderen in hun midden, terwijl op eenigen afstand ook schildwachten werden uitgezet En dit was wel noodig, want het gerucht ging, dat Margaretha troepen wierf, ten einde de Hervormden plotseling te kunnen overvallen.
Nu begonnen ook de edelen zich te roeren. Ten getale van 1500 kwamen zij, gewapend en vergezeld van hunne schildknapen, te St -Truien in het Luiksche bijeen, om gezamenlijk te beraadslagen over hetgeen hun te doen stond; door de dreigende houding, die Margaretha kortelings weèr aangenomen had, was nml. onder het volk eene gevaarlijke gisting ontstaan. Lodewijk van Nassau werd daarom met 12 andere Geuzen naar de Landvoogdes afgevaardigd, met het verzoek, dat zij godsdienstvrijheid zou toestaan, niets zou besluiten zonder den raad van Oranje, Egmond en Hoorne, en de Staten-Generaal zou bijeenroepen; tevens moest haar te kennen gegeven worden, dat, als de vervolging niet gestaakt werd, de edelen nog genoodzaakt zouden zijn, buitenslands hulp te zoeken.
Margaretha had echter voor het Verbond der Edelen weinig ontzag meer. De weifelende en vreesachtige houding van vele leden had haar de overtuiging gegeven, dat men zijne bedreiging niet zou durven waarmaken. Zij zette zich dus schrap en liet de Geuzen met een scherp antwoord van zich.
De spanning onder het volk nam daardoor natuurlijk nog toe. Kort daarop kwam er antwoord van Filips op het eerste verzoekschrift. „De Koning stond toe, de pauselijke of buitengewone inquisitie te Bchorsen, mits de bisschoppelijke in stand bleef; ook machtigde hij de Landvoogdes, om aan de verbonden edelen voor al het gebeurde vergiffenis te verleenen; doch hij wilde alle verbonden, samenkomsten, preeken eu openbare ergernissen afgeschaft zien, waartoe hij de Landvoogdes machtigde de bonden, waarover zij beschikte, te gebruiken, en zelfs andere in soldij te nemen."
Dus geen verbond als dat der edelen meer, en geene vrije godsdienstoefening, zelfs geene liagepreek! Was bet wonder, dat het nu eindelijk tot eene uitbarsting onder het volk kwam ? Hoe? wat men nu juist als waarheid had leeren kennen en waardeeren, dat zou men weêr moeten prijsgeven ? prijsgeven om der leugen wil? „Om de afgoderij kan men het in de Kerk niet meer uithouden, en nu zal men ook daarbuiten geene preek meer mogen hooren? Zullen wij om dien doemwaardigen afgodenwinkel straks met verdubbelde woede weêr vervolgd worden? Zal de gruwel van den Roomschen Basisdienst nog langer ellende en wee over ons brengen ? " Zoo mag het Geuzenvolk destijds gedacht hebben, want wat gebeurde kort daarna?
In het midden vau Augustus brak er plotseling een storm los. Op tal van plaatsen, in bijna alle gewesten, — alleen in Namen, Limburg en Luxemburg niet, — snelde de heffe des volks onder het roepen van: „Leven de Geuzen!" gewapend met bijlen, hamers en knuppels naar de Roomsche kerken en richtte er eene onbeschrijfelijke verwoesting aan. Weldra weergalmden de kerkgewelven van bijl- en mokerslagen. Onder het gejuich van eene spotlustige en tierende menigte vielen de heiligenbeelden vau hunne voetstukken en werden verminkt of tot gruis geslagen. Geen altaar, hoe kostbaar, geen schilderij wat kunstwerk het ook mocht aijn, vond genade in de oogen der beeldstormers. Ja, wat den Roomschen het heiligste was, de hostiekast met den ouwel of de hostie, dat moest het wel het meest ontgelden. Onder bet zingen van een lustig Geuzenliedje als:
't Spel is uit van sulcken sot,
Hy wort ontschorst, ontbonden
Als een gelapten rock vermot,
So is de Misse bevonden :
Cleyn van waerden, op der aerden,
Sal !) voor paerden, catten en voor honden,
werd do hostie — de broodgod — op den groud geworpen en vertreden. Te Middelburg riep er daarbij iemand spottend uit: „ Wat goeikens dit votck tocli heeft! Waer liy Godt, hy mocht my myn teenen afbijten".
In Vlaanderen, en wel te St.-Omer, stak deze storm het eerst op. Niet lang daarna zag men, wat daar geschiedde, in stad bij stad gebeuren, op vele plaatsen te gelijk, en zonder dat er afspraak bestond. In Vlaanderen en Brabant alleen werden in 4 dagen tijds meer dan 400 kerken verwoest.
Ergernis over den gruwel der afgoderij, waardoor God, de lovende God, bespot werd en waaraan het bloed der martelaren ten offer werd gebracht, dat was het, wat de beeldstormers dreef Geen moord- of wraakzucht was do drijfveer, want inquisiteurs, priesters, monniken en nonnen (wier kloosters het mede ontgeldeu moesten) bleven ongedeerd; ook geen roofzucht, want ofschoon de beeldstormers meest tot de laagBte volksklasse behoordeu, verrijkten zij zich niet met hot goud, het zilver of de edele steeuen der kerksieradiën, ja het is gebeurd, dat zij met don dood straften wie hunner een voorwerp ter waarde van eenen rijksdaalder zich toeeigende; ook wezen zij met verachting de groote geldsommen van de baud, waarmee de geestelijkheid de verwoesting wilde afkoopen; — evenmin dreef hen eene dolzinnige vernielzucht, want waar de overheid hun voor was en de ergernissen wegnam, daar bleef de verwoesting achterwege. Zelfs Roomsche historieschrijvers deelen deze bijzonderheden mede.


1) Zalig, goed.


Van wie de Beeldenstorm uitging, ligt intusschen nog altijd in het duister. Niet onmogelijk is hot, dat inquisiteurs of hunne handlangers de daad zelf hebben uitgelokt, om eenen schijn van recht tot de strengste vervolging te hebben Vreemd is het althans, dat nergens de overheid met den sterken arm tusschenbeide kwam, om de verwoesting te keeren.
Bij verreweg de meeste Protestanten vond de Beeldenstorm afkeuring, niet omdat zij deze beeldenbreking als eene misdaad beschouwden, maar omdat die in hun oog eene fout was. Marnix van St.-Aldegonde verdedigde de daad.
Margaretha was, bij het vernemen van hetgeen geschied was, van vreeze zichzelve niet meer. Des nachts nog liet zij Oranje, Egmond en Hoorne roepen, die baar niet dan met moeite weerhielden van te vluchten. Op aansporing van Prins Willem was zij dadelijk bereid iets te doen ter bevrediging van het volk en stond den Hervormden toe godsdienstoefening te houden op alle plaatsen, waar dit vóór den 25slen Augustus gebeurde. Bovendien stelde zij aan Lodewjjk van Nassau als lid van het Compromis (zooals het Verbond der Eielen ook werd genoemd) een geschrift (een tolerantie edict) ter hand, waarin zij verklaarde, dat de inquisitie afgeschaft was, en al hetgeen misdaan was, vergeven. De edelen van hunne zijde moesten beloven de rust te handhaven. Zij gaven gaarne die belofte en verzekerden hun Verbond als opgelost te beschouwen, zoolang Margaretha woord hield.
Dat het volk over deze uitkomst ten zeerste verblijd was, is te begrijpen. Het gaf zijn hart lucht in „een nieu liedeken", dat aldus begint:
Christelijcke Broeders hier beneven,
Soeckt nu u Salicheyt met vlijt,
Wilt na des Heeren Woort nu leven
Soo meuchdy eeuwich zijn verblijt;
Want de Tyrannen zijn verbeten x),
Die ons vervolch hier deden aen.
d'Afgoden beelden zijn omghesmeten;
Dat heeft die Vive le geus ghedaen.
Over de „vervloekte afgoderij" van de Mis laat hetzelfde liedeken zich aldus uit:
Het volck en wil niet meer aanbeden
Jan Melis inde halve Maen -),
Hy is certeyn met voeten ghetreden;
Dat heeft de Vive le geus ghedaen.
Ten slotte steekt het den draak met de woedende Papen:
Prinslijcke Papen, Papisten te gador,
lek raed u nae mijn beste verstant,
Loopt en bidt tot de Paus u vader,
Dat hy de Geusen in Nederlant
Doe in den Ban, op alle dese plecken,
Of zij sullen u noch stellen op de raen,
Het volck, dat acht u nu voor ghecken;
Dat heeft de Vive le geus ghedaen.


1) Verzwakt. 2) Spotnaam voor de hostie in het altaarkastje.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Uit de geschiedenis van de regering der hertogen, graven en bisschoppen. (922-1581)

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's