Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit Moravië. — In het vorige jaar heeft onze Kerk door het plotseling verscheiden van Lic. theol. F. Sebesta, predikant te A u s p i t z , eenen der ijverigste arbeiders in 's Heeren wijngaard verloren. God heeft echter naar Zijne genade de ledige plaats vervuld door eenen even beslisten en ernstigen man, Ds. J o s e f H a j e k uit Königsberg in Galicië. Reeds vroeger was de vacante predikantsplaats te M i s s l i t z bezet door Ds. F r a n z P o k ó r a , een jong, ijverig en getrouw predikant, schoonzoon van den overleden Auspitzer leeraar. Den 28s,e° November j.1. werd te O b e r - W i l i m o w i t z de hulpprediker U r b i i n e k uit Sazawa in Bohemen tot predikant gekozen. Over zijnen arbeid hebben wij goede berichten, waarom wij hopen in hem eenen trouwen leeraar en zielzorger voor onze Moravische Kerk te hebben gewonnen. Zijne bevestiging zal binnen kort plaats hebben. In het vorige jaar kreeg Gross- L h o t a bij Datschitz een degelijk, oprecht en beproefd man tot predikant, t. w. Ds. J o s e f S v p t : ï k uit Pusta Rybna in Bohemen.
Voorwaar, wij hebben alle reden, om onzen God voor Zijne goedertierenheid en genade te loven en te prijzen.
Zoo zijn alle predikantsplaatsen weêr bezet, maar niet alle plaatsen, die door eenen hulpprediker worden verzorgd. De kerkelijke Gemeente N ê m e c k é heeft twee filiaalgemeenten, Dankowitz met 890 en B o r o w n i t z met 420 zielen, maar geenen hulpprediker. Evenzoo heeft ook N e u s t a d t l met de filiaalgemeente B l a z k o w geenen hulpprediker. Aan candidaten in de theologie hebben wij thans gebrek; wij hopen echter, dat het over een paar jaren beter zal zijn.
Erger nog is het met de eigenlijke diaspora gesteld. Wij hebben thans de volgende „Predigtstationen"1): B r ü n n , Namiest


1) Men zou dit woord misschien het best kunnen vertalen door „predikposten", of ook door „evangelisatieposten1', raits men daarbij niet denke aan wat in ons land „evangelisatie" genoemd wordt, want terwijl ten onzent o. a. in moderne Gemeenten door de orthodoxen zoodanige evangeÜ6atiën zijn opgericht, dienen de predikposten in Bohemen en Moravië — een Roomsch land! — alleen, om aan de Gereformeerden in de verstrooiing de prediking des Woords te brengen, aangezien zjj zich tot dusverre niet tot zelfstandige Gemeenten konden constitueeren. RED.


T r e b i t s c h , I g l a u , P r e r a u , O l m ü t z ; voorts L u n d e n - b u r g , 0 5 d i n g , D a t s c h i t z , S t r m i l o v , S t r i z o v en D a m b o r i t z . Ue zes laatstgenoemde worden door de predikanten, tot wier werkkring zij behooren, regelmatig verzorgd. Te I g l a u predikt meestal Ds. Syptak uit Gross-Lhota, maar ook anderen treden er op. Aan den arbeid te T r e b i t s c h nemen verscheidene predikanten, al naar de gelegenheid, deel, maar inzonderheid Ds. Pokorny uit Brünn, die als reizend predikant vele Gemeenten in den omtrek verzorgt. Yoor P r e r a u , Olm ü t z en eene kleine filiaalgemeente te S c h wi 1 l b o g e n werd als vaste hulpprediker (standplaats Olmütz) in September 1897 aangesteld de heer K l o u c e k uit Wannowitz. Een paar weken later werd hij helaas door typhus aangetast, en tot heden gevoelt hij zich te zwak, om eenigen arbeid te verrichten. Zijn inkomen werd slechts voor een jaar door eenige vrienden in het buitenland verzekerd; daar zijne werkzaamheid door zijne ziekte voor een paar maanden geschorst is, is de toestand zeer onzeker. Ook in z i j n e n arbeid moet de reizende predikant uit Brünn voorzien.
In B r ü n n en zijne voorsteden •— met N a m i e s t aan de zorgen van Ds. Pokorny toevertrouwd — is zóó veel te doen, dat één predikant het nauwelijks af kan. Een kort overzicht van den arbeid, die er verricht wordt, zal dit duidelijk maken. Eiken Zondag is er tweemaal preek en 's avonds eene bijeenkomst met de jongelieden in de pastorie, wat aan hen, wier ouders elders wonen, eenen Zondagavond in den huiselijken kring moet vergoeden. In de week worden er 's avonds twee bijbellezingen gehouden. Op Woensdag en Zaterdag heeft de predikant telkens 3 uren godsdienstonderwijs te geven. Op- Donderdag houdt hij in de voorstad H u s s o w i t z 1 !/2 uur catechisatie, wat hem (den tijd, die noodig is, om er te komen en weèr huiswaarts te keeren, meegerekend) eenen geheelen voormiddag kost. Dikwijls moet hij ook aan de bijeenkomst der jongelingen op Maandag deelnemen. Daarbij komt nog van tijd tot tijd het onderwijs aan degenen, die van andere gezindten overkomen (in het afgeloopen jaar waren er 9 zulke personen); verder de bezoeken aan ziekenhuizen, waarvan er te Brünn vijf zijn (het kinderziekenhuis niet meegerekend), waar zieken uit het geheele land worden opgenomen; voorts het vele schrijfwerk, aan de ambtelijke bezigheden verbonden, en — vooral niet te vergeten — het huisbezoek, terwijl eindelijk de predikant van tijd tot tijd ook naar E i b e n s c h i t z gaat, (een uur met den trein en een uur met het rijtuig), om daar te catechiseeren.
Moet de reizende predikant bij al dezen arbeid in Brünn en zijne omgeving nog Namiest (waar hij elke maand éénmaal preekt) verzorgen; moet hij te Prerau, Olmütz en Trebitsch soms optreden; heeft hij bij dat alles den doop te bedienen, begrafenisplechtigheden te leiden en andere ambtelijke werkzaamheden te verrichten in de afgelegenste oorden des lands, — dan is het eene onmogelijkheid, al deze plichten naar behooren te vervullen. Het werk te Brünn lijdt daaronder zeer, en de overige diaspora kan niet zóó verzorgd worden, als wel gewenscht was. Er zijn bijv. te Z w i t t a u , eene nijvere fabrieksstad, wellicht omstreeks 100 evangelisch-gereformeerden, en men kan geene geregelde godsdienstoefeningen voor hen houden. Dan zijn er nog eene menigte steden en vlekken, waar gereformeerden verspreid wonen, die hier en daar verzameld, of waarvan ten minste enkele gezinnen bezocht moesten worden. Bij de tegenwoordige omstandigheden is dat echter niet mogelijk.
De beste oplossing der moeilijkheden zou zijn, BrÜDn tot eene zelfstandige kerkelijke Gemeente te maken; dan had Brünn zijnen eigen predikant, en in de overige diaspora kon men twee reizende predikanten uitzenden, met dien verstande, dat men aan ieder hunner de helft van het tegenwoordige inkomen van den reizenden predikant uit het staatssubsidie kon geven, terwijl de andere helft betaald werd door den predikpost (Predigtstation), waar de reizende predikant zijnen zetel had, — natuurlijk met de hulp van de overige door hem te verzorgen stations. Bij uitgebreider werkzaamheid, wanneer men alle verstrooide gereformeerden naspeurde en bijeenvergaderde, zou men de twee reizende predikanten op de aangegeven wijze, met eenige hulp van andere Gemeenten, gemakkelijk kunnen onderhouden.
Het moeilijkste bij den bestaanden toestand echter is: a an B r ü n n de zoo g e w e n s c h t e z e l f s t a n d i g h e i d te gev e n . Zal Brünn eene zelfstandige Gemeente worden, dan moet het zijnen predikant uit eigen middelen onderhouden. Daartoe is de Gemeente echter niet in staat; hare leden zijn over 't algemeen arme menschen, die bijv. in 1896 door kerkcollecten, vrijwillige bijdragen en gaven met moeite fl. 786 hebben bijeengebracht. Daarvan kan echter de predikant te Brünn niet leven. Bovendien heeft de Gemeente eene bouwschuld van ongeveer 10600 gl. (Oostenr.); zij moet de rente betalen en aan aflossing der schuld denken. Voorts moet zij opbrengen het kosterstractement en komen te haren laste de kosten van onderhoud en verwarming der kerk en andere uitgaven. Het inkomen van den predikant en alle uitgaven uit eigen middelen te vinden, daar is geen denken aan. Slechts één weg voert uit dit labyrinth, namelijk: vergrooting van het bestaande gemeentelijke fonds tot onderhoud van den predikant (Dotationsfonds). Dit fonds bedroeg op de jaarrekening van 1896 fl. 3000, thans is het groot circa 3400 gl. (Oostenr.), doch om de zelfstandigheid der Gemeente mogelijk te maken, moet het eerst ongeveer 4 maal zoo groot zijn. D a t b i j d r a g e n en g i f t en v a n de b r o e d e r e n in het b u i t e n l a n d h i e r zeer n o o d i g zijn, en met d a n k o n t v a n g e n z u l l e n w o r d e n, b e h o e f t n a u w e l i j k s g e z e g d . Evenwel niet alleen hier, maar ook in v e l e andere plaatsen van ons land (en nu zwijgen wij geheel van Bohemen) is groote nood, dringende behoefte aan onderstand, om kerken of vergaderplaatsen te verkrijgen of te onderhouden of te herstellen, om predikanten te kunnen aanstellen en naar behooren te salariëeren, enz. enz.
Met droefheid vermelden wij nog, dat in eenige kerkelijke Gemeenten de invloed van het socialisme zich doet gevoelen, dat God verloochent en den godsdienst- bespot. De verderfelijke invloed daarvan op de zeden blijft natuurlijk niet achterwege. Daartegenover staat, dat de Gereformeerde Kerk meer en meer zich van hare verplichting bewust wordt, om de kerkelijke tucht te handhaven. In de onderscheidene Gemeenten wordt de tucht op onderscheidene wijzen uitgeoefend, maar over 't geheel ontwaart men te dien opzichte eenen verblijdenden vooruitgang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Correspondentie

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's