Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de heilsorde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de heilsorde

Van de Kerk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Wie zichzelven, zooals hij van nature, d i. zooals hij van zijne moeder geboren is, als v l e e s c h kent, die weet ook, dat w e d e r g e b o r e n te z i j n juist het tegendeel is van elk bedenken en eiken wandel des vleesches. (Gal. b.)

V I I I .

Wie zich, met zaligmakende overtuiging, van het Koninkrijk Gods uitgesloten gevoelt, die zal verlangen in dat Koninkrijk binnen te komen. Hij zal intusschen niet weten h o e , en kan van zichzelven ook niet gelooven, dat het hem ooit mogelijk zou kunnen zijn, daar binnen te komen.
Nu openbaart God hem Zelf door de prediking Zijns Woords, dat voor zulke bekommerden en radeloozen het Koninkrijk Gods geopend is.
Het is door Gods genade, dat is uit den Geest, dat hetgeen vleesch is den Geest ontvangt.

IX.

De wedergeboorte bestaat in eene geheele vernieuwing des menschen.
De Doop heet bij den Apostel het bad der wedergeboorte. Niet dat de Doop de wedergeboorte voortbrengt of dat men in of door den Doop tot de wedergeboorte komt, neen, de Doop verzegelt de wedergeboorte. Dat dus niemand de dwaling koestere, dat hij door den Doop wedergeboren is. Wij lezen bij den Apostel: „Door het bad der wedergeboorte è n vernieuwing des Heiligen Geestes".
Ook wordt het vleesch niet vernieuwd; de wedergeboorte bestaat in geenen deele in eene verbetering van onze oude natuur. Daarentegen bestaat de wedergeboorte of de vernieuwing des Heiligen Geestes hierin: dat God Zich over ons ontfermt met innerlijke bewegingen van barmhartigheid, en in ons werkt, dat wij het in onze oude natuur niet meer kunnen uithouden, dat wij God m o e t e n gevonden hebben, dat wij met Hem m o e t e n vrede gemaakt hebben. Dan trekt God ons met Zijne macht tot Zijnen Zoon, en neemt ons op in het Verbond, dat Hij met Zijnen Zoon gemaakt heeft. Alzoo geeft God ons Zijnen Christus, en Deze geeft ons Zijnen Geest; door de onwederstaanbare werking van dezen Geest wordt dan, zonder ons toedoen, eene nieuwe natuur in ons geschapen. Dat is met andere woorden: de Geest van God en Christus neemt ons in bezit, neemt Zijnen intrek bij ons, maakt woning in ons : Hij verlicht het verstand, Hij heiligt den wil, Hij ontsteekt het geloof. Zoo heiligt Hij den mensch, zoo herschept Hij hem geheel en al, zoodat de mensch een hartelijk leedwezen heeft over de zonden en die hoe langer hoe meer haat en vliedt; daarbij op eens eene hartelijke vreugde in God door Christus heeft, en lust en liefde om naar den wil van God in alle goede werken te leven.

X .

Wanneer nu eene nieuwe natuur in den menBch geschapen is, wanneer de Geest in hem gegeven is, en deze Geest hem wederbaart, zoodat de raensch in Gods oogen een nieuw schepsel i s; wanneer tevens de Geest met den geest des menschen getuigt, dat hij Gods kind is, zoo is het met deze zaak toch niet zóó gesteld, dat de oude natuur, wat het leven en den wandel betreft, of voor de Wet Gods, geheel gedood is. Neen, voor de Wet belijdt juist de wedergeborene: „ I k b e n v l e e s c h e - l i j k , v e r k o c h t o n d e r de z o n d e " . Zoo is hij dan voor het aangezicht der Wet nooit rein, zoolang hij hierbeneden wandelt, maar de Geest der heiligmaking woont in hem, tot gehoorzaamheid en tot besprengiug des bloeds van Jesus Christus.

X I .

Wie uit God geboren is, laat zich door den rechtvaardige slaan (Ps. 141); hij legt af alle kwaadheid, en alle bedrog, en geveinsdheid, en nijdigheid, en alle achterklappingen; hij is begeerig naar de redelijke onvervalschte melk en neemt met zachtmoedigheid aan het Woord, dat in hem geplant wordt.


Van de Kerk,

„Broeders", alzoo noemt de Apostel de Gemeente in Hem en door Hem, Die na Zijne opstanding zeide: „Ik vaar op tot Mijnen Vader en uwen Vader, en tot Mijnen God en uwen God": in Hem, Wiens Naam is: Koning der koningen en Heer der heeren. De Heere, de God der heirscharen, beeft een machtig heir. Daarboven, op Zijnen troon, in Zijne Middelaarsheerlijkheid, heeft Hij een machtig heir van engelen, Zijner Gemeente ten dienste; en hierbeneden heeft Hij ook een machtig heir; dat zijn al Zijne heiligen en uitverkorenen, die het Lam Gods van de aarde gekocht heeft, Gode en den Vader ter eere, die Ilij afgewasschen heeft van hunne zonden en tot koningen gemaakt. Hij heeft Zich op een wit paard gezet, en uit Zijnen mond gaat een tweesnijdend zwaard, waarmede Ilij de Heidenen slaat; en al Zijne heiligen volgen Hem op witte paarden, bekleed met wit en rein, fijn lijnwaad. En Hij trekt uit met Zijn zwaard, om te overwinnen. (Openb. 9 : 1 1 —16.) Al diegenen nu, welke Hem hand en hart gegeven hebben, en van Hem deze hunne kleeding, hunne uniform, hebben gekregen, zijn broeders onder elkander. Zij zijn te zamen een volk van koningen, die allen hun vaderland hebben in de koninklijke stad daarboven. Daar zullen zij nimmer twist noch tweedracht hebben, want daar zullen zij voortdurend zich over zichzelven schamen, en eeuwig in bewondering opgaan, omdat zij broeders mogen heeten in dien Eénen, van Wien gezegd is, dat Hij Zich niet schaamde hen broeders te noemen. Derhalve, „ b r o e d e r s !" zoo spreekt de Apostel hen aan. H o e zijn zij dan eigenlijk broeders? Ik heb gezegd: zij zijn het door en in Christus, Die gezegd heeft: „Ik zal Uwen Naam Mijnen broederen vertellen; inliet midden der Gemeente zal Ik U prijzen" (Ps. 2 2 : 2 3 ) . Zijn zij menschen, die in zichzelven heilig zijn? Neen! dat zij heilig zijn, dat zijn zij daardoor, dat het Woord tot hen gekomen is, het Woord van genade, en over hen is heengegaan, en dat zij het Woord aangenomen en geloofd hebben. Toen heeft dit Woord en met dit Woord de Heilige Geest gewerkt, en werkt het nog, dat zij zich overeenkomstig het Woord gedragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Van de heilsorde

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's